J- 11 4' I* M V \i' /K"! 1 ^s% H v y( j, T jï^¥fr 11 \|M' &£f*i-^l Jh v «V^-777 4 1 j\ N cvM-Kf't &1- '■■}-■ !f 1 4 r^-fteiS®jK vh- *-• -4» vf] ji - I 1 N (Q|" lfateSf^Tj(pwj»*M} 1 fwMÜ.' ?*f Ci -4 Een speciaal schaalprobleem deed zich voor bij de omvang van de Zwarte Bergen. Ik had die aanvankelijk op een schaal van 1:200.000 getekend. Daarmee kreeg het gebergte een omvang van circa 35 bij 35 km, dus niet groter dan de Ve- luwe. Ik vond dat voor zo'n woest bergcomplex uiteindelijk niet geloofwaardig. Ik heb het gebied op een laat moment vergroot tot circa 70 bij 70 km door de schaal te verande ren in 1:400.000. Maar zo een schaalverandering blijft niet ongestraft. Het gebied van Rommeldam en Bommelstein verschrompelde in een linkerhoekje en kreeg opeens een onwenselijke afstand tot de zuidelijke bergen die niet ver van Bommelstein gelegen zijn. Ik heb dat zo goed mogelijk opgevangen maar de kritische lezer zal nog wel eens een loopafstand tegenkomen waarvan hij zich zal afvragen of heer Bommel wel zo een getrainde wandelaar was. Bij het maken van een betrouwbare kaart hoort ook dat je je rekenschap geeft van de structuren die er in moeten voorkomen, zoals stroomgebieden, bergruggen en vulkani sche gordels, maar ook een wegenpatroon waar een histori sche verklaring aan moet kunnen worden gegeven. Zo heb ilc bij het tekenen van de kaart van Rommeldam nagedacht de slag gegaan. Het eerste kaartje was van de omgeving van Bommelstein, het epicentrum van de heer Bommel- verhalen, een kaartje van 12 x 16 cm op schaal 1:40.000 (zie fig.l). Van het begin af aan waren afstanden en schaal factoren om zo precies mo gelijk rekening mee te houden, ook ter wille van de consistentie van de drie kaarten onderling. In een van de verha len laat Marten Toonder weten dat de afstand van Bommelstein naar Rommel dam 'een uurtje lopen' is. Ik heb daar 4 km van gemaakt. Heer Bommel lijkt mij namelijk geen snelle loper. Boven dien wordt voor een bezoek aan de stad dikwijls de auto gebruikt of de bus ge nomen. Dat is bij een afstand van 4 km ook goed te begrijpen. Talloos waren de afstanden die lopend afgelegd moesten kunnen worden zoals van de Gloom- bergen naar Bommelstein of van Bom melstein naar een stationnetje aan de spoorlijn naar Stuipendrecht of van de Steenheuvel naar de Krocht van Moeral of van Bommelstein naar het oude vlieg veldje Poelbol, dat trouwens ook op een kwartier rijden met een taxi van de ha ven van Rommeldam moest liggen. De stad Rommeldam zelf heb ik met inbegrip van de haven en de groene buitenwijk de Heuvels een omvang van circa 4 bij 5 km gegeven. Daarmee is de stad vergelijkbaar met de binnenstad van Dordrecht of Delft, steden waar van ook de atmosfeer zich met Rom meldam laat vergelijken. Fig. 2a (boven) en fig. 2b (rechts). Fragment van de stadskaart in schets en in de uiteinde lijke versie. over de vraag hoe die stad in de loop van de geschiedenis gegroeid zou kunnen zijn. Niet alles is even gelukkig uitge vallen. Zo ben ik er onlangs op attent gemaakt dat de rivier de Drens op de afstand tussen Heksterzwaag en de Miezer- vlakte veel meer verval zou moeten hebben dan op de kaart wordt aangenomen. Zowel bij het schrijven van de reisgids als bij het tekenen van de kaarten heb ik geprobeerd de sfeer uit te beelden die Marten Toonder zelf heeft gecreëerd. De belevingswaarde van de kaarten moest worden verhoogd door de bergen een dreigende kleur te geven en door in de stad Rommeldam -vC 1 e 'V\ki |r_ fS ys.tx> j h - vfW- J?.^ V/vj i|«^ <pc'A - 2 •V^ i Sr. sj J «V-fcr /r- i j V-, v. i \S^, MH Wi- 4 q-6Sb IC i I.G: twi l« »v\ JefV ii>t¥'>ck I l.| j Matertoren •vangenis Kleine \Stadspoort putstraat stieltjesplein GROTE BRINK sta dion Ooster poort GEO-INFO 2009-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 21