Topologisch consistente 3D-stadsmodellen Een aanpak op basis van extrusie en triangulatie Extrusie is een simpele methode om een stadsmodel te maken. Hiermee worden grondvlakken omhoog getrokken om tot een eenvoudige 3D-representatie te komen. Hoewel bestaande extrusiemethoden gemakkelijk te implementeren zijn, zullen de verkregen stadsmodellen niet per definitie topologisch consistent zijn. Hierdoor kan het stadsmodel vaak niet voor andere doeleinden dan visualisatie worden gebruikt. In dit artikel wordt een nieuwe extrusiemethode gepresenteerd om tot een consistent stadsmodel te komen. Als basis wordt gebruikgemaakt van een geconstrainde triangulatie. Het uiteindelijke mode! kan vervolgens in diverse formaten worden opgeslagen. Met de aanpak is het gelukt om een consistent stadsmodel van de campus van de TU Delft te verkrijgen. Van 2D naar 3D met extrusie, de moeilijkheden ir. Martijn Meijers en dr. Hugo Ledoux Onderzoeksinstituut OTB,TU Delft Met meettechnieken zoals laserscanning vanuit de lucht is het mogelijk om snel en gemakkelijk grote hoeveelheden hoogte informatie voor een gebied in te winnen. Met behulp van de ingewonnen hoogtes en een digitaal topografisch bestand kunnen automatisch 3D-stadsmodellen worden gecreëerd. In de context van het RGI-project 3D Topografie is hiervoor een aanpak ontwikkeld om te komen tot topologisch consistente 3D-stadsmo- dellen waarin terrein en gebouwen (ook onderling) perfect op elkaar aansluiten en zodoende opgeslagen kunnen worden in een datamodei gebaseerd op tetrahedra [Si, 2004; Penninga, 2008]. Bij gebruik van dit datamodei wordt het hele beschre ven gebied opgedeeld in zogenaamde tetrahedra en elk geografisch object wordt gerepresenteerd door een set van aansluitende tetrahedra. Om een 30-stadsmodel van de campus van deTU Delft te verkrijgen zijn we begonnen met een van de simpelste methoden: extrusie. Gegeven een aantal grondvlakken, samen met een toege kende hoogte (bijvoorbeeld afkomstig vanuit een helikopter genomen laserscan), is het mogelijk om een blokkendoosre presentatie van gebouwen te verkrijgen. Daken worden namelijk voorgesteld door horizontale vlakken, zonder enige andere structuur. Deze representatie is binnen CityGML [Kolbe, 2008] de geadopteerde internationale standaard voor representa tie en opslag van 30-stadsmodellen, beter bekend als L0D1 (Level of Detail 1). De meeste GIS-pakketten bieden een extrusiefunctionaliteit aan. In ons geval werden daarmee echter al vrij snel proble men geconstateerd toen het resultaat in ons op tetrahedra gebaseerde model zou moeten worden opgeslagen. De stadsmo dellen verkregen met standaard extrusie- software bleken namelijk niet topologisch consistent te zijn terwijl dit een nood zakelijke voorwaarde is om een geldige tetrahedralisatie te kunnen berekenen. Een standaard extrusie kan onder andere resul teren in dubbele punten, overlappende vlakken en vlakken die elkaar op plekken snijden waar zich geen lijn of punt bevindt. Na extrusie is elk volume - polyhedron - dan op zichzelf wel consistent, maar het totale model kan alsnog fouten bevatten. Het moet hier ook benadrukt worden dat topologische consistentie niet alleen een bruikbaar en zinnig concept is bij tetrahe dralisatie van 3D-stadsmodellen. Topologie is al jaren een begrip in 2D [Molenaar, 1998; Van Oosterom et al., 2002] en beschikbaar via verschillend GIS-gereedschap voor het verkrijgen en bijhouden van consistente datasets. In de context van sD-stadsmodelIen betekent extrusie dat een gebouw (een polyhedron) tot stand komt door het grondvlak (een polygoon) 'omhoog te trekken'. Voor een grondvlak met n lijnen wordt het resulterende gebouw beschre ven door n+2 vlakken: het grondvlak, de vloer; het dak, dat dezelfde geometrie heeft als de vloer maar waarbij alle punten zich op de'extrusie-hoogte'bevinden; elke lijn wordt een muur (een rechtop staand vlak). Als de grondvlakken individueel omhoog worden getrokken, of wanneer een gebouw geen directe buur heeft, dan is het eenvoudig om een topologisch con sistente 3D-representatie van een gebouw te maken. Echter, op het moment dat er aangrenzende grondvlakken zijn, wordt dit moeilijker. 8 Geo-lnfo 2009-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 10