De kaarten van Rommeldam en omgeving,
the making of
,U
Potlood en kleurpotlood
Eind november 2007 is de Bommel reisgids verschenen. De
ze reisgids is een poging om het gebied in kaart te brengen
waar Marten Toonders verhalen over heer Bommel en Tom
Poes zich afspelen. De gids werd vergezeld van drie kaarten,
een kaart van de stad Rommeldam (1:10.000), een kaart van
de omgeving van Rommeldam en Bommelstein (1:25.000)
ï#rV d
S
i 'f
Fig. la (links) en
fig. lb (onder). Het
eerste kaartje.
en een kaart van de Zwarte Bergen en het Donkere Bomen
Bos (1:400.000). Deze kaarten zijn een co-productie van
Winifred Broeder en mij.
De aanleiding om de kaarten te maken was het verschij
nen van het Bommellexicon in 2005. Dit boek bevat 5000
lemma's, 'van Aamnaak tot Zwirkvlaai' zoals de ondertitel
luidt. Al bladerend werd mijn planologische belangstelling
onmiddellijk geprikkeld door de constatering dat de Zwarte
Bergen de noordelijke begrenzing vormen van het Donkere
Bomen Bos en dat de rivier de Drens in de Miezervlakte in
zee uitmondt. Ilc las over de havenstad Reigersbek en over
de Stuipendrechtse heide en over de Gakkelstraat, de Bol-
dermarkt en het Stadhuisplein in Rommeldam en ik kreeg
een steeds grotere behoefte aan kaarten van die wereld.
Die waren in het verleden wel eens gemaakt, maar bij mijn
weten nooit in de mate van samenhang en precisie die mij
voor ogen stond. Ik ben me daarom zelf aan het maken van
die kaarten gaan zetten.
Niet alleen het Lexicon maar ook de teksten en de tekenin
gen van alle 177 heer Bommel verhalen die Marten Toonder
tussen 1941 en 1986 voor de krant heeft geschreven, de zo
genaamde Bommelsaga, moesten meermalen worden door
geploeterd. Met continue terugkoppelingen ontstonden
geleidelijk geografische beelden. Het werd ook steeds dui
delijker dat Marten Toonder zelf geen
consistent geografisch beeld voor ogen
had. Hij modelleerde de ruimtelijke
werkelijkheid in ieder verhaal zo als
hij het in dat verhaal nodig had. Is het
kasteel Bommelstein in een verhaal te
zien vanuit de westvleugel van het bui
tengoed van de markies de Canteclaer,
dan is dat voor Toonder geen beletsel
om in een ander verhaal te spreken
over het uitzicht uit de oostvleugel van
de markies. Voor een loopafstand in
één verhaal is in een ander verhaal een
treinreis nodig. De consistentie viel
mij uiteindelijk mee. Dat gold zeker
voor de belangrijkste structurerende
aanwijzingen over de ligging van Rom
meldam, Bommelstein, de Zwarte Ber
gen en het Donkere Bomen Bos ten op
zichte van elkaar.
In de eerste maanden van 2006 schreef
ik blocnotes vol met potloodaanteke
ningen over vindplaatsen in de 11.762
afleveringen en met potlood geteken
de proefkaartjes. Met 23 verschillende
kleurpotloden en een lineaal voor het
vastleggen van afstanden ben ik aan
4
I -1»,
fa/K «Vet
r ;v
.v»
j
ifWM
MnCNuvIN
■W/WfWW
GEO-INFO 2009-4