goederen ter beschikking te stellen en
deze eigenaren te beschermen tegen
onrechtvaardig gebruik op het eigen
domsrecht.
Als ruimtelijke ordening wordt ge
bruikt om niet verhandelde goederen
ter beschikking te stellen, dan zal het
verminderen van organisatiekosten,
de transactiekosten voor de coördi
natie binnen een organisatie als de
overheid, leiden tot rücksichtsloze
inkrimping van de overheid. Hierdoor
zullen minder transacties plaatsvin
den. Omdat dit niet hoeft te leiden tot
verbetering van de efficiëntie, zouden
ook transactievoordeien en effecten
op andere transacties moeten worden
onderzocht. Een dergelijke analyse op
projectniveau kan de vorm krijgen van
een kosten-baten analyse waarin ook or
ganisatiekosten worden meegenomen.
Het onderzochte netwerk van transac
ties was echter te complex om op deze
manier de efficiëntie van verschillende
instrumenten te vergelijken en nieuwe
instrumenten te ontwerpen.
Hoofdstuk 5 beschrijft de beperkte
mogelijkheden voor de verbetering
en het behoud van groene gebieden
aan de rand van de stad door middel
van 'rood voor groen-constructies (op
brengsten van nieuwbouw worden ge
ïnvesteerd in groen). Deze constructies
kunnen werken in bijzondere geval
len: als de grond in handen is van de
overheid, als er een streng restrictief
beleid geldt, als er een groot waarde
verschil is en als ervaren partijen met
gezag de overheid vertegenwoordigen
in een zorgvuldig opgezet proces. Re
denen om niet voor 'rood voor groen
constructies te kiezen zijn stijgende
grondprijzen, aantasting van het land
schap door bebouwing, onopgeloste
problemen met beheerskosten, ver
watering tussen ruimtelijk relevante
motieven en financiële motieven en
misbruik van rood voor groen'-termen
om uiteindelijk de weg vrij te maken
voor bebouwing zonder investering in
groen. Daarom zijn 'rood voor groen'
constructies eerder geschikt voor min
der aantrekkelijke landschappen met
een geringe recreatieve functie dan
voor cultuurhistorische metropolitane
recreatiegebieden.
Hoewel in planologische discussie net-
werkgeoriënteerde planningsinstru
menten populair zijn, beschrijft hoofd
stuk 6 de waarde van een combinatie
met hiërarchische instrumenten, Om
dat Nederlandse gemeenten en grond
eigenaren de neiging hebben te kiezen voor nieuwbouw en
gemeenten beperkte financiële middelen en ambtelijke ca
paciteit hebben, is het voor het behoud en ontwikkeling van
groene gebieden aan de rand van de stad belangrijk dat de
(centrale) overheid passende regels maakt, middelen ter be
schikking stelt en stuurt met behulp van grondeigendom.
Het succes van de Nederlandse planningsdoctrine, met
concepten als Randstad, Groene Hart, en bufferzone, wordt
vaak in verband gebracht met strategische ruimtelijke or
dening. Hoofdstuk 7 beschrijft het belang van ruimtelijke
ordening en grondbeleid op operationeel niveau en de pro
blemen die kunnen ontstaan als ideeën over strategische
ruimtelijke ordening onverkort wordt toegepast op het ope
rationele niveau. Op basis van de sector- en facetgedachte,
zou Nederlandse ruimtelijke ordening plaats moeten vin
den op basis van ruimtelijke relevante overwegingen. Om
dat strategische ruimtelijke ordening zich voor een groot
deel bezig houdt met coördinatie tussen overheidsdiensten,
zijn hiërarchische juridische bindende coördinatiemecha-
nismes minder belangrijk dan op het operationele niveau.
Als de invloed van sectordepartementen met een sterke
wisselwerking van ruimtelijke ordening, zoals landbouw,
zwakker wordt, kan deze vorm minder belangrijk worden.
Op het operationele niveau heeft men te maken met grond
eigenaren en hun rechten. Daarom spelen bij beleid en re
gels op dat niveau, in het bijzonder bij het grondbeleid, niet
alleen ruimtelijk relevante aspecten maar ook hun (financi
ële) belangen en rechten een belangrijke rol.
In tegenstelling tot de roep om meer dynamiek in de plano
logie, introduceert hoofdstuk 8 het begrip Slow Planning.
Om groene gebieden aan de rand van de stad te behouden
en de gewenste kwaliteit te ontwikkelen is het belangrijk
om de stedelijke dynamiek te verlagen. Dit vereist een com
binatie van fysieke ingrepen, ruimtelijke ordening en maat
regelen gericht op de eigendomssituatie. De overheid kiest
echter steeds minder voor beleid en regels die hiervoor ge
schikt zijn, zoals herverkaveling en grondaankopen. Hoofd
stuk 8 beschrijft ook de risico's verbonden aan de radicale
verandering van beleid en regelgeving, namelijk de plotse
linge verandering van doctrine of de vervanging van het Ne
derlandse ruimtelijke ordeningsstelsel door een denkbeel
dig systeem dat op belasting gebaseerd is. Omdat beleid en
regelgeving onderdeel zijn van een samenhangend institu
tioneel systeem, gebaseerd op fundamentele institutionele
principes zoals de bescherming van het recht van eigen
dom, gaan radicale veranderingen gepaard met risico's. Dit
kan een bedreiging vormen voor de economie en het recht.
Mensen investeren niet als hun eigendom onzeker is.
Hoofdstuk 9 brengt de verschillende ontwikkelingen met el
kaar in verband, doet aanbevelingen voor de beleidspraktijk
en het onderzoek. De belangrijkste methodologische aan
bevelingen voor onderzoek in dit veld is dat de complexi
teit van het onderwerp vraagt om een combinatie van ver
schillende theorieën en methoden en dat deze geselecteerd
kunnen worden op basis van het casestudymateriaal. De
belangrijkste aanbevelingen voor de praktijk is om cultuur
historische agrarische recreatiegebieden aan de rand van
de stad te onderscheiden van overig agrarische gebieden en
om in die eerste gebieden een Slow Planning-benadering
toe te passen.
GEO-INFO 2009-1