Galileo en GNSS Ontwikkelingen op het gebied van satellietnavigatie Op het gebied van satellietnavigatie zijn er veel ontwikkelingen gaande. Vier grote mogendheden, de Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland en China, ontwikkelen of moderniseren hun eigen satellietnavigatiesysteem (Global Navigation Satellite System, GNSS). Dat betekent dat overeen jaar of zes meer dan honderd GNSS-sateilieten rond de aarde cirkelen. Is dat een overdaad of noodzaak? In dit artikel wordt voornamelijk ingegaan op de ontwikkelingen rondom Galileo, ons eigen Europese GNSS. Waarom wilde Europa ook alweer een eigen systeem, wat zijn de verschillen met GPS, wat is de status en planning, en wat levert het ons op? Verder wordt stilgestaan bij de overige ontwikkelingen op het gebied van GNSS. Galileo Auteur: dr.ir. S. Verhagen Universitair docent, Afdeling DEOS,Technische Universiteit Delft E-mail: A.A.Verhagen@TUDelft.nl Aan het eind van de twintigste eeuw is het idee gerezen om in Europa een eigen satellietnavigatiesysteem te gaan ontwik kelen. De drie belangrijkste redenen zijn als volgt. Ten eerste was onafhankelijkheid van het Amerikaanse Global Positioning System (GPS) een belangrijke drijfveer. GPS is een militair systeem en beschikbaarheid voor civiele toepassingen te allen tijde wordt niet gegarandeerd door de Amerikaanse defensie: GPS zou kunnen worden 'uitge zet' in oorlogstijd. Ook de Russen hadden nog hun eigen systeem: GLONASS. Maar dit systeem leek een langzame dood te gaan sterven; na 1995 daalde het aantal beschikbare satellieten voortdurend en werd er weinig tot niets in geïnvesteerd. Een tweede belangrijke reden om een eigen systeem te ontwikkelen was dat Europa over een beter systeem wilde beschikken. Het Europese GNSS zou samen met de private sector ontwikkeld worden en zou dus geen militair systeem worden. Met het aanbieden van verschil lende diensten moest het beter geschikt zijn voor verschillende civiele toepas singen. Tegen betaling of voor bepaalde typen gebruikers zal Galileo zelfs gega randeerde beschikbaarheid, integriteit en hogere nauwkeurigheid bieden. Verder maken technologische verbeteringen het mogelijk om een hogere nauwkeurigheid te bieden dan GPS. Tot slot biedt Galileo de mogelijkheid om Europa op de kaart zetten: de ontwik keling van het systeem betekent een enorme stimulering van onderzoek, inno vatie, ruimtevaarttechnologie en industrie. De Europese Unie (EU) kwam met een ambitieus plan: in mei 2002 werd de offici ële go-ahead gegeven, daarna werd met het daadwerkelijke ontwerp van het sys teem begonnen, en al in 2008 zou Galileo operationeel moeten zijn. Het hele project liep echter veel vertraging op doordat de geplande Publiek-Private Samenwerking niet van de grond wilde komen. In 2007 is daarom besloten om de verdere ontwikke ling met EU-geld te financieren; 3,4 miljard euro is begroot voor de ontwikkeling van Galileo en EGNOSw tussen 2007 en 2013. 1 EGNOS: European Geostationary Navigation Overlay Service. Een systeem dat, gebruikma kend van geostationaire satellieten, een aanvul ling op GPS en GLONASS is, zodat deze geschikt worden voor veiligheidskritische toepassingen zoals het landen van vliegtuigen. Figuur v. Nominale GPS-constellatie (bron: NOAA) en geplande Galileo-constellatie (bron: ESA). 4 Geo-lnfo 2009-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 6