vogelvluchtperspectief) en dat vanuit meerdere hoek- posities. Beelden zijn scherper, nauwkeuriger en geo metrisch ingepast. De nieuwe technologie biedt traditionele afnemers als de overheid veel extra infor matie voor de eigen dètabases, maar opent tegelijk kansen om nieuwe gebruikersmarkten aan te boren, zoals makelaars en verzekeraars (beoordelen van schadeclaims). Achter de technologie schuilt een heel ander businessmodel. Foto's worden niet langer in op dracht van (meestal) de overheid gemaakt. De leve rancier van geodata investeert zelf in beeldmateriaal en zoekt daar afnemers voor. Het van origine Noorse bedrijf Blom heeft bijvoorbeeld alle Nederlandse ge meenten met meer dan 50 duizend inwoners picto- metrisch in beeld gebracht. Private geomarkt De traditionele marktverhoudingen zijn aan het schui ven, de dominantie van de overheid neemt af. Pro ductie en beheer van ruimtelijke informatie ligt vanouds in overheidshanden maar wordt nu ontslo ten voor private bedrijven. Er is een bloeiende nieuwe bedrijfstak ontstaan die allerlei producten en diensten aanbiedt via internet, gebaseerd op geo-informatie. De omzet in dit deel van de geomarkt bedroeg vorig jaar zo'n 900 miljoen euro, 17 procent meer dan een jaar eerder. De cijfers bevestigen de bloei van com merciële geopnoducten. Overheid Ook de overheid ontdekt de voordelen van geo-in formatie. Zo stellen gemeenten burgers in staat via een meldingskaart op de gemeentesite aan te geven waar zich bijvoorbeeld een kapotte straatlantaarn be vindt. Ook milieugegevens komen via webservices beschikbaar. Nijmegen beet vorig jaar in gemeente land het spits af met een 'thermografische atlas; waarin het warmteverlies uit daken van huizen van uit de lucht met infraroodtechniek zichtbaar is ge maakt. De gemeente hoopt bewoners, die de atlas op de gemeentesite in kunnen zien, te stimuleren hun huizen te isoleren. Milieu-inspecteurs worden met een smartphone uitgerust waarmee ze op hun rondes melding van bijvoorbeeld illegaal afval kun nen doen, foto's kunnen maken (als bewijs) en de ge meenteserver kunnen raadplegen voor gegevens over gebouwen, adressen en personen. Het systeem zoekt er de juiste GPS-coördinaten van de locatie bij. De verdere administratieve afhandeling, waaronder het uitschrijven van een boete, geschiedt in de back office, de ambtenaar hoeft zelf geen bureauwerk meer te doen. Vanaf 2010 zal de overheid voor de ruimtelijke ontwik keling in ons land steeds meer gebruik maken van di gitale kaarten en plannen. De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening stelt dat verplicht. GIS en ruimte lijke ordening zullen integreren. Om een gebied te ont wikkelen maken sommige gemeenten en provincies al gebruik van een digitale 'maptable: Om een groot scherm in de vorm van een tafel kunnen circa tien men sen staan om een digitale kaart te bekijken, waarop het ruimtelijk vraagstuk in al zijn facetten is geprojecteerd. Zelf kunnen deelnemers er een 'kaartlaag' met aante keningen of iets dergelijks overheen leggen, ideaal om te discussiëren over een plan. Benodigde informatie (van wet- en regelgeving tot financiële gegevens over vastgoed en grondprijzen) is met een muisklik uit on derliggende databases te halen. Virtuele stad Voor de overheid biedt de digitale wereld een uitge lezen kans in contact te komen met burgers en hen te laten participeren in de gebiedsontwikkeling. Een aantal gemeenten in ons land houdt er een digitale 3D-replica van de eigen stad op na, te bekijken via internet. Deze technologie maakt het mogelijk bouw en ontwikkelingsplannen laagdrempelig te ontsluiten. Honderden burgers kunnen tegelijkertijd online mee kijken naar de bouwambities van hun gemeente en hier met elkaar en het stadsbestuur over communi ceren via de chat. De gemeente kan zo doelgroepen benaderen die geen tijd hebben, om naar de traditio nele informatieavond te komen. Ook bij de crisis- en rampenbestrijding speelt geo-in formatie in toenemende mate een rol. Met geo-infor matie wordt de volledige situatie van een gebied met 3D-modellen in beeld gebracht. De actoren in het veld - politie, brandweer en hulpberleners werken in een informatienetwerk samen ('Netcentrisch opereren' in jargon), waarin zij hun gegevens bundelen. Zo be schikken al deze partijen over éénduidige informatie over waar onder meer het eigen personeel zich bevindt maar bijvoorbeeld ook over hoeveel gebruikers het ge bouw dat in brand staat telt. Ook is het mogelijk afge voerde slachtoffers te traceren, van belang om nabestaanden snel te informeren. Bij een huidige ramp is deze informatie in de regel niet beschikbaar, omdat gegevens over losse ICT-systemen zijn verspreid. Zo sluipt geo-informatie steeds verder ons leven bin nen en lijkt er een gouden toekomst in het verschiet te liggen!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2009 | | pagina 21