Een kaartuitsnede en een vraag De Nederlandse schoolkartografie uit de 19de en 20ste eeuw mag zich de laatste decennia in een groeiende belangstelling verheugen. Sinds de inventarisatie van C. Koeman en HJ.A. Homan voor het zesde deel van Koemans befaamde Atlantis Neerlandici, wordt ook vanuit het wetenschappelijk onderzoeksveld meer en meer onderzoek gedaan naar dit bijzondere, en ook internationaal zeer breed georiënteerde (cartografische genre. In Nederland, om ons daartoe te beperken, kunnen we dan bijvoorbeeld wijzen op de studies van Ferjan Ormeling naar de ontwikkeling van De Bos-atlas, of het enthousiasmerende werk van Lowie Brink en Lucie Holl. Enkele jaren terug publiceerden deze twee kaarthistorici, die samen het Nijmeegse antiquariaat De Wereld aan de Wand drijven, een Geschiedenis en recentelijk ook een Bibliografie en foto overzicht van de Nederlandse schoolwandkaarten (1801-1975), waarmee de geschiedenis der Nederlandse schoolkartografie definitief op de kaart werd gezet. Auteur: dr. Paul van den Brink, docent/onderzoeker URU/Explokart, Universiteit Utrecht p.vandenbrink@geo.uu.nl Hetaardrijkskundeonderwijs in Nederland ziet er tegenwoordig heel anders uit dan aan het begin van de vorige eeuw. Hoewel het kunnen'lezen'en begrijpen van kaarten en plattegronden - het basis materiaal van de aardrijkskundige - nog steeds centraal staat, gaat het er nu vooral om inzichten te verweven in de manier waarop de natuur en het menselijk hande len de ruimtelijke inrichting in Nederland en verderop in de wereld beïnvloeden. Honderd jaar geleden was er van die brede oriëntatie op de wereld en zijn pro blemen nog geen sprake. Aardrijkskunde boeken uit die tijd laten zien dat men Toen veel waarde hechtte aan topografische feitenkennis van de eigen omgeving en de wereld daaromheen. Omdat schoolatlas sen in die tijd vooral luxe-artikelen waren, maakten onderwijzers daarbij veel gebruik van (wand)kaarten en schoolplaten, die overal in het klaslokaal werden opge hangen en waarvan de inhoud door de scholieren hardop werd gerepeteerd. Een andere beproefde methode om leerlingen een goed begrip van de aarde en haar volken te geven was het natrekken en kleuren van kaarten en atlassen. Deze zelf getekende kaartjes, soms gebonden tot kleine schetsatlasjes, werden daarna actief bij het onderwijs toegepast, maar vonden daarna vaak hun weg naar de prullenbak omdat het kaartbeeld niet meer voldeed, dan wel omdat de eigenaar ze niet meer nodig had. j "-.y$ s 14 Geo-lnfo 2009-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 16