meenten op basis van kosten voor land meetkundige dienstverlening lastig is. De belangrijkste reden hiervoor is dat kleine variaties in de benodigde meet tijd, grote verschillen in kosten veroor zaken vanwege de verschillende uur tarieven. De uurtarieven zijn bij elke gemeente namelijk anders opgebouwd de doorberekening van afdelingskos- ten, overhead en materiaalkosten ver schilt van stad tot stad. Bovendien voe ren de gemeenten de werkzaamheden normaliter niet op dezelfde wijze uit vanwege een verschillende inrichting van het werkproces. Zo is het in de ene gemeente bijvoorbeeld gebruikelijk om het grondslagnet te verdichten bij grote projecten, terwijl in een andere gemeente altijd een vast grondslagnet gebruikt wordt en deze meting dus niet per project wordt uitgevoerd. Een ander voorbeeld is het inmeten van achtergebleven heipalen. In Rotterdam wordt deze meting regelmatig uitge voerd, terwijl dit voor andere gemeen ten geen standaardklus is. Een ander opvallend verschil tussen de gemeenten is de wijze van planning van de werkzaamheden. Zo krijgt de landmeter in de ene gemeente voor meerdere dagen werk mee, zodat hij zelf de werkvoorraad beheerst en klus sen efficiënt kan inplannen (weinig reistijd, kleine klussen samenvoegen, enz.). Terwijl in een andere gemeente de metingen centraal worden inge pland zodat flexibel kan worden inge speeld op last-minute-metingen'. Dit verschil zet aan het denken: kunnen de 'last-minute-metingen' niet eerder inzichtelijk worden gemaakt zodat de verantwoordelijkheid voor de planning bij de landmeter kan worden gelegd? Kwalitatieve vergelijking Met name de kwalitatieve vergelijking van de gemeenten levert interessante inzichten op. De plek van de afdeling in de gemeen telijke organisatie beïnvloed bijvoor beeld sterk de werkprocessen van de afdeling. De ene afdeling is onderdeel van een dienst Stedelijke Ontwikke ling en richt zich zodoende op land meetkundige werkzaamheden in het bouwproces, terwijl een afdeling bij een gemeentelijk ingenieursbureau of beherende dienst, zoals Gemeentewer ken, dichter zitten op de ontwikkeling en het beheer van de openbare ruimte. Ook verschilt de grootte van de land meetkundige afdelingen sterk. Bij de ene afdeling werken tien mensen, terwijl de ander vier keer zoveel mensen in dienst heeft. De mogelijkheid om stage- en opleid i n gsplekken aan te bieden hangt hier ook direct mee samen: des te groter de organisatie, des te meer tijd en ruim te voor opleiding van jonge vakgenoten. Bovendien biedt een grote afdeling meer mogelijkheden voor innovatie, zoals de inzet van terrestrische laserscanning en laseraltimctrie. In alle gemeenten zijn de landmeters breed inzetbaar. De landmeters hebben ervaring met het meten van uiteen lopende klussen. Hierdoor is men redelijk flexibel in het plannen van de meetwerkzaamheden. Tevens werken de vijf gemeenten over het algemeen met hetzelfde type meet instrumenten. Ze beschikken ook over robotic tachymeters, maar zetten deze nog niet optimaal in als een mans-meet in strument. Op dit onderdeel zouden alle gemeenten dus nog een efficiencyverbetering kunnen realiseren. Kortom De Rotterdamse afdeling Landmeten is tevreden over de uit gevoerde benchmark en zal de opgedane kennis gebruiken om haar processen en producten te verbeteren. Het uitwis selen van kennis en ervaring is een stimulans om de eigen organisatie en werkprocessen te verbeteren. Grote kans dat de afdeli ng binnenkort weer een benchmark uit gaat voe ren, bijvoorbeeld om de landmeetkundige bijhouding van de kaartbestanden onder de loep te nemen! GEO-INFO 2009-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 15