De kartografie van de hemel
De uitvinding van
de sterrenkijker
Onder de op de website gekozen werken
zijn sterrenkaarten in ruime mate voor
handen, omdat deze op een zeer beel
dende manier laten zien hoe men in het
verleden de sterrenhemel bevolkte met
Figuur3. Verbeelding van de christelijke sterrenbeelden in de Harmonia Macrocosmica van
Andreas Cellarius, [1660/61]. Cellarius volgde in deze afbeelding de indeling van de Augsburgse
advocaat en sterrenkundige Julius Schiller (ca. 1580-1627). Naar Schillers indeling werden de
sterrenbeelden ten zuiden van de dierenriem vernoemd naar personen en zaken uit het Oude
Testament. Evenzo werden de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem vernoemd naar
personen en zaken uit het Nieuwe Testament. (Utrecht UB, MAG Rariora iigkast 115).
Almagest had opgenomen. Omdat de
meest zuidelijke sterren vanaf de breed
tegraad van Alexandrië niet zichtbaar
waren, vertoonden alle sterrenkaarten
en hemelglobes die hierop gebaseerd
waren een lege plek rondom de zuidelijke
hemelpool.
Vanaf circa 1600, dus nog net vóór de
uitvinding van de ster ren kijker, konden
kartografen echter beschikken over de
aanmerkelijk verbeterde sterrencatalo
gus van Tycho Brahe, welke resulteerde
in diverse nieuwe hemelkartografische
uitgaven. Rond dezelfde tijd kwamen ook
voor het eerst gegevens beschikbaar over
de posities en helderheden van de meest
zuidelijke sterren. Deze waren tijdens de
'Eerste Schipvaart naar de Oost'(1595/96)
opgemeten door de Nederlandse zee
vaarders Pieter Dircksz. Keyser (t 1596) en
Frederikde Houtman (1571-1627) en in een
twaalftal nieuwe sterrenbeelden gerang
schikt door de Amsterdamse theoloog-
geograaf Petrus Plancius (1552-1622,
zie figuur 2).
Ook de uitvinding van de telescoop
of sterrenkijker in 1608 luidde voor de
Figuur 2. De zuidelijke sterrenbeelden van Petrus Plancius in de Uranometria van Johann Bayer,
[1603]. Bayers sterrenatlas was de eerste die een volledig overzicht van zowel de noordelijke als
de zuidelijke sterrenhemel gaf. (Utrecht UB, MAG Utenhove fol 39).
Utrechtse wis-, natuur- en sterrenkundige
Gerrit Moll (1785-1838) genoemd worden
en de collectie sterrenatlassen en -kaarten
van het Sterrenkundig Instituut die nu als
de'Sonnenborgh-collectie'in de kaarten
verzameling zijn opgenomen.
Onder de hierin aanwezige oude ster
renkundige werken kunnen onder meer
genoemd worden vroege drukken van
de Almagest van Claudius Ptolemaeus
van Alexandrië (meerdere edities vanaf
1496), de Alfonsinische Tafels (edities van
1518/21 en 1545), de Cosmographiav an
Petrus Apianus (meerdere edities vanaf
1537) en andere beroemde sterrenkundige
werken. Ook de werken van beroemde
sterrenkundigen als Nicolaus Copernicus,
Tycho Brahe, Johannes Kepler, Galileo
Galilei, Johannes Hevelius, Christiaan
Huygens en hun tijdgenoten zijn hier in
ruime mate aanwezig. De collectie van
sterrenkundige drukken in de Universi
teitsbibliotheek Utrecht mag met recht
één van de grootste, zo niet de grootste
en belangrijkste van Nederland genoemd
worden en is zeker vergelijkbaar met die
van de Universiteitsbibliotheek Leiden.
mythologische figuren en voorstellingen.
Tot het eind van de 16de eeuw waren wes
terse sterrenkundigen voor de uitbeelding
van de sterrenhemel afhankelijk van de
sterrencatalogus van 1.022 sterren, in 48
sterrenbeelden gerangschikt, die Claudius
Ptolemaeus (2de eeuw na Christus) in zijn
Geo-lnfo 2009-7/8 11