Landadministratie als hoeksteen van de geo-informatie infrastructuur Deel 2 van 3 (Geo-)lnformatie Infrastructuur Peter van Oosterom (TU Delft), Arco Groothedde (Kadaster), Chrit Lemmen (Kadaster/ITC), Paul van der Molen (Kadaster/ITC) en Harry Uitermark (Kadaster/ITC) Het huidige tijdperk kan worden geken schetst als een periode van overgang naar een netwerk-informatiemaatschappij. Een belangrijk kenmerk hierbij is het delen en hergebruiken van informatie en het direct van de authentieke bronnen betrekken van deze informatie. Daar waar deze externe informatie onmisbaar is voor het uitvoeren van een (primair) proces van de organisatie (denk bijvoorbeeld aan de kadastrale perceelsgegevens voor belastingheffing bij een waterschap, of aan gemeentelijke persoonsgegevens bij de registratie van vastgoedrechten bij het Kadaster, of aan het gelijktijdig gebruik van verschillende geo-informatie bron nen bij rampenbestrijding), zal een zeer betrouwbare (Geo-)Informatie Infrastruc tuur, (G)ll, noodzakelijk zijn. In paragraaf 2 van dit artikel zullen de kenmerken van een dergelijk (G)ll nader beschouwd worden. Vervolgens zal in paragraaf 3 specifieke aandacht worden besteed aan de rol van landadministratie binnen deze (G)ll. Die rol is dermate relevant dat we die rol zelfs als hoeksteen zien binnen die infrastructuur. De geografische en administratieve kant van de landadminis- traties in Europese context zullen aan bod komen in respectievelijk de paragrafen 4 en 5. In paragraaf 6 wordt dan een model voor de verschillende niveaus van volwas senheid van de informatiemaatschappij geïntroduceerd. Op basis van dit model zal dan in paragraaf 7 een evaluatie van de volwassenheid van de (G)ll op verschil lende schalen plaatsvinden: mondiaal, Europees en nationaal. Tenslotte wordt er stil gestaan bij de vraag hoe de laatste stap richting volwassenheid gezet kan worden. ICT biedt vele mogelijkheden voor het verbeteren van de prestaties van overheid en bedrijfsleven. Toepassingsgebieden, die hiervan kunnen profiteren, omvatten onderwijs, veiligheid, gezondheidszorg, internationale samenwerking, economi sche efficiëntie (toegevoegde waarde ketens, bedrijfsprocesmanagement en vermindering van administratieve over head), preventie en opsporing van fraude, dan wel crisismanagement en rampen bestrijding. ICT-trends, zoals openbare toegankelijkheid en beschikbaarheid alom, 'slimme'objecten (semantische webtech nologie),'open source'software, grotere bandbreedte, interoperabiliteit en gege vensuitwisselingnormen, zullen tot nieuwe bedrijfsmodellen leiden. Nieuwe perspec tieven door mogelijkheden, zoals toege nomen locatieonafhankelijkheid, online diensten van hoge kwaliteit gebaseerd op directe toegang tot alle benodigde gegevens (webservices), invoering van unieke nummers (identificaties) bij steeds meer soorten objecten, integratie binnen bedrijfsketens en overheidsorganisaties, en toename van e-winkelen openen zich. In (Groothedde et al, 2008) werd betoogd dat de informatie-inhoud binnen de (G)ll uit verscheidende registraties bestaat en dat het daarom belangrijk is te definiëren welke inhoud van welke registratie (percelen, adressen, gebouwen, landgebruik, wegen, waterwegen, bodem, kabels en leidingen, natuurlijke personen, bedrijven, reliëf, enz.) afkomstig is. De verschillende registraties binnen de (G)ll zijn aan elkaar gerelateerd, dat wil zeggen dat er referenties zijn naar de inhoud van de ene registratie naar de andere. Aangezien de registraties door onafhankelijke organisaties worden bijgehouden is het van belang dat als informatie bijgewerkt wordt, de gerela teerde registraties hiervan in kennis worden gesteld. De fundamentele vraag is: hoe kan de consistentie tussen twee gerelateerde gedistribueerde systemen in geval van updates gewaarborgd worden? Stel dat Systeem A verwijst naar object X in Systeem B (via object id B.XJd) en nu worden de gegevens in Systeem B vernieuwd en object 'XJd'is verwijderd. Zolang Systeem A niet vernieuwd is zal de referentie naar object X waarschijnlijk geïnterpreteerd worden als de laatst beschikbare versie van dit object. Uit dit voorbeeld wordt direct duidelijk dat het temporele aspect in informatiesys temen een nog belangrijkere rol zal gaan spelen in de (G)ll, om zo verwijzingen in en tussen de systemen zinvol te kunnen interpreteren! De uiteindelijke oplossing is ook systeem A bij te werken en de verwij zing naar object X (in ieder geval met de 'huidige'tijd) te verwijderen. Hoe dit gere aliseerd kan worden hangt vooral af van de specifieke situatie in een bepaald domein. Een generieke optie is het opzetten van een mutatie-abonnementmodel tussen de gedistribueerde systemen. Een uitermate belangrijk aspect van de toekomstige (G)ll, waarin gerelateerde objecten verkregen kunnen worden van een andere registratie/organisatie (in plaats van gekopieerd), is de'informatiegarantie'. Hoe wel de gerelateerde objecten, bijvoorbeeld personen in het geval van een kadastraal systeem, niet het primaire doel van de regis tratie zijn, valt of staat het gehele 'productie proces'(zowel vernieuwing als levering van kadastrale informatie) met de beschikbaar heid en kwaliteit van de gegevens op de server op afstand (remote server). Daarom is een soort'informatiegarantie'nodig om te verzekeren dat het primaire proces van de kadastrale organisatie niet geschaad wordt door storingen elders. In aanvulling hierop is het mogelijk dat systemen/gebruikers op afstand ofte wel gedistribueerde systemen/ gebruikers niet alleen geïnteresseerd zijn in de huidige status van de objecten, maar dat zij ook behoefte hebben aan de historie van deze objecten, bijvoorbeeld voor belasting- of taxatiedoeleinden. Dus al is de voor het onderhoud van de objecten verantwoor delijke organisatie zelf niet geïnteresseerd in de historie, dan nog kan het zijn dat het gedistribueerde gebruik deze eis wel als een soort 'temporele beschikbaarheidgarantie' Geo-lnfo 2010-1 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 33