Benchmark Landmeten
Sinds 2006 is in het managementcontract van Gemeente
werken Rotterdam de bestuurlijke opdracht opgenomen
om het instrument benchmark een vaste plek te geven in de
organisatie. Naar aanleiding van deze opdracht zijn onder
andere benchmarks uitgevoerd op het gebied van weg- en
groenaanleg, riolering en leges leidingvergunning. In na
volging hiervan is begin 2008 een benchmark uitgevoerd
met betrekking tot landmeetkundige werkzaamheden.
Hiermee wilde de Rotterdamse afdeling Landmeten de kwa
liteit en efficiency van haar producten en processen onder
de loep nemen en vooral ook leren van andere gemeenten.
De gemeenten die naast Rotterdam aan deze benchmark
hebben deelgenomen zijn Amsterdam, Den Haag, Utrecht
en 's-IIertogenbosch.
De benchmark Landmeten was zowel kwantitatief als kwa
litatief van aard. Enerzijds is een achttal landmeetkundige
werkzaamheden benoemd zoals 'aanleg grondslagpunten'
en 'meting Digitaal Terrein Model'. Van deze werkzaamhe
den hebben de gemeenten de kosten en benodigde tijd ge
raamd. Anderzijds is een vragenlijst opgesteld waarin nader
is ingegaan op kwalitatieve aspecten als organisatie, finan
ciën en meetmethoden.
De benchmark Landmeten was geba
seerd op een herbouwproject in be
staand gebied. Alle metingen die bij de
sloop en herbouw in bestaand stedelijk
gebied worden uitgevoerd door de ge
meente Rotterdam, zijn per fase in het
bouwproces beschreven. De benoemde
landmeetkundige werkzaamheden
zijn zodanig standaard, dat ze ook in
andere gemeenten zouden kunnen
worden uitgevoerd. De acht standaard
metingen (zie tabel hieronder) zijn kort
i. Aanleg grondslagpunten
2.1e Meting (bestaande situatie)
3. Heipalen meten
4.2e Meting (open gat meting)
5. Rooilijn uitzetten nieuwbouw
6. Meting profielen
7. Meting digitaal terreinmodel (DTM)
omschreven en er waren tekeningen be
schikbaar van het projectgebied. Vervol
gens is de gemeenten gevraagd om per
meting de kosten te ramen, een schat
ting te geven van het aantal opstellin
gen, aan te geven welke meetmethode
wordt gebruikt en wat de duur van de
meting is. Tenslotte is gevraagd naar
een algemene beschrijving van de orga
nisatie (aantal medewerkers, wijze van
opdrachtverkrijging en -verlening), zo
dat een goede vergelijking kan worden
gemaakt van de resultaten en eventuele
verschillen kunnen worden verklaard.
Nadat alle gemeenten de kosten voor de
metingen geschat hadden, is een vragen
lijst ingevuld en besproken over organi
satie, financiën en metingen. Deze lijst
bevatte vragen als: Bij welk organisatie
onderdeel hoort de afdeling? Hoeveel
stage- en opleidingsplekken zijn er? Hoe
zijn de tarieven opgebouwd? Hoeveel
procent van de metingen wordt uitbe
steed? Hoe ziet het standaard werkpro
ces er uit? Welke meetmethoden en in
strumenten zet de afdeling in?
Met name deze open vragen hebben
veel interessante verschillen en over
eenkomsten tussen de gemeenten
zichtbaar gemaakt.
Na uitvoering van de benchmark kan
geconcludeerd worden dat een puur
kwantitatieve vergelijking van de ge-
Vvtfi
Adviseur.
Gemeentewerk en
Rotterdam
Werkwijze
De metingen:
Kwantitatieve vergelijking
GEO-INFO 2009-1