Toezicht- en bronhouders
rol is die van verantwoordelijke voor een
Gebruikers in soorten
Gemeenten werken divers en kunnen
inzake de BGT ook op twee manieren zijn
vertegenwoordigd: via de VNG of de TPG
plus Amsterdam. De VNG kijkt volgens Van
Rossem ook nadrukkelijk naar de thans
afnemende kleinere gemeenten en stelde
de vraag of samenwerking moet worden
gestimuleerd als verantwoordelijkheden
zwaarder worden. Vragen zijn er volgens
de programmamanager ook in andere
overheidslagen, bijvoorbeeld bij water
schappen of bij het departement van LNV.
Van Rossem:"Het informatiemodel van
de huidige GBKN legt sterk de nadruk op
wegen en gebouwen, niet de prioriteiten
van waterschappen. Waterlopenpatronen
of natuurgebieden zijn verouderd of
mankeren en bij verplicht gebruik kan dat
niet. Bij gewaspercelen is er ook zoiets.
Het BGT model zal hoogstwaarschijnlijk
rijker worden in het buitengebied".
BRT en BGT
BGT draagt bij aan de
Andere Overheid
De Andere Overheid: een overheid die
als een geheel opereert en:
De hele overheid gaat
dezelfde grootschalige
kaart gebruiken
het convenant pas op het moment dat we
het echt over uitgangspunten en eigen
rol van organisaties eens zijn. Een paar
convenantafspraken willen we eerder
maken, met name die over financiering,
mede vanwege begrotingscycli. In decem
ber bespreken we een deelconvenant.
Via BGT-info informeren we over de
voortgang", vertelt Van Rossem."Het grote
convenant wordt diep in het voorjaar",
zo antwoordt hij desgevraagd en met
de uitleg dat alles
steeds meer
convergeert en
meer gedetailleerd
wordt. Die slag gaat
zowel over de orga
nisatie als over de
inhoud, zo werd benadrukt. Twee ratio's
zag Van Rossem voor de participatieve
programmamanagementstijl. Graag wilde
hij de geluiden die in het veld leven 'even
aan boord hebben'. De confrontatie zou
anders op een te laat tijdstip komen.
Op alle niveaus in de programmaorgani
satie werd aan alle betrokken partijen de
mogelijkheid gegeven om mee te doen in
teams en groepen."Eigenlijk is verplicht
gebruik de grootste verandering en winst.
Daarvoor zijn nodig: een gegevensmodel;
uitwisselingsformaten; een homogeen
kwaliteitsniveau; en afwezigheid van
dialecten". De tweede ratio is dat standaar
disatie en verandering moeten worden
aangestuurd op inhoud en specificaties.
Daarvoor moet er een sturend orgaan zijn
en de verplichting om zich aan de vast
gestelde eisen te houden. Geaccepteerde
gebruikerseisen zijn daarbij leidend.
"De toezichthouderrol was eerst niet
belegd. Het is nog wel puzzelen hoe die
moet worden vormgegeven, waar, hoe
groot en hoe zwaar. Moetje denken aan
inspecties, audits of aan een waarderings
kamer als bij de WOZ? Het hoeft niet per
se een nieuwe organisatie te worden.
De Landelijke Voorziening bij het Kadaster
zal bijvoorbeeld wel een technische vali
datie kunnen doen op de bestandsstruc
tuur. Volledigheid, geometrische kwaliteit
en doorlooptijd zijn echter andere
elementen, die overstijgen zo'n technische
acceptatie. Wordt ook echt opgeleverd
wat we gevraagd hebben als BGT?". zo
betoogt Van Rossem. Voor de bronhou
ders wordt nu gedacht aan bronhouder
schap bij meerdere organisaties. Hij ziet
soms angst voor een grotere lappende
ken, maar het gaat om partijen die ook nu
grootschalige topografie inwinnen.
De programmamanager onderscheidt
twee rollen voor bronhouders. De eerste
gebied, het toezicht houden op de juist
heid van het bestand. De tweede rol is die
van producent of uitbesteder. Van Rossem:
"De vraag is of die
tweede rol per
bronhouder apart
geregeld moet zijn.
Samenwerkings
verbanden blijven
mogelijk. Men is
dus niet verplicht om alles in eigen huis te
organiseren. Beheergrenzen van bron
houders moeten nog worden bekeken
door mensen die zich met werkprocessen
bezighouden, Bronhouders gaan optimaal
functioneren als ze mutaties kennen van
hun eigen andere diensten. De aansluiting
op andere processen van eigen organisa
ties is niet overal hetzelfde! Elk object in
de BGT moet in ieder geval iemand heb
ben die ervoor verantwoordelijk is".
Gevraagd naar het wanneer en hoe
van integratie van de basisregistraties
Topografie en Grootschalige Topografie
(BRT en BGT) zegt Van Rossem: "Scheiding
van die basisregistraties is vanuit de
gebruikers kunstmatig, voor hen is het
een in- en uitzoombaar geheel. Het zou in
de productie mogelijk moeten zijn de BRT
te generaliseren uit de BGT en niet meer
apart het terrein in te gaan. Die generali
satieslag wordt wat mij betreft een van de
mooie doelen waar we in het programma
aandacht aan besteden. Op dit moment
zijn de specificaties echter nog te verschil
lend. Partijen moeten dus bereid zijn om
delen van de huidige informatiemodellen
aan te passen om de aansluiting mogelijk
te maken. Het kan serieus als we bij het
praten over specificaties ook die visie heb
ben en als we vinden dat interoperabiliteit
en eenzelfde actualiteit zinvol is. Het zal
de eerste tijd moeite en geld kosten, maar
als we daar niet overheen kunnen stap
pen, dan zal het lang duren".
Adri den Boer, redacteur f
niet naar de bekende weg vraagt;
klantgericht is;
zich niet voor de gek laat houden;
weet waar ze het over heeft;
haar zaken op orde heeft;
niet meer uitgeeft dan nodig is.
De invoering van basisregistraties als
BGT vormt een belangrijke bijdrage aan
deze doelstellingen.
700 YEARS OF
DUTCH
CARTOGRAPHY
HOLIANO AGENDA 2008
Prinsjesdag 2008 zorgde voor BGT-geld. De groot
schalige topografie van Amsterdam prijkte dat
jaar net voorop een rijksagenda.
24 Geo-lnfo 2010-1