Leidingverzamelkaart
Automatisering
O
Fig.10. Grootschalige topografie uit 1970.
van het havengebied en talloze andere
plannen moeten worden gevisualiseerd.
En na de realisatie wordt de weergave van
de werkelijke situatie op de kaart vastge
legd. In de loop der jaren zijn standaard-
kaarten op allerlei schalen uitgegeven.
Rotterdamse diensten kijken altijd over
de grenzen. Het Havenbedrijf, de dienst
Stedenbouw en het Ontwikkelingsbedrijf
moeten altijd de relatie met de gebie
den rondom Rotterdam in ogenschouw
nemen. Daarom zijn er kaarten gemaakt
met de naam Rotterdam-Rijnmond, Regio-
kaart en Gouden Delta.
De omvang van de kaartserie 1:1000
neemt in de loop der jaren toe. In 1980
beschikt Gemeentewerken over 208 kaar
ten 1:1.000. Deze kaarten zijn fotografisch
vergroot naar de schaal 1:500. Dit resul
teert in 852 kaarten van 1:500.
De aanleg van de ondergrondse infra
structuur is in 1884 een belangrijke reden
om een betrouwbare topografische kaart
van de stad te maken. Immers, kabels
en buizen die zijn gelegd, worden met
zand bedekt en bestraat. Er moet een
registratie komen voor het beheer van die
leidingen. Het net van waterleidingen en
het gasbuizennet worden op afzonder
lijke topografische kaarten getekend en
fungeren als beheerkaarten bij de, toen
nog gemeentelijke, nutsbedrijven, die de
kaarten actualiseren.
Met de groei van Rotterdam wordt het in
de loop der jaren ook onder het straatop
pervlak erg vol met kabels en buizen.
Gemeentewerken is namens de gemeente
Rotterdam beheerder van de ondergrond.
Om die taak goed uit te voeren is er na
de Tweede Wereldoorlog besloten dat er
een verzamelkaart van alle ondergrondse
leidingen moet komen. In eerste instantie
leveren de leidingbeheerders de informatie
aan om deze leidingverzamelkaart te actu
aliseren. Als blijkt dat de kwaliteit van de
aangeleverde informatie over de gelegde
leidingen niet altijd even accuraat is, wordt
rond 2000 besloten om alle leidingen in
stad en haven door gemeentelijke land
meters te laten inmeten. De gemeentelijke
opzichter bij het werk belt als de leiding
is gelegd en nog diezelfde dag komt de
landmeter. Pas nadat de leiding is ingeme
ten, mag de sleuf worden dichtgemaakt.
Betrouwbaarheid en volledigheid zijn door
deze procedure gewaarborgd.
Tot 1983 maken tekenaars de fysieke kaart.
Meetlijnen tussen in coördinaten bekende
'vaste punten'zijn de basis voor de meting
en de kartering. Met de steekpasser en
transversaalschaal worden de gemeten
maten gekarteerd en op de plaats van
de knikpunten worden gaatjes geprikt in
het papier dat op het aluminium blad is
geplakt.Tussen de knikpunten worden
met een hard potlood lijnen getrokken
om zo het topografische beeld te krijgen.
Fig. n. Xynetics tekenmachine anno 1978.
Eind jaren zestig van de twintigste eeuw
begint automatisering van allerhande
processen op gang te komen. Ook binnen
de gemeentelijke overheid ontstaan initi
atieven om de computer te betrekken bij
het werk dat tot dan toe handmatig wordt
gedaan. Binnen de Stichting Ontwikke
ling Automatisering Gemeenten, kortweg
SOAG, wordt afgesproken dat enkele grote
gemeenten ieder voor zich een systeem
ontwikkelt dat andere gemeenten daarna
kunnen gebruiken. Het betreft een perso-
neelsysteem, een financieel systeem maar
ook een vastgoedsysteem. Rotterdam
werpt zich op als bouwer van het vast
goedsysteem, dat ARTOL wordt gedoopt.
Voluit: Automatisering van de Registratie
van Topografie en Leidingen. Vol goede
moed wordt een aanvang gemaakt met de
bouw van een systeem om de topografi
sche kaart en de leidingverzamelkaart via
geautomatiseerde weg te vervaardigen.
Het Gemeentelijk Rekencentrum verzorgt
de bouw van het ARTOL-systeem.
Het waren pioniers op het gebied van
geografische informatievoorziening.
ARTOL was een Europese en wellicht
ook een wereldwijde primeur. Begonnen
wordt met de grootschalige topografie.
Alle handmatig bijgehouden kaarten
moeten worden omgezet naar een
digitale vorm. Dit blijkt een megaklus van
negen mensjaren. In 1983 is het karwei
geklaard en alle knikpunten op de kaart
zijn met de elektronische tekentafels
(digitizers) aangeklikt en voorzien van
grafische en inhoudelijke informatie.
Ook voor de kaarttekenaars is deze
automatisering een enorme omschake
ling. Landmeetkundige tekenaars waren
ambachtslieden die zeer nauwkeurig en
minutieus hun kaarten produceerden. Maar
de grootschalige kaart wordt tegenwoor
dig niet meer met de hand getekend. Een
enorme tekenmachine neemt het werk
over. De Xynetics plotter bestaat uit twee
evenwijdige platen waartussen een kop
met vier penhouders wordt voortbewo
gen. Het plafond bestaat uit een plaat die
is dichtgesmeerd met een epoxyhars en
dus een glad oppervlak heeft. De penhou-
derkop beschikt in de vier hoeken over
magneten die de kop vast trekken aan het
platfond. Tussen de kop en het platfond
wordt lucht geblazen waardoor de kop via
een luchtkussen vrijkomt en kan bewegen.
De voortbeweging vindt plaats op basis van
Fig. 12. Grootschalige basiskaartobjectgericht uit 2009.
Geo-lnfo 2009-12 17