■00'
-V/:
--I* W-i
k:'Wk\
risis
luisterende dorpshoofden en hun secretarissen die voor het
eerst kennis maken met de registratie van customary land
rights. Ze stellen vragen en brengen hun problemen m.b.t.
land naar voren en tonen een grote bereidheid om mee te
werken. De volgende dag begint het team, onder leiding
van Donatha Kapitango van het ministerie, het veldwerk
met als eerste de registratie van het perceel van de koning.
Dat kost de nodige moeite omdat het voor het hele team
de eerste keer is, en omdat de koning ingewikkelde perce
len heeft: een customary land right voor zijn paleis en een
leasehold (erfpacht) om een weeshuis op te bouwen. De ko
ningin bemoeit zich actief met het aanwijzen van de gren
zen (fig. 4).
In de daarop volgende maanden is in het veld volop geregi
streerd op de luchtfoto's. Met pen worden de grenzen op de
luchtfoto's getekend, en die worden later op kantoor uit de
foto op de computer gedigitaliseerd.
De theorie blijkt in de praktijk goed te werken. Met enige
aanpassing van werkprocedures blijkt er snel en efficiënt
gewerkt te kunnen worden. Het Olukonda project lijkt een
succes te worden.
Fig. 5. Certificaat
met de registratie,
en op de achterkant
een luchtfoto met de
perceelsgrenzen.
Fig. 6. Een histori
sche dag volgens de
Minister of Lands
and Resettlement
Op kantoor zijn er twee databases ge
maakt. Een GIS-database, een soort
digitale kadastrale kaart in de com
puter, en een Access-database, een
soort administratieve kaartenbak in
de computer. Het hoeft gelukkig niet
zo nauwkeurig als het in Nederland
is gedaan. Daarom, en met de mo
derne hulpmiddelen, gaat het een
stuk sneller. We hebben het systeem
NCLAS gedoopt, Namibian Communal
Land Administration System. Naast
een digitaal systeem zetten we ook
een analoog systeem op, zoals dat in
Nederland ook bestaat, met kadas
trale kaart, registers, enz. De beide
databases zijn gemaakt door Marcel
Meijs, een Nederlandse GIS-adviseur
die geheel per toeval tegelijk met ons
in september 2007 ook in Namibië is
komen werken. Hij werkt via de DED
(Deutsche Entwicklungs Dienst) op het
kantoor van het Ministry of Lands and
Resettlement (MLR) in het noorden, in
Oshakati. Het is daarom ook geen toe
val dat het Olukonda-project vlakbij
dit kantoor wordt uitgevoerd. Marcel
speelt een belangrijke rol bij het ma
ken en onderhouden van de databases
en bij het ondersteunen van het team
in het veld en op kantoor.
Er zijn in drie maanden ongeveer 1.500
customary land rights geregistreerd en
1.000 certificaten gemaakt (fig. 5). Op
kantoor zijn die ingevoerd in de eerder
genoemde databases. De grenzen die
zijn opgetekend op de luchtfoto's wor
den gedigitaliseerd op de computer en
ingevoerd in de GIS-database. De bij
behorende administratieve gegevens
worden vanaf de aanvraagformulieren
ingevoerd in de Access-database. Beide
gegevensbestanden worden gekoppeld
via het perceelsnummer (de Unique
Parcel Identifier, UPI), of zoals ze hier
zeggen: the databases are married
through the UPI.
Op maandag 30 juni was het een
Historie Day, tenminste volgens de
Minister of Lands and Resettlement,
Alpheus Naruseb (en ik vind het ook
wel). Een historische dag, omdat hij
1000 certificaten mocht overhandi
gen aan de Traditional Authority en
de inwoners van Olukonda Constitu
ency. Hij vond dat die mensen trots
konden zijn, omdat zij de eerste ge
meente zijn in het Land of the Brave
(Namibië) die in zijn geheel opgeme
ten en gekadastreerd is.
KKKtmlC OF NAMIBIA
MINISTRY OF LANDS AND RE8KITLEMRENT
CMMmvN* 03HICLB CU00034J tarn a
CERTIFICATE or RKCISTRATION t* KF.COÖNiïION OF
KXCISDNC. CUSTOMARY LAND RIGHT
A* in Ihe Communal Urnd R.feroi Art <S»rtlon 2», Rogotartoe
1T18 HBR6B V CWmCreDTHAT
Crop fiiaM and Raaldtntial Unit
(4&aifiié«of e usominy (MrincMwhich''tat toen wo>84«k<I, m iesjriM mlthetwek)
jnntjuetof
Okaonda A Communal Ana In Omulondo Olatrtct
iptotswtim of land in which autlomvy land rlghi hu hert» aUacwwl)
0.2 haotana
H*t been. neagiltrA tu ho h*W hy
Ua Lovls Kamaii
(lull nms« nl pauw.<o whom lite ri^K concenwl h» b«n nlloutKtl)
f -*■■■<» V*Tv'"+
ft
A
ft
'-i
QkaondaA
HjMhM VenrtUw«c<ri
GEO-INFO 2009-4