krijgen. De aanbieder moet vervolgens bij iedere wijziging kij ken voor welke afnemers deze in het interessegebied liggen en of het volgens de afgesproken bijwerkfrequentie al weer tijd is voor een nieuwe levering. Als het tijd is voor een levering, dan maakt de aanbieder als cliënt contact met de WFS-T-server van de afnemer en geeft de wijzigingen door. Met iedere afne mer moet hiervoor apart verbinding gemaakt worden, wat bij grote aantallen afnemers wel wat organisatie vereist. Vanuit het Open Geospatial Consortium wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om met WFS-T mutaties uit te wisse len tussen organisaties. Onder de naam Geo-Synchronization Service is een systeem beschreven waarbij de gegevens van ver schillende afnemers actueel worden gehouden met een com binatie van WFS-T en ATOM, een tegenhanger van RSS [Open Geospatial Consortium Inc., 2008). Ook in dit systeem draaien de afnemers een WFS-T-server en worden die periodiek bena derd met transacties die door de synchronization service wor den verstuurd. Een voordeel van methodes, gebaseerd op WFS-T, is dat het een geaccepteerd protocol is waarvan verschillende implementa ties beschikbaar zijn in zowel commerciële als open source- software. Hierdoor vereist het van de afnemers relatief weinig inspanning om op deze wijze mutaties te kunnen verwerken en zijn ze niet gebonden aan een softwareleverancier. Bij het testen van het doorgeven van grotere aantallen mu taties aan een WFS-T-server zagen we voor de open source- toepassing Geoserver dat er problemen optraden. De interne manier van verwerken van transacties in Geoserver blijkt niet ingericht te zijn op grote aantallen mutaties in een enkele transactie. Hoewel de specificaties van het protocol het toe passen voor het uitwisselen van omvangrijke transacties niet in de weg staan, kunnen implementaties problemen geven omdat deze manier van werken niet voorzien werd. Een aandachtspunt van een andere orde is dat hier gebruik gemaakt wordt van een geo-oplossing, terwijl het uitwisselen van wijzigingen helemaal geen specifiek geo-probleem is. De kans is daarom groot dat er naast deze oplossing voor andere gegevensverzamelingen andere oplossingen zijn en komen die meer generiek bedoeld zijn. Binnen de Nederlandse over heid bestaat al zo'n formaat: het Standaard Uitwisseling For maat (StUF). StUF 3.0 Het Standaard Uitwisseling Formaat is ontwikkeld om de uit wisseling van gegevens tussen overheidsorganisaties te stan daardiseren en te voorkomen dat voor iedere gegevenssoort weer een nieuw systeem wordt ontwikkeld [ICTU, 2007]. Sinds versie 2.04 maakt StUF gebruik van XML als notatietaai voor berichten. Onder andere de communicatie met de landelijke voorziening van de Basisadministratie Adressen en Gebou wen maakt gebruik van StUF en codeert in de berichten ook geometrische gegevens. De geometrische attributen wor den in GML beschreven. Ook binnen de gemeente Amster dam worden geometrische gegevens via StUF-berichten verspreid. Daar is een systeem opgezet waarbij afnemende partijen zich kunnen abonneren op mutaties van gegevens. Dit lijkt op het hiervoor beschreven systeem van Ordnance Survey, echter nu met het belangrijke verschil dat dit sy steem veel breder toepasbaar is binnen en tussen organisa ties. Het vereist namelijk niet de inzet van services die heel specifiek voor het geo-domein zijn ontwikkeld. Op basis van ervaringen uit de praktijk ligt nu een voorstel Schema van kop pelingen via WFS-T protocol (Afbeelding met toeslemming van C. Shorter van http://techhlog. terra pages. com/2007105 federated-geo- synchronization- standards.html). klaar voor StUF-versie 3.0. Hier zijn on der andere verbeteringen aangebracht waardoor StUF nu beter is in te zetten voor het synchroniseren van gegevens tussen verschillende partijen. Ook vol doet het nu aan de uitgangspunten voor een service-georiënteerde archi tectuur. Overheidsservicebus De overheid is een grote producent en afnemer van geo-informatie. Om te zorgen voor samenhang in de bouw en inrichting van de informatie-infrastruc tuur van de overheid is de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NO RA) ontwikkeld. Hierin staan inrich tingsprincipes die overheidsorganen kunnen toepassen bij de projecten. Voor de uitwisseling van gegevens tussen ver schillende overheidsinstellingen is bin nen NORA de OverheidsServiceBus (OSB) neergezet. 'De OverheidsServiceBus ver zorgt de logistieke kant van het berich tenverkeer en omvat standaarden om berichten juist te adresseren en veilig en betrouwbaar te kunnen verzenden.' Binnen de OSB wordt onderscheid ge maakt tussen twee soorten berichtenver keer: bevragingen en meldingen. Bij een 'bevraging' wordt direct een antwoord verwacht op een vraag. Bij 'meldingen' kan de reactie veel langer op zich laten wachten, bijvoorbeeld omdat de ontvan gende partij eerst een aantal handelin gen moet verrichten met de melding, voordat er een reactie teruggestuurd kan worden. Het is hierbij van belang dat de verzendende partij wel zeker weet dat zijn bericht aankomt bij de ontvanger. Wanneer er precies een reactie terug komt is van minder belang. Gezien de verschillende eisen die deze twee soorten berichtenverkeer met zich meebrengen, zijn ook twee verschillen de protocollen vastgesteld voor de reali satie. Voor bevragingen wordt in begin sel gebruik gemaakt van SOAP en voor meldingen van ebXML. Remote Agencies local Public Internet Remote Version WFS-T Map Portal Webpage Desktop Mapper «AcelysSifVarffcjriion «a WFS-T> Remote Version WFS-T Mobile Mapper CEO-INFO 2008-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 26