zowel de afnemer als de aanbieder. Dit
is een reden waarom te verwachten
valt dat voorlopig het bijhouden van
lokale kopieën van datasets in de prak
tijk nog een veel gebruikte situatie zal
zijn en dat het daarom nuttig is om te
kijken naar goede methoden om deze
kopieën actueel te houden.
Mutaties kunnen zich altijd voordoen
en het is dan ook van belang dat af
nemers regelmatig nieuwe gegevens
krijgen. Wat deze regelmaat is, kan
sterk verschillen. Voor verschillende
geo-informatieproducten bestaan abon
nementsvormen waarbij bijvoorbeeld
iedere maand nieuwe gegevens geleverd
worden door de bronhouder, zoals ka
dastrale gegevens. Een product als TOP-
lOVector werd in het verleden slechts
eens in de vier jaar ververst. In het al
gemeen zullen kleinschalige gegevens
minder snel veranderen dan grootscha
lige. Vooral bij gegevens die afkomstig
zijn van sensoren is een hoge mutatief
requentie mogelijk omdat daarbij geen
menselijke handelingen nodig zijn.
Geo-informatievoorbeelden hiervan zijn
de beelden van de populaire buienradar-
website (www.buienradar.nl) of de actu
ele verkeerssituatie (www.anwb.nl).
De manier waarop de levering van mu
taties het beste gebeurt, hangt af van
de frequentie en de omvang van de ge
gevens en ook van de mogelijkheden
die beschikbare technieken geven. Bin
nen het onderzoek is vooral gekeken
naar het uitwisselen van gegevens tus
sen systemen van verschillende profes
sionele organisaties. Deze zullen in de
praktijk netwerken hebben die vaak
verbonden zijn op een snelle en be
trouwbare manier.
Een podcast voor geo-mforma-
tie
Steeds meer radio-uitzendingen bie
den tegenwoordig ook een podcast
aan via een website. Met behulp van
speciale software kunnen luisteraars
automatisch nieuwe uitzendingen
downloaden - meestal in de vorm van
een mp3-bestand - en beluisteren op
het moment dat het hen uitkomt. De
techniek die gebruikt wordt voor pod-
casts is RSS. Hierbij is op de website
van de aanbieder een XML-bestand
beschikbaar dat een overzicht geeft
van de laatste nieuwe bestanden die
aangeboden worden. Dit bestand
heet een RSS-feed [RSS Board, 2007].
De software van de bezoeker leest dit
bestand, kan automatisch zien welke
Een podcast voor
geo-informatie,
de laatste infor
matie eenvoudig
beschikbaar voor
de eindgebruiker.
bestanden hij nog niet eerder heeft gedownload en haalt
deze nieuwe bestanden op. Door regelmatig de RSS-feed
opnieuw op te halen en te doorzoeken op nieuwe bestan
den, blijft de afnemer op de hoogte van nieuwe gegevens
bij de aanbieder.
Hoewel deze techniek populair is voor het aanbieden van
geluidsbestanden, is dat zeker niet de enige mogelijkheid.
Op een soortgelijke wijze zouden ook aanbieders van geo-
informatie nieuwe gegevens beschikbaar kunnen stellen.
Zo zouden bijvoorbeeld bestanden met mutaties opgeno
men kunnen worden in een RSS-feed. Op basis van deze
techniek kan vrij eenvoudig een systeem van uitwisseling
van mutaties worden opgezet. De eisen aan de afnemer zijn
niet groot, aangezien deze niets anders hoeft te doen dan
bestanden ophalen bij de aanbieder. Er bestaat inmiddels
ook een specificatie voor het opnemen van geografische
informatie in een RSS-feed: GeoRSS [Open Geospatial Con
sortium Inc., 2006], Deze specificatie beschrijft hoe de ele
menten in een RSS-feed van geografische informatie, zoals
bijvoorbeeld een locatie, kunnen worden voorzien.
Het is echter de vraag of dit systeem als een serieuze oplos
sing in een professionele omgeving ingezet kan worden. Er
zitten namelijk geen voorzieningen in die de betrouwbaar
heid van de uitwisseling waarborgen.
Niet halen, maar brengen; WFS-T
De hiervoor geschetste situatie met RSS gaat er vanuit
dat de afnemer bij de aanbieder gaat kijken of er nog
it nieuws is. Dit verhaal is ook om te keren: de aan-
ieder kan actief de afnemer benaderen om veran
deringen door te geven. Binnen de verzameling
van OpenGIS-specificaties is de Transactional Web
Features Service (WFS-T) er een die het mogelijk
maakt om wijzigingen door te geven [Open Geos
patial Consortium Inc., 2005], Een client-toepas-
sing kan hierbij wijzigingen doorgeven aan een
server, die de wijzigingen dan moet doorvoeren
in het achterliggende systeem, bijvoorbeeld een
database. Dit systeem lijkt in eerste instantie
opgezet om relatief eenvoudige kleinschalige
wijzigingen met bijvoorbeeld een desktop- of
webtoepassing door te sturen naar een centraal
systeem. Hetzelfde WFS-T-protocol kan in principe echter ook
gebruikt worden om op grote schaal mutaties tussen organisa
ties uit te wisselen. De partij die de wijzigingen wil ontvangen
moet dan de server draaien, in ons geval is dat de afnemer van
geo-informatie. De figuur op de volgende pagina geeft sche
matisch aan hoe vanuit een centrale server verschillende afne
mers kunnen worden bediend via WFS-T.
Bij het Britse Ordnance Survey is samen met IONIC Software
een test uitgevoerd waarbij het principe van het automatische
uitwisselen van wijzigingen met WFS-T is getest [IONIC Soft
ware, 2006]. Hierbij wordt de afnemer eerst voorzien van een
startbestand, bijvoorbeeld in GML, zodat de uitgangssituatie
bekend is. Deze gegevens worden niet via WFS-T maar via bij
voorbeeld FIP aangeleverd. Alle volgende wijzigingen worden
wel via WFS-T doorgestuurd. Hiervoor moet de afnemende
partij de URL van zijn WFS-T doorgeven aan de leverancier en
verder het gebied waarin hij is geïnteresseerd. Ook moet hij
aangeven hoe vaak hij nieuwe wijzigingen aangeleverd wil
geo-info 2008-12