of organisatorisch niet mogelijk te zijn. Een prachtige De auteur vlijtig
bron van historische informatie blijft op die manier wel aan het scannen,
erg ontoegankelijk, en dat terwijl alles heel mooi gescand Kadaster Rotterdam,
beschikbaar is. 20 mei 2008.
Hulpkaarten en veldwerken
Niet alleen de leggers en andere registers zijn uit de ar
chiefkasten van het Kadaster verdwenen, ook de porte
feuilles met hulpkaarten en veldwerken hebben het veld
moeten ruimen. Deze tekeningen zijn of worden gescand,
en naar ik uit welingelichte bron vernomen heb zou er
direct achter de scanner een grote papierbak gestaan
hebben of staan, waarin al dat levenswerk van vroegere
landmeters richting papierversnipperaar zou gaan. Een
paar exemplaren met blauwe lijntjes als gevolg van het
bombardement van Rotterdam in 1940 blijven misschien
gespaard voor het Kadastermuseum in Arnhem, maar
daar horen de hulpkaarten natuurlijk niet, ze moeten al
lemaal bewaard blijven in openbare archieven! Voor alle
zekerheid hebben we voor projecten in Rotterdam en Ede
de hulpkaarten zelf nog in vele uren werk gedigitaliseerd
Een (nog steeds!)
enthousiast team in
Ede op 25 mei 2008
bezig met het invoe
ren van gegevens uit
het register 71.
met een A4- respectievelijk een A3-
scanner, je weet maar nooit wat het
Kadaster zelf met de originelen en
de scans van plan is, ik weet het niet.
Hoe worden de scans toegankelijk ge
maakt, hoe kun je ze combineren met
andere kaarten? Hulpkaarten bevat
ten alleen de mutaties in de parcel-
lering en zijn vaak alleen begrijpelijk
wanneer je ze weer in een ruimtelij
ke context plaatst, wat meestal enige
rotaties en/of verschaling en de mo
gelijkheid tot transparantie van het
beeld met zich meebrengt. Is daar
software voor? Kunnen serieuze on
derzoekers tegen redelijke tarieven
de beschikking krijgen over de scans
van de hulpkaarten? Met alleen plaat
jes kijken op een beeldscherm ben je
er niet, voor een studie van de ont
wikkeling van een gebied en zeker
voor de opbouw van een temporeel
GIS zijn heel complexe bewerkingen
op deze unieke bronnen nodig. Is
daar al over nagedacht bij Kadaster
en/of Nationaal Archief? Mogen men
sen die enige ervaring hebben met
dit type onderzoek, de gebruikers
dus, er over meedenken? Ik weet het
gewoon niet.
Conclusie
Met de digitale beschikbaarstelling
van de kadastrale minuutplans (en
van de bijbehorende Oorspronkelijk
Aanwijzende Tafels) is het ruimtelijk
verleden van Nederland rond 1830
goed ontsloten. Hoe evenwel de latere
ruimtelijke ontwikkeling efficiënt
te onderzoeken valt op basis van het
schitterende basismateriaal uit Digi
legger en gescande hulpkaarten is een
reden van ernstige bezorgdheid.
GEO-INFO 2009-5