Een bijzondere speelkaartenset 1 lw Duits fabrikaat anno 1986 Vermoedelijk weten maar weinig lezers van het bestaan af van speelkaarten met afbeeldingen van oude landmeetkundige instrumenten. Dergelijke kaarten zijn bij de jaarwisseling 1986/1987 uitgegeven door het Duitse mijnbouwbedrijf Saarberg in Saarbrücken. Gelijktijdig verscheen ook een kalendervouwblad met de maanden van het jaar, omlijst met de afbeeldingen van deze kaarten. In plaats van de gebruikelijke kaartafbeeldingen van aas, koning, vrouw en boer zijn hier oude meetinstrumenten afgebeeld, in totaal 16 stuks. Deze kaarten werden beknopt beschreven doorO.E. Gerwert in een artikel, getiteld:"Alte Messinstrumente des Markscheiders"en gepubliceerd in de daarbij verschenen "Saarbrücker Bergmannskalender 1987", een soort jaarboek (p. 53-58). Gezien het unieke karakter van deze kaarten lijkt het interessant om hier aandacht te besteden aan een aantal van de afgebeelde instrumenten. Negen kaarten B* b* door H.C. Pouls Er is geen goede Nederlandse vertaling voor het Duitse woord "Markscheider", eigenlijk betekent dit grensbepaier of grensme- ter en is het best te vergelijken met, wat wij noemen, een (pre-) kadastrale landmeter. Een "Bergmann" is de benaming voor een mijnwerker. Dat een mijnbouwkundig bedrijf aandacht besteedt aan meetin strumenten is niet zo vreemd, want het meten is een belangrijk aspect van de mijnbouw. Bovengronds, bij de dagbouw, is eigen lijk geen verschil met het'gewone'landmeten, ondergronds komen er allerlei problemen bij die de normale landmeter niet kent. Het is van het grootste belang dat de ondergrondse situatie meetkundig goed gekoppeld is aan de bovengrondse; niet alleen in verband met mijnconcessies, maar vooral ook vanwege de ligging van de bebouwing, waterlopen e.d. Ondergronds bestaan geen'verre punten', er kan alleen maar gemeten worden via mijngangen die soms breed, maar dikwijls smal zijn. Zeer nauwkeurige veelhoeksmeting en hoogtemeting zijn dan ook noodzakelijk. De verbinding met de bovenwereld kan alleen via mijnschachten en (hier en daar) luchtkokers. Statieven kunnen vaak, vanwege doorgaand materiaaltransport, niet gebruikt worden en vóór de toepassing van elektrisch licht was de zichtbaarheid veelal een probleem. Dit alles heeft er toe geleid dat er speciale meetmethoden, instrumenten en hulpmiddelen ontworpen zijn voor het ondergrondse werk. Het is jammer dat bij de afbeeldingen, op één uitzondering na, niet vermeld is wie de maker of fabrikant van het betreffende instrument was. Nu is niet na te gaan hoe betrouwbaar de tekening van het afgebeelde instrument is. Ook is duidelijk dat sommige afbeeldingen gebaseerd zijn op museumopstellingen, omdat zij voorzien zijn van een voetstuk voor presentatie in een vitrine of iets dergelijks. De toelichting van Gerwert is erg sum mier, waardoor er toch nog wat vragen overblijven. In de meeste gevallen is een oplossing gevonden, maar een enkele vraag bleef toch en mogelijk kunt u als lezer ons een oplossing geven! Het waterpasinstrument van afbeelding 1 heeft geen kijker, maar een eenvoudige vizierinrichting met twee vizierplaatjes; het heeft wel een buisniveau. Volgens Gerwert is het ongeveer 250 jaar oud. Ik betwijfel of de naam van de maker juist is weergegeven, het lijkt in elk geval niet Frans. Er was wel een Jean Lefèvre, een instrumentmaker die leefde van 1650 tot 1706, en wanneer deze inderdaad bedoeld wordt, zou dit het instrument nog 50 jaar ouder maken.[1] Afbeelding 2 is een voorloper van het automatisch waterpasin- 1. Maurice Daumas - Scientific instruments of the 17th 18th Centuries and their Makers. New edition London 1989, p. 77 T HtTMO *9 t. Afbeelding 7 Waterpasinstrument van J. Lefè(b)vre Geo-lnfo 2009-9 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 25