Globalisatie of isolationisme?
Column
Prof. dr. Menno-Jan Kraak
Eind vorig jaar heb ik deelgenomen aan het 24ste Internationale
Kartografen Congres van de International Kartografische Associ
atie (ICA) in Chili. Op dit tweejaarlijkse congres komen kartogra
fen van over de hele wereld bijeen om de laatste ontwikkelingen
op het vakgebied met elkaar te bediscussiëren. Naast presenta
ties is er een bedrijvenbeurs en een grote kaartententoonstel-
ling. Ook zijn er vele werkgroepen en commissies actief die een
bepaald deelonderwerp bespreken. Het deelnemersveld bestaat
zowel uit gevestigde, als ook uit vele jonge kartografen.
Dit evenement is, om meerdere redenen, elke twee jaar weer
iets om naar uit te kijken. Iedere keer ontmoet je internationale
vrienden en collega's, en maak je kennis met nieuwe vakgeno
ten. Dit sociale aspect van de bijeenkomst, en dit zal bij een ieder
bekend zijn die de GIN-congressen en -symposia in Nederland
bezoekt, is niet onbelangrijk. Als je later nog eens een vraag hebt
aan een collega en je hebt elkaar elders ontmoet, dan verloopt
het contact veel soepeler. Maar het deelnemen aan deze
evenementen gaat natuurlijk niet alleen om dat biertje datje
samen drinkt. De inhoud is vanzelfsprekend het hoofdargument
voor deelname. Hierbij gaat het om het op de hoogte blijven
van de laatste ontwikkelingen op het vakgebied. De presentaties
zijn vaak zeer inspirerend. Over de hele wereld zijn veel onder
zoeksgroepen actief op het vakgebied en deels zijn ze bezig met
dezelfde problematiek. Op het congres worden verschillende
invalshoeken gepresenteerd en bediscussieerd, iets watje op
je eigen studeerkamer makkelijk ontgaat. De combinatie van
inhoud en persoonlijk contact leidt tot interessante samenwer
kingen. Zo komen bijvoorbeeld de onderzoeksconsortia voor
EU-projectaanvragen tot stand. Natuurlijk moetje als onderzoe
ker, en als land, ook wel iets te bieden hebben.
En de rol van Nederland? Je zou kunnen beweren dat Nederland
al sinds de Gouden Eeuw een vooraanstaande rol speelt in de
kartografie. Dat dit nog steeds het geval is bleek uit het feit
dat professor Ferjan Ormeling tijdens het congres werd onder
scheiden met de hoogste internationale kartografieprijs: de
Carl Mannerfelt Gold Medal. Een prijs die maar af en toe wordt
uitgereikt en betrekking heeft op de bijdrage aan het kartogra-
fisch vakgebied en de ICA. Andere landgenoten fungeerden
tijdens het congres in Chili als keynote speaker, als vicepresident,
als commissievoorzitter en als presentator van papers.
Daarvoor was ik gevraagd om een voordracht te houden over
de laatste ontwikkelingen op het gebied van de geovisualisatie.
Natuurlijk had ik dat kunnen doen op basis van wat bijlezen en
googlen, maar dan was het nooit geworden tot wat het was
(oké, dat is natuurlijk ter beoordeling aan de aanwezige toe
hoorders). Juist door de internationale contacten en wederzijdse
bezoeken en samenwerkingsprojecten kon ik de laatste ontwik
kelingen, en laten we dit niet onderschatten, de meerderheid
van deze ontwikkelingen gebeurt over de grens, meenemen in
mijn werk en presenteren in de eigen GIN-omgeving. Is dit voor
ieder GIN-lid van belang? Ja, eigenlijk wel. Niet dat iedereen dat
morgen direct merkt, maar uiteindelijk krijgen we er allemaal
mee te maken.
GIN is, als opvolger van de Nederlandse Vereniging voor Kar
tografie, de Nederlandse vertegenwoordiger in de ICA. Ook in
de andere internationale geo-associaties zoals ISPRS, FIG enz.
speelt GIN deze vertegenwoordigende rol. Dit is een belangrijke
rol voor GIN, zorgen dat Nederland zichtbaar en hoorbaar blijft
op het internationale geo-toneel. Helaas hoor ik de laatste tijd
wat negatieve geluiden in de trant van "Waar is dat allemaal
voor nodig? Dat kunnen we zelf wel, en wat kost dat allemaal
wel niet?"Om met dat laatste te beginnen: GIN dient slechts het
jaarlijkse lidmaatschapsgeld te betalen (voor de ICA is dat maar
€750). De deelnemers reizen op eigen kosten. En kunnen we het
zelf? Ja, wel als je min of meer op het huidige kennisniveau wilt
blijven zitten. Maar als je voorbereid wilt zijn op de toekomst dan
red je het zeker niet. Het zou daarom ernstig te betreuren zijn als
de, wat ik maar even in zwart-wit termen beschrijf, de isolationis-
ten binnen GIN de overhand krijgen op de globalisten. Het gaat
al moeizaam met de geo-opleidingen binnen Nederland en als
we dan ook de banden met de buitenwereld doorsnijden...grie
zelig. GIN investeert inmiddels wel in opleidingen, en ze moet
ook de internationale contacten in standhouden. De globalisten
onder ons zijn wel verplicht om duidelijk en helder te rapporte
ren wat ze over de grens meemaken, zodat ieder GIN-lid hiervan
kan mee profiteren.
Prof. dr. Menno-Jan Kraak
ITC International Institute of Geo-information Science and Earth
Observation
Department of Geo-lnformation Processing
En wat zit er in voor Nederland? Ook dit wil ik illusteren met een
congres, en wel met ons eigen GIN-congres: Geo-lnfo Xchange.
kraak@itc.nl
Geo-lnfo 2010-1 11