Van 40.000 bestemmingsplannen naar een basisregistratie RO Column door Theo Overduin Een van de toepassingsgebieden van geo-informatie betreft de moeder van alle beleidsterreinen: de ruimtelijke ordening. Onder andere via het landelijke DURP-project is geo in de afgelopen jaren letterlijk op de RO-kaart gekomen. Het heeft zelfs geleid tot een verplichting in de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening om alle nieuwe ruimtelijke plannen voortaan digitaal en op gestandaardiseerde wijze vorm te geven, beschikbaar te stellen en raadpleegbaar te maken. Een fraai resultaat. Een duidelijke erkenning ook van de meerwaarde van geo-informatie voor de werkprocessen in de ruimtelijke ordening, de samenwerking tus sen alle partijen in de RO-keten en uiteindelijk ook de publieke dienstverlening aan burgers en bedrijven. Niet langer vrijblij vend, gewoon doen! Dat doen is overigens geen sinecure. Enkele jaren geleden werd geschat dat ons land bedekt is met in totaal zo'n 40.000 (analoge) bestemmingsplannen, zorgvuldig opgeborgen in de ladenkasten van circa 440 gemeentehuizen. En uit een nadere analyse van deze 'papierwinkel' bleek ook nog eens dat waar schijnlijk meer dan de helft van deze plannen (veel) ouder is dan de formele wettelijke houdbaarheidsdatum van 10 jaar. In de ruimtelijke ordening was (en is) het dus alle hens aan dek om al die verouderde plannen weer bij de tijd te brengen, in een digitaal jasje te persen (want dat moet nu eenmaal van de wet), opnieuw in de inspraak te brengen en in toenemende mate - met al die mondige burgers- ook nog eens de beroepsgang naar de Raad van State te moeten maken. Het mag wat kosten. Kan dat nou niet anders, eenvoudiger en slimmer? De sleutel hiervoor lijkt mij te liggen bij het denken in termen van landelijke basisregistraties. Laat het denken in losse (digitale) bestemmingsplannen los en probeer het hele RO-proces nu eens opnieuw te doordenken en als het ware opnieuw uit te vinden en te herontwerpen vanuit het concept van een landelijke basisregistratie RO. Zo maar wat eerste gedachtenspinsels: Je hoeft niet meer elke 10 jaar voor het hele gebied van een bestemmingsplan alles opnieuw te bedenken, te actualiseren en in procedure te brengen. Je verandert voortaan alleen nog maar de bestemming op de percelen waarvoor het echt nodig is en alleen op het moment dat er ook echt wat speelt. Ik vermoed dat dit een zeer aanzienlijke vermindering van administratieve en bestuurlijke lasten kan opleveren: misschien wel tot 50%. Dat scheelt heel wat belastinggeld. Wel jammer voor al die planjuris ten en advocaten... Als je uitgaat van een landelijke basisregistratie RO zal er als vanzelf ook meer eenheid gaan ontstaan in de hele systematiek van plannenmakerij en van bestemmen. Ook hier is in potentie een grote winst te halen (minder regels, eenvoudiger processen en meer duidelijkheid voor burgers en bedrijven); Transparante overheid: iedereen kan altijd en overal op een voudige, laten we zeggen Google-achtige wijze, voor elk stukje grond in Nederland direct zien wat er ter plekke wel en niet mag (en waarom en wie er over gaat). Het huidige RO-online kan hiervoor een vertrekpunt zijn maar zal daartoe nog flink moeten worden doorontwikkeld in de komende jaren; De huidige, treurniswekkende situatie m.b.t. het beheer van de bestemmingsplannen wordt in 1 keer definitief opgelost via een landelijke beheerorganisatie (in mijn ogen het Kadaster); Meer waardering voor -en noodzaak tot- het maken, en actueel houden van de boven de bestemmingsplannen hangende planfiguur van de ruimtelijke structuurvisies. Als er immers op bestemmingsniveau meer micro-planning gaat plaatsvinden (change on demand), moet er wel altijd een helder afwegingska der zijn om te voorkomen dat het een volstrekt rommeltje wordt en er geen enkele aandacht meer is voor belangrijke zaken als ruimtelijke kwaliteit, een duurzame, veilige en prettige leefom geving, enz. Kortom: het wordt weer leuk in de RO, het gaat weer over de echte dingen, de grote lijnen en er komt meer ruimte voor de planologische en stedenbouwkundige visies en het bijbehorende vakmanschap. Ongetwijfeld zijn er ook nog vele haken en ogen. Maar laten we op een open manier in ieder geval het debat gaan voeren over dit type toekomstbeelden. Is het een wenkend perspectief? Is het een droom of juist een nachtmerrie? Alleen maar werken en denken vanuit de waan van de dag is -wat mij betreft- geen optie meer. Ik wens alle betrokkenen (waaronder mijzelf) veel visie, wijsheid en lef toe: durf te dromen en heb het lef om het daarna dan ook echt te gaan DOEN. Want waar een wil is, is een weg. En waar onwil is, is een omweg... Theo Overduin, Procesmanager Geonovum Provincie Utrecht t. overduin@geonovum. nt Geo-lnfo 2009-11 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 21