identiteit, Dit verandert. Homerus'beschrij
ving van de wereld vindt navolging bij
filosofen uit de school van Milete. Anaxi
mander (610 Milete - 547/545 v. Chr.), een
leerling van Thales van Milete, staat ervoor
bekend de eerste schets van de bewoonde
wereld gemaakt te hebben. Hoewel de
bronnen het hierover niet eens zijn, stond
zijn cilindervormige aarde waarschijnlijk te
midden van een bolvormig heelal. Rond de
Aegeïsche Zee lagen de gekende landen
gegroepeerd. Het geheel was op zijn beurt
omcirkeld door een oceaan. Hecataeus zou
de kaart uitgebreid en verbeterd hebben
(550/540 - 490/480 v. Chr.).
omlopen klanken voort die tot hemelse
De bol staat symbool
voor totaliteit, dus wordt
het universum bolvormig
en ook de aarde
In oorsprong is de
bolvormige aarde
dus een wiskundig en
filosofisch concept
en het doel was het opnieuw de neerslag
van een egocentrisch oriëntatiesysteem.
Hoe Strabo en zijn voorgangers de rela
tie van Homerus met de geografie ook
definiëren, voor de epische dichter staat
het geografische aspect van de bewoonde
wereld niet los van de ruimte als culturele
Fig. 3Een cirkelvormige landmassa omringd
door een randoceaan.
Op weg naar een bolvormige aarde
Na de verwoesting van Milete in 494 v. Chr.
verlegt het zwaartepunt van de filosofie
zich naar de Griekse kolonies in Zuid-ltalië.
Daar ontpopt zich een eerder mystieke
filosofische richting onder invloed van
Pythagoras uit Samos (580/570 -500 v. Chr.),
een leerling van Anaximander. Omwille van
de symmetrie wordt de bol het meest per
fecte driedimensionale lichaam. Alle afstan
den tot het middelpunt zijn gelijk.
Hij combineert een maximale inhoud met
een minimale oppervlakte. Kortom de bol
staat symbool voor totaliteit, dus wordt
het universum bolvormig en ook de aarde.
Een bolvormige aarde verschaft de moge
lijkheid tot een continent van tegenvoeters
of Antipoden. Hun wiskundige visie op de
werkelijkheid laat de Pythagorici veron
derstellen dat de afstanden tussen de
hemellichamen beantwoorden aan vaste
harmonische getalverhoudingen die ook
in de muziek terug te vinden zijn. Bijgevolg
brengen planeten en sterren tijdens hun
muziek samensmelten. Helaas valt die
niet waar te nemen met het menselijke
gehoor, eenvoudigweg omdat we vanaf
ons geboorte gewend zijn ze te horen
(Munxelhaus 1976). Onder invloed van de
Pythagorici is Plato (428/427 - 348 v. Chr.)
wanneer hij de hemellichamen in cirkelvor
mige banen rond de aarde laat bewegen.
Het is vooral zijn Timaeus die tot laat in de
middeleeuwen als autoriteit gebruikt wordt
voor het bolvormige wereldbeeld.
In oorsprong is de bolvormige aarde dus
een wiskundig en filosofisch concept.
Pas vanaf de vierde eeuw voor Christus
duikt ze op als uitgangspunt voor uitvoerige
geografische theorieën en berekeningen.
Een belangrijke voortrekker is Eudoxos van
Cnidus (ca. 408- 355/347 v. Chr.), een leerling
van Plato en in menig opzicht grondlegger
van de geografie. Niet alleen berekent hij
de omtrek van de aarde en onderscheidt hij
klimaatzones, tevens deelt hij de bewoonde
wereld op in drie continenten: Europa, Afrika
en Azië. Een indeling die in de middeleeu
wen vanuit de bijbel wordt gelegitimeerd.
Na de zondvloed bezetten drie zonen
van Noach elk een van de werelddelen.
Het is echter niet zozeer Eudoxus dan wel
Eratosthenes (Cyrene 276 -Alexandrië ±194
v. Chr.) die met zijn omtrekberekening de
geschiedenis ingaat. Net zoals Ptolemaeus
is hij bibliothecaris in de bibliotheek van
Alexandrië. Verrassend nauwkeurig meet
hij de meridiaanboog tussen Alexandrië en
Syene (ca. 7°i/4) en komt tot een aardomtrek
van 250 000 stadia (39 000 a 45 000 km).
Een synthese tussen bol en schijftheorie
komt van de hand van Kratos van Mallos
ca. 150 v. Chr.). De schijfvormige wereld
van Anaximander en Homeros stemt hij af
op de bolvormige aarde van de pythago-
reeërs. Hierdoor lopen vier werelddelen
symmetrisch over de ronde aarde.
Twee onoverschrijdbare oceanen, een
langs de evenaar en een langs de polen,
scheidden ze van elkaar.
Het is alom bekend dat de Hellenistische
cultuur de Romeinse fundamenteel beïn
vloedde. Dit geldt in het bijzonder voor de
kartografie. Niettemin is het de verdienste
van de Romeinse kartografie om voorgoed
het theoretisch-filosofische discours te
verlaten en definitief te kiezen voor een
pragmatische aanpak. Wiskundige bereke
ningen worden ingeruild voor kleinschalige
kaarten met militair en economisch nut.
Macht en kennis gaan samen. Dat wist
Herodotes ca. 484 - ca. 420 v. Chr.) al.
Hij vermeldt hoe Aristagoras, tiran van
Milete, in 499 voor Christus aan Cleomenes,
koning van Sparta een bronzen kaart toont
om hem te overtuigen deel te nemen aan
de Ionische revolte tegen de Perzische
overheersing. Mundiale kartografie kan
welig tieren binnen een imperialistische
politiek. Het is een gegeven dat wel vaker
in de geschiedenis opduikt.
Bij de Romeinen nemen kaarten vaak de
vorm aan van opnieuw eendimensionale
routebeschrijvingen, Itineraria. Het bekend
ste voorbeeld hiervan is de Peutingerkaart
(4deeeuw) die volgens sommigen teruggaat
op de kaart van Marcus Vipsanius Agrippa
(ca. 63-12 v. Chr.), een generaal uit de tijd
van keizer Augustus. Tijdens de regering
van Augustus heeft de geografie voorna
melijk administratief nut. Zo bepalen de
grote radiale wegen die vanuit Rome door
het rijk lopen de indeling in de Italische
regiones (Purcell 1990,80:178-182).
Tot de grootste figuren van de Romeinse
kartografie behoort evenwel Ptolemaeus.
Claudius Ptolemaeus (90 -168 na Chr.) is
een veelzijdig wetenschapper uit Alexan
drië. Zijn werk is enkel via de Arabische
wereld bewaard gebleven. Vooral zijn
Almagest, een werk over astronomie, en
een Ceographica zijn bekend. De Almagest
bepaalt eeuwenlang het geocentrische
beeld van het heelal. In het middelpunt
van de kosmos staat een onbeweeglijke
en bolvormige aarde.
14 Geo-lnfo 2010-1