Drie perspectieven
van GIS-implementaties
De kennis van het
eindgebruikerperspectief
Karolina Orlinska, GIS-adviseur bij Grontmij{,)
Naar elke GIS-implementatie kan men
vanaf minstens drie verschillende perspec
tieven kijken:
1. vanuit een technisch perspectief;
2. vanuit een organisatorisch perspectief;
3. vanuiteen gebruikersperspectief.
Elk van deze perspectieven is verschillend
en behandelt andere problemen (fig. 1).
Eind gebruiker
GIS
implementatie
Technologie Organisatie
Fig. 1. Drie perspectieven van GIS-implementatie.
Het technisch perspectief probeert de
volgende vragen te beantwoorden:
Welke architectuur gaan we implemente
ren? Gaan we een desktop-gebaseerde of
een web-gebaseerde oplossing kiezen?
Hoe gaan we onze data ontsluiten? Wat is
het datamodel? Hoeveel opslagruimte heb
ben we nodig op onze servers? Enz.
Het organisatorisch perspectief focust
op andere problemen. Hoe gaan we GIS
financieren? Welke positie in onze organisa
tiestructuur zal GIS hebben? Gaan we een
GIS-afdeling inrichten of worden onze GIS-
gebruikers verspreid over meerdere afdelin
gen? Hoe gaan we de kennis borgen? Enz.
i Karolina Orlinska komt uit Polen en woont
sinds 2007 in Nederland. Ze heeft een MSc-
diploma uit Polen als ruimtelijke planner met
specialisatie in remote sensingtoepassingen
voor MER. In augustus 2009 is ze afgestudeerd
bij GIMA met specialisatie in GIS-implementaties.
Het gebruikersperspectief probeert
antwoord te geven op vragen als: Hoe
begrijpt de gebruiker de GIS-implementa
tie? Welke psychologische mechanismen
beheersen het proces? Welke processen
gaat de gebruiker door?
Alle drie de perspectieven zijn van even
groot belang. Als een van deze drie per
spectieven dominant wordt zijn de kansen
voor een succesvolle GIS-implementatie
verminderd. Dit was al aan het einde van
de jaren 70 bewezen in een onderzoek van
ICT-implementaties.
GIS-impiementatie is een multidiscipli
naire taak en daarom is het onvoldoende
om alleen naar GIS- implementatielitera
tuur en ervaringen te kijken. Heel veel
kennis die ook van belang kan zijn in alge
mene beeldvorming, kan beter bij andere
disciplines worden opgehaald. Daarom
gebruikt men kennis van onder andere
ICT, organisatorische studies, psychologie,
sociologie in alle drie de perspectieven.
Daarmee kan men verder kennis en erva
ringen opbouwen die misschien alleen
voor GIS van toepassing zijn.
Dit is ook zo in het geval van het (eind)
gebruikersperspectief. Hier zijn meestal
kennis van psychologische reacties tegen
veranderingen en mechanismen die de
beeldvorming controleren van toepassing.
Als die natuurlijke reacties en mechanis
men worden herkend en begrepen, kan
men proberen ze te beïnvloeden en te
gebruiken.
Cruciale modellen op dit gebied zijn het
Technology Acceptance Model (TAM;
Davis, 1989) en het Technology Accep
tance Model 2 (TAM2; Venkatesh en Davis,
2000). Volgens de auteurs is het gebruik
van het systeem beïnvloed door een paar
factoren (zie fig. 2), waarvan het percieved
usefulness (PU) en perceived ease of use
(PEOU) de belangrijkste zijn.
Het is belangrijk om te benadrukken dat
het gaat om de gebruikersperceptie van
het systeem. Lijkt het systeem eenvoudig
om te gebruiken? Lijkt het systeem nuttig?
Elke persoon kan die vragen anders beant
woorden. Omdat het over een perceptie
gaat, kan het ook zijn dat die anders is
dan de meetbare realiteit. Een systeem
dat nuttig is voor de werkprocessen van
gebruikers, kan door hen als onzinnig
worden gezien. In het model kan men
ook zien dat de twee percepties worden
beïnvloed door externe variabelen.
Die werden verder onderzocht in TAM2 en
bestaan onder andere uit een subjectieve
norm (wat men denkt dat anderen willen
dat zij doen), image (perceptie van een
status), ervaring, aantoonbaarheid van
resultaten, werkrelevantie en kwaliteit van
de resultaten.
Algemene percepties van het systeem
werden ook door anderen onderzocht
en zijn een belangrijk onderdeel van de
gebruikersbeeldvorming en -acceptatie
van een systeem.
Externe
variabelen
Houding
ten aanzien
van gebruik
Gepercipieerde
nut U)
Gepercipieerde
gebruiksgemak
(PEOU)
Fig. 2. Diagram van factoren bij systeemgebruik naar: TAM2; Venkatesh en Davis, 2000.
4 Geo-lnfo 2009-12