Hogeschool ter herijken. Daarin zijn
een visie en missie gedefinieerd. Deze
visie is als volgt:
Het voorzien in de maatschappelijke behoef
te aan hoger opgeleide professionals over de
volle breedte van het werkveld van de geode
sie en de geo-informatica.
Teneinde de visie te kunnen realiseren
is ook een missie van drie aandachts
punten afgeleid. Per aandachtspunt
geven we een stand van zaken.
1. Instroomvergroting: streven naar bij
de vraag passende instroom door
gerichte acties op middelbare scho
len. Door eigen acties én door par
ticipatie in de nieuwe Stichting Ar
beidsmarkt Geo.
2. Geo-info centraal: ervoor zorg dra
gen dat geo-informatie als essenti
eel voor een goed functionerende
bouwnijverheid en overheid (ruim
telijke ordening) gezien wordt bij
de andere opleidingen van de HU.
Tevens streven naar een borging van
kennis door een expertisecentrum.
Via lectoren en onderzoeksagenda's
ontstaan hiervoor steeds meer mo
gelijkheden binnen de HU.
3. Kwaliteitsverhoging opleiding.
Door uitvoeren van project tot cur
riculumherziening, uitmondend
in nieuw curriculum voor beide
opleidingsvarianten. Tevens door
samenwerking met gelijksoortige
opleidingen bij invulling van het
onderwijs (zoals o.a. Hydrografie
Terschelling).
Competentiegericht Onderwijs
Nut en noodzaak van onderwijs in
het algemeen
Onderwijs is ontstaan vanuit een be
hoefte. Men wilde los van de dagelijkse
praktijk basisvaardigheden trainen en
via abstracte concepten grip krijgen op
de weerbarstige werkelijkheid. Na het
middeleeuwse leerling-meester con
cept (ook wel gilde genoemd -> leren
door nadoen en persoonlijke begelei
ding) zijn er om efficiëntie redenen
steeds grotere scholen ontstaan. Bij de
ontwikkeling van onderwijs is kennis
lange tijd bepalend geweest. Studen
ten werden geacht 'iets te weten van...'.
Omdat kennis op den duur wijzigt is
het accent verlegd naar het toepassen
van de kennis ('iets kunnen...'), gevolgd
door de logische vraag wat de praktijk
nu precies nodig heeft ('iets kunnen in
bepaalde situatie' competentie).
Het denken in competenties zorgt voor
een meer op de praktijk geënte selectie
van kennis en vaardigheden en leidt tot meer aandacht voor
procesaspecten. Men moet wel waken voor een te eenzijdig
omarmen van de proceskant (bijvoorbeeld alleen manage
ment vaardigheden) en zorgen voor een goed evenwicht tus
sen kennisbasis, competenties en context (=situatie). We zien
dat de laatste jaren de erkenning van een stevige kennisbasis
weer helemaal terug is en kiezen zelf nadrukkelijk voor een
'best of both worlds' benadering (combinatie van competen
ties en basisvaardigheden).
Definiëren van competenties
Het definiëren van competenties heeft als probleem dat er
zeer uiteenlopende situaties te bedenken zijn waarin be
paalde vaardigheden aangewend kunnen worden. Omwille
van de haalbaarheid gebruikt men daarom sterk verschil
lende voorbeeldsituaties en formuleert de competenties zo
1811 HOGESCHOOL dat deze ook in andere situaties bruikbaar zijn. Men noemt
lw UTRECHT dit transfer, meervoudige geldigheid.
Bij het formuleren van competenties geldt als vuistregel:
hoe hoger het opleidingsniveau, hoe minder concreet de
omschrijving. Zaken als bijvoorbeeld creativiteit en leider
schap zijn moeilijk in een controlelijstje te vertalen. Dit
maakt het beoordelen van competenties lastig. Het is daar
om verstandig om terughoudend te zijn met absolute oor
delen en de rol van competenties soms te beperken tot een
richtinggevend kader.
Beoordelen van competenties
Competenties vormen een referentiekader voor het be
oordelen van de geschiktheid van een student voor een
beroep. Men wil graag dat de student naast het leren van
feiten en trucjes ook concrete beroepsproducten kan ma
ken en het proces daaromheen kan aansturen binnen een
praktijksituatie. Een dergelijke integrale beoordeling van
beroepsmatig handelen in een praktijksituatie is alleen
subjectief door iemand met praktijkervaring uit te voeren.
Deze beoordelaar gebruikt zijn of haar intuïtie en erva
ring om de indicatoren (eigen observaties, gerealiseerde
producten en commentaar van anderen) te wegen en tot
een oordeel te komen. Wanneer men dit met meer dan één
persoon doet is er sprake van intersubjectiviteit, algemeen
beschouwd als één van de meest adequate manieren van
competentiebeoordeling.
V*?.'
GEO-INFO 2008-12