Kosten
Kaartvervaardiging
komt op gang
De nieuwe platte grond van Rotterdam
moet tot stand komen door middel van
steendruk. In zijn brief aan B&W geeft
De Jongh aan dat hij de stenen zelf wil
aankopen. Dat biedt immers de mogelijk
heid om de plattegrond bijvoorbeeld om
de twee jaar bij te werken, waardoor de
gemeente dus altijd over actuele kaarten
kan beschikken. Met zijn vooruitziende
blik koopt De Jongh stenen die zo groot
zijn dat ze de mogelijkheden bieden om
de omliggende plaatsen, na eventuele
annexatie, ook toe te voegen aan de kaart.
De kaart van De Jong komt niet tot stand
door systematische opmeting van Rotter
dam, maar door het kopiëren van actuele
delen van bestaande kaarten en deze tot
een nieuw geheel te maken. Tijdens een
vergadering van de commissie in 1885 laat
De Jongh trots een deel van de nieuwe
kaart zien. Hij vertelt daarbij dat hij de
kaart van een titelpagina wil voorzien en
vraagt hiervoor toestemming aan B&W.
In 1885 maakt de schilder Rochussen voor
100 gulden het ontwerp.
Terwijl de tekenaars druk bezig zijn met de
uitvoering, neemt de vraag naar de kaart
toe. Er komt druk op het project. Kan de
kaart niet sneller klaar zijn? B&W wil op
de kaart de afvoer van faceale stoffen in
de binnenstad en Blommerdijkse polder
in kaart brengen. Ook de ondergrondse
waterleidingen en gasbuizen moeten
nodig op kaarten worden afgebeeld.
Voor aanvang begroot De Jongh het
maken van de kaart op totaal 860 gulden.
Voor het lithograferen van zes stenen ver
wacht hij 1.500 gulden te betalen. De aan
koop van de stenen kost naar verwachting
300 gulden en de kosten voor het papier
de kadastrale bladen maakt hij in 1839 een
gedetailleerde topografische kaart van Rot
terdam op de schaal van 1:2.500. Dit is de
eerste gedrukte kaart waarop alle percelen
in de stad zijn ingetekend. Drukkerij Van
der Meer geeft deze populaire kaart in
druk uit.Tekenaars van Gemeentewerken
Fig. 4. Directeur Gemeentewerken G.J. de Jongh.
gebruiken veertig jaar laten nog steeds de
kaart vanTemminck uit 1839, die opnieuw
is gedrukt in 1865. Deze editie is in de jaren
tachtig van de negentiende eeuw uitver
kocht in de boekhandel.
In 1879, als de ambitieuze G.J. de Jongh
directeur wordt van Gemeentewerken, zit
Rotterdam midden in zijn grote groei-
spurt. De bevolking en de bedrijvigheid
neemt in korte tijd enorm toe. Om dit in
goede banen te leiden, zijn er veel activi
teiten op het gebied van de infrastructuur.
Denk aan de aanleg van rails voor de
paardentram, de bovengrondse elektri
sche leidingen, de eerste telefoonkabels,
gasbuizen, nieuwe waterleidingen en de
overgang naar een goed rioolstelsel.
De Jongh is door zijn militaire achtergrond
vertrouwd met kaarten. Reeds snel na zijn
aantreden stelt hij aan de orde dat goede
betrouwbare kaarten onmisbaar zijn bij
het plannen, registreren en beheren.
Op 19 februari 1884 schrijft hij de Commis
sie voor Plaatselijke Werken hierover in
een brief:
"Nu op het oogenblik het vraagstuk voor
nieuwe buisleidingen voor gasfabriek
en drinkwaterleiding benevens dat van
riolering enz. aanhangig zijn, zou het eene
groote besparing van kosten en tijd zijn, zoo
ene goede plattegrond der stad gedrukt was,
waarop die zaken en meer andere konden
gesteld worden."
De raadscommissie heeft begrip voor zijn
noodkreet. Rotterdam is op dat moment in
de ban van de Industriële Revolutie en ziet
kansen om een doorvoerhaven voor het
Europese achterland te worden. Naast de
havens op Noord zijn er plannen om havens
op Zuid ofwel de Linker Maasoever aan te
leggen. De commissie begrijpt dat voor het
plannen en ontwerpen van de vele uitbrei
dingen deugdelijk kaartmateriaal nodig is.
Vanaf dat moment is de gemeente dus
producent van de topografie van Rotter
dam. De opdracht van het gemeentebe
stuur is verstrekkend. Niet alleen de eerste
aanmaak van de kaart moest gebeuren,
maar alles wat er in de stad aan bebou
wing en infrastructuur wijzigt, moet ook
op de kaart worden aangepast. Dit maakt
het tot een klus die nooit af is.
Nadat in 1884 is besloten dat Gemeente
werken zelf de topografische kaart van
Rotterdam gaat maken, kan de uitvoering
beginnen. Uitgangspunt is om een kaart
te maken op de schaal 1:2.500. De Jongh
wil het totale stadsgebied presenteren
op zes kaartbladen. De uitvoering van
de kaart moet lijken op de veelgebruikte
kaart van Temminck. Deze gebruikt hij als
basis voor de nieuwe kaart.
Fig. 5. Plattegrond van Rotterdam re uitgave 1886.
Fig. 6. Kaart 1:5.000 uit 1910.
Geo-lnfo 2009-12 15