Verbeteren van instrumenten voor groene metropolitane gebieden Samenvatting proefschrift Het proefschrift onderzoekt hoe verschillende instru menten, zoals regels en beleidsprogramma's, voor groene gebieden aan de rand van de stad werken, met welke problemen deze regels en beleidsprogramma's te maken krijgen en hoe ze verbeterd kunnen worden. Op basis van casestudies zijn theorieën en onderzoeksmethodes geselec teerd en de volgende onderzoeksthema's geformuleerd: Landschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in beleid en regels (H2/3) Verhouding publiek-privaat (H 4/5) Netwerk of hiërarchie (H 6) De verhouding tussen ruimtelijke ordening en grondbe leid (H 7) Slow Planning en de snelheid van verandering van beleid en regels (H 8) Behalve de casus Parlcbos Gent, die gebruikt is om te reflec teren op de Nederlandse situatie, is er voor gekozen om de Nederlandse praktijksituatie als vertrekpunt te nemen. Drie casussen zijn in het bijzonder bestudeerd: de reconstructie en de huidige ontwikkelingen in Midden-Delfland, de 'rood voor groen ontwikkeling in de Bloemendalerpolder en het nationale landschap Laag Holland. Hoofdstuk 2 en 3 gaan over veranderingen in het land schap, in relatie tot veranderingen in beleid en regels in het kader van deregulering, decentralisering en privatisering. De jaarlijkse kosten voor groene gebieden aan de rand van de stad, de rente voor investering in grond en onderhouds kosten, zijn van groot belang. Gezien de inkomsten uit agra rische productie, is voor de overheid beheer van deze gron den door boeren financieel aantrekkelijk. Een belangrijk probleem hierbij is de hoge grondprijzen in de buurt van de stad omdat men verwacht dat op termijn bebouwing zal worden toegestaan. Het is niet vanzelfsprekend dat in stede lijke gebieden waar boeren het moeilijk hebben natuur zal ontstaan. Het verbieden van bebouwing in bestemmings plannen kan het landschap onvoldoende beschermen. Als grond te duur wordt voor de boer dreigt hijvoorbeeld ver rommeling, splitsing van kavels en toename van de druk op de overheid om bebouwing toe te staan. Deregulering, decentralisatie en privatisering kunnen deze ontwikkelingen versnellen, omdat bebouwing geld oplevert en Nederlandse gemeenten de neiging hebben om nieuw bouw te verwelkomen. Alleen al het vermoeden dat nieuw bouw mogelijk wordt kan grondprijzen opdrijven en het landschap bedreigen. Deregulering, decentralisatie en pri vatisering, ook bij sectordepartementen met een sterke wis selwerking met ruimtelijke ordening zoals landbouw, bren gen de traditionele manier van overheidsbescherming van groene gebieden aan de rand van de stad in gevaar. De in Midden-Delfland toegepaste aanpak heeft effectief bebou wing tegen gehouden. De aanpak steunde op drie pijlers: 1. Ruimtelijke kwaliteit: maak groene gebieden met fysieke maatregelingen aantrekkelijk zodat burgers ze willen be schermen. 2. Ruimtelijke ordening: bescherm gebieden met behulp van bestem mingsplannen en aanwijzingen, bij voorbeeld als bufferzone. 3. Grond eigendom: houd gronden uit de handen van ontwikkelaars door ze aan te kopen voor bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en houd het agra risch grondeigendom vitaal door herverkaveling en verpachting van overheidsgrond voor een lage prijs. Hoofdstuk 2 toont een model voor het beschermen en verbeteren van groene gebieden aan de rand van de stad dat de samenhang tussen deze pijlers be schrijft. Hoofdstuk 4 bespreekt de beperkte bruikbaarheid van de transactiekos tentheorie voor dit type onderzoek. Deze theorie is gebaseerd op het idee dat lage transactiekosten leiden tot meer efficiëntie. Binnen dit onderzoek bleek deze theorie bruikbaar voor de analyse van instrumenten op hoofdlij nen en voor het vergelijken van diverse manieren om boeren te subsidiëren voor agrarisch natuurbeheer. Zij bleek echter niet bruikbaar te zijn voor een gedetailleerde vergelijking van de ef ficiëntie van verschillende instrumen ten en het ontwerpen van nieuwe in strumenten. Hiervoor was het netwerk van (sub)transacties te complex en wa ren de transacties te divers. Door het analyseren van de rol van bestemmingsplannen met behulp van een transactiekostenmodel ontstond de idee dat ruimtelijke ordening niet alleen gebruikt wordt om transactie kosten tussen partijen in de markt om laag te brengen; bestemmingsplannen worden ook gebruikt om niet verhan delde externaliteiten, zoals landschap pelijke waarden van groene gebieden, te internaliseren. Het is belangrijk deze twee rollen te onderscheiden. Als ruimtelijke ordening alleen wordt ge zien als een instrument om transactie kosten in de markt omlaag te brengen, is dit voordelig voor alle partijen. Als deze instrumenten echter ook tot doel hebben om een breed publiek van niet verhandelde goederen te voorzien, dan wordt duidelijk waarom hierbij regelgeving en budgetten een belang rijke rol spelen en waarom er regels nodig zijn om groene grondeigenaren te verplichten deze niet verhandelde Evelien van Rij Onderzoeker TIJ Delft sectie Geo informatie en grondbeleid GEO-INFO 2009-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 24