Meer dan 90% van de respondenten vindt de onderlinge passing van de topo grafische ondergrond van bestemmings- planlcaarten en de planinformatielaag belangrijk tot zeer belangrijk. Voor structuurvisiekaarten ligt dat cijfer op een kleine 65%. Voor de generalisatie is deze uitkomst ook van groot belang om dat er bij de kartografische generalisatie van de ondergrond dus zeer bewust re kening moet worden gehouden met de locatie en weergave van bijvoorbeeld de grenzen van de bestem mingsvlakken in de planinformatielaag. Anders gezegd: bij kartografische generalisatie van de primaire informatielaag moet de onder grond worden meegegeneraliseerd. Tot slot willen we u niet onthouden dat meer dan 70% van de respondenten het eens was met de stelling: 'Er moeten lan delijke, bindende afspraken komen over het gebruik van topografische onder gronden bij het maken en raadplegen van bestemmingsplannen en structuur visies (slechts 20% oneens). Daarnaast was 82% het eens met de stelling: 'Bij een digitale plankaart (bestemmingsplan of structuurvisie) moet vermeld worden op basis van welke ondergrond uit welk jaar die plankaart gemaakt is.' Conclusie In ons gebruikersonderzoek verzochten wij de deelnemers ook te reageren op de stelling: 'Voor het raadplegen van een bestemmingsplan is een ondergrond helemaal niet meer nodig als de be stemmingen digitaal als geografische objecten worden vastgelegd.' Slechts 10% van de respondenten was het hier mee eens. Het lijdt inderdaad geen twij fel dat topografische ondergronden, ook in een digitale omgeving, nog altijd zeer nodig zijn bij het overdragen van planinformatie. Dit bevestigen de resul taten van het in dit artikel beschreven gebruikersonderzoek. Ondergronden kunnen beter functioneren wanneer ze niet zijn gebaseerd op bestaand kaart materiaal dat voor andere doeleinden is gemaakt. Door een juiste generalisatie en een geschikt kaartontwerp kunnen zij beter worden aangepast aan doel en Het RGI-002 consortium bestond uit: ITC, TU Delft, Wageningen Universiteit. Ministerie van VROM, Provincie Overijssel, Kadaster, LSV-GBKN, ESRI Nederland, NedGraphics, Bentley, Sense, Logica. Dank aan al deze partners voor de bijdra gen aan het gebruikersonderzoek. schaal van de planlcaarten. Enkele concrete resultaten van het uitgevoerde gebruikersonderzoek kunnen al gehanteerd wor den voor het formuleren van regels ter aansturing van een mogelijk automatisch generalisatieproces. Denk daarbij aan de selectie van elementen van de topografische ondergrond voor bestemmingsplankaarten en structuurvisiekaarten op verschillende schalen en aan de onderlinge afstemming ('meegeneraliseren') met de kartografische onderdelen van de planinformatielaag. Daarbij zou er dan geen sprake meer moeten zijn van het overstappen van het ene bestaande topo grafische basiskaartproduct (inclusief luchtfoto's) naar het andere, maar van een generalisatie vanuit hetzelfde gegevens bestand. De onderlinge vergelijkbaarheid, die daardoor wordt bevorderd, is eveneens noodzakelijk in een nationaal webpor taal voor ruimtelijke plannen en moet zijn gebaseerd op stan daard generalisatie- en ontwerpvoorschriften. Het is nu zaak om te komen tot een eerste technische implementatie en de resultaten daarvan, noodzakelijk om te kunnen laten zien hoe het ook anders kan dan met behulp van bestaand kaart materiaal, zullen weer onderwerp van gebruikersonderzoek moeten zijn. Bij dat toekomstig gebruikersonderzoek zullen dan ook burgers moeten worden betrokken, en de gebruiks taken nog concreter geformuleerd, om de op gebruiksregels gebaseerde automatische generalisatie te vervolmaken. URL's URLÏ: Informatie over de. nieuwe. Wet ruimtelijke ordening www.vrom.nl/pagina.html?id=7008 URL2: De nieuwe toegangspoort voor ruimtelijke plantten van de overheid www.raimtelijkeplannen.nl/ URL3: Website van het RGI-002 project www.durpondergronden.nl Via deze website kunt u ook kennis nemen van alle gedetail leerde uitkomsten van het gebruikersonderzoek dat in dit artikel beschreven is. Literatuur Foerster, T., Stoter, J.E. Lemmens, R.L.G. (2008) An inter operable web service architecture to provide base maps empowered by automated generalization. In: Headway in spatial data handling: proceedings of the 13th international symposium on Spatial Data Handling, SDH 2008 ed. by A. Ruas C. Gold. Berlin: Springer, 2008. ISBN 978-3-540-68565-4 (Lecture Notes in Gcoinformaton and Cartographypp. 255-276. Samenvatting Plankaarten zullen in toenemende mate digitaal en uitwisselbaar beschikbaar komen voor raadpleging door verschillende gebruikers groepen. Dergelijke kaarten kunnen niet zonder een topografische ondergrond, die optimaal is aangepast aan doel en gebruik, schaal van weergave en de planinformatielaag die erop wordt geprojec teerd. Naast een goed kaartontwerp is hiervoor een goede, liefst systematische en op gebruiksregels gebaseerde kartografische gene ralisatie noodzakelijk. In dit artikel worden de resultaten van de eerste twee van de hiervoor benodigde gebruikersonderzoeken ge presenteerd. Deze resultaten kunnen nu al gehanteerd worden voor het formuleren van regels ter aansturing van een mogelijk automa tisch generalisatieproces. Het gaat daarbij om prioriteitstellingen voor selectie van elementen van de topografische ondergrond van verschillende plankaarten op verschillende schalen en om aanwij zingen voor de onderlinge afstemming met de kartografische on derdelen van de planinformatielaag. I GEO-INFO 2009-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 11