Vinex Atlas o.o Boekbespreking Vinex Atlas Jelte Boeijenga en Jeroen Mensink, Uitgeverij 010 Publishers, Rotterdam 2008. 303 pagina's. ISBN 978 90 6450 594 2. Prijs €59,50. Het woord Vinex roept bij veel mensen associaties op met mo notone rijtjeswoningen, eenvormige straten en een nimmer aflatende par- keerproblematiek in zielloze nieuw bouwwijken. De auteurs van de Vinex Atlas pogen dat idee wat bij te stellen met een uitgave die een genuanceerd beeld geeft van de woonomgeving van honderdduizenden Nederlanders die tussen 1995 en 2005 in de vinexwij- ken zijn neergestreken. Jelte Boeijenga en Jeroen Mensink geven in het voor woord aan te hopen dat met deze uit gave een basis is gelegd voor een gefun deerde discussie over de resultaten van het vinexbeleid, dat voortkomt uit de in 1993 gepubliceerde Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra van het Ministerie van VROM. De auteurs hebben een lijvig boek werk afgeleverd, waarin 52 wijken in woord en beeld worden belicht. Elke locatie start met een luchtfoto uit 1996, waarin het te ontwikke len gebied er soms nog maagdelijk bij ligt. De foto's zijn, vaak pagina- breed, in zwart-wit afgebeeld. Het contrast is redelijk, hoewel een en kele foto (Oegstgeest) te donker is afgedrukt. Direct hierna verschijnt de plankaart, eveneens op schaal 1:10.000, wat een goede vergelijking mogelijk maakt. Dat is toch ook de charme van dit soort boeken: zoek de tien verschillen, ofwel hoe was het vroeger en wat is er in korte tijd allemaal veranderd? Sommige vinex- wijken zijn echter zo groot dat bij een uniforme schaal meer ruimte nodig is voor het beeldmateriaal, voor een vergelijking is bladeren dan noodzake lijk. De enige vinexwijk waarvan foto en kaart kleinschaliger (1:25,000) zijn afgedrukt is Leidsche Rijn in Utrecht, maar dit is dan ook met afstand de grootste uitbreidingslocatie van ons land met bijna 20.000 woningen en een oppervlak van liefst 717 hectare. Al het bronmateriaal is door gemeenten, proj ectbureausstedenbouwkundige en architectenbureaus ter beschikking gesteld. De kaarten zijn vervolgens opnieuw getekend, waardoor een uni form en eenduidig beeld is ontstaan. Die ongetwijfeld forse inspanning valt zeer te prijzen, want het komt de ver gelijkbaarheid van de vinexlocaties ten goede. Maar had dan wat beter op het kleurgebruik gelet, want dat is écht on der de maat. De kaarten zijn met veel zorg samengesteld, stralen degelijk heid en soberheid uit, maar waarom met deze veelheid aan informatie niet wat royaler met kleur omgesprongen? Een eigen stijl mag - graag zelfs - maar een eigentijds kleurgebruik gaat hier ten koste van de informatieoverdracht. Waar zijn bijvoorbeeld oranje en rood gebleven? Alsof er een drukgang is uit gespaard. Naast de overzichtskaart is bij veel van de beschreven locaties ook een de tailkaart op schaal 1:2.000 afgedrukt. De gekozen voorbeelden, die voor zien zijn van een grote maaiveldfoto met een beschrijvende tekst geven de differentiatie in de nieuwbouwpro jecten prima weer. Zo saai als vaak wordt gesuggereerd is het dus zeker niet in de vinexwijken. Zowel in de overzichts- als in de detailkaarten ont breekt vreemd genoeg elke vorm van beschrifting, waardoor de in de bij schriften genoemde wijknamen niet altijd zonder hulpmiddelen zijn terug te vinden. Van elke beschreven vinex wijk zijn de kenmerken opgenomen in statistieken en diagrammen. Zo zijn de woningaantallen uitgesplitst naar woningtype, is het oppervlakte van elke wijk verdeeld naar gl'0en/wa- ter, verharding en uitgegeven kavels en is de verhouding tussen koop- en huurwoningen aangegeven. De wo ningdichtheid geeft tot slot een be langrijke indicatie van de omliggende ruimte die elk huishouden gemiddeld tot zijn beschikking heeft. Voor een goed begrip van al dit cijfermateriaal moet wel regelmatig pagina 55 wor den geraadpleegd, want alleen hier is de verklarende tekst te vinden. Om de door de auteurs gewenste dis cussie wat te vergemakkelijken zijn achterin het boek landelijke over zichtskaarten - hier gelukkig wel met beschrifting - geplaatst, waar uit bijvoorbeeld de hoogste woning dichtheid per locatie te halen valt. Ook dit zijn geen kartografische hoogstandjes, de kaarten zijn in grijsdruk afgebeeld met een wel heel sobere achtergrond van rivie ren, kustlijnen en rijksgrenzen. Ook voorin zijn ter begeleiding van de uitgebreide introductietekst een aantal landelijke overzichtskaarten afgedrukt. Maar waarom is het cij fermateriaal van de taakstelling en de realisatie in de stadsgewesten op pagina 14 niet verwerkt in de stads- gewestenkaart die hier direct op volgt? Met staaf- of cirkeldiagram men had in één oogopslag duidelijk kunnen worden gemaakt hoe de bouwopgave per regio vordert. Nu moet er flink gerekend worden, ook omdat percentages ontbreken. Diepte punt in leesbaarheid is de kaart op pa gina 21, waarop met gekleurde teksten de status van een locatie wordt aange duid. Niet alleen is het kleurgebruik nauwelijks onderscheidend, door de vrijwel gelijkgekleurde ondergrond vallen sommige teksten bijna weg. Nog een keuze die niet goed uitpakt: in de landelijke overzichtskaarten is de infrastructuur in geel aangegeven, waardoor wegen en spoorlijnen nau welijks zichtbaar zijn. En om infor matie uit de stippenkaart op pagina 33 te halen is het gebruik van een Jelte Boeijenga Jeroen Mensink GEO-INFO 2009-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 32