Huidige niveaus van volwassenheid van de landadministratie De laatste stap: realiteit of toekomstmuziek? Normen. In deze fase worden de nood zakelijke normen gecreëerd. Dat wil zeggen normen voor gegevensmodel- lering, normen voor uitwisselingsfor maten en normen voor landadministra- tiesystemen. Normen vormen de basis voor volwassenheid. Connectiviteit. Zodra de normen helder zijn kunnen verschillende organisaties of landen beginnen een verbinding tot stand te brengen. Integratie. Nadat organisaties of landen met eikaar verbonden zijn beginnen zij als een geheel te functioneren. Dit leidt tot een soort informatie-infrastructuur voor landadministratie. De geo- informatie'ontmoetingsplaats'voor alle relevante gebruikers. Netwerk. Dit ultieme niveau lijkt een kleine stap, maar vraagt om een grote transformatie. De focus zal zich verplaat sen van landadministratie binnen de (G)ll naar een hoger niveau van maat schappelijke thema's. Het zal de (G)ll plaatsen in de context van relevante maatschappelijke thema's. Daarbij valt te denken aan openbare orde en veiligheid, milieuvraagstukken, planologie, water management en armoedebestrijding. Binnen deze thema's moeten veel ver schillende spelers (probleemhouders), informatieverzamelingen en sectoren samenwerken om de maatschappe lijke uitdagingen aan te kunnen gaan. Dit vraagt om semantische vertaling van de informatie teneinde de gewenste effectiviteit te bereiken. Het is nu mogelijk om het niveau van volwas senheid op verschillende schalen - mondiaal, Europees en nationaal - als volgt te beoor delen: op mondiale schaal: als we naar de mondiale schaal kijken dan zien we datdeGSDI-inspanningen in normen resulteren. Dit is het eerste stadium van volwassenheid en een eerste vereiste om een basisniveau te creëren waarop voortgebouwd kan worden; op Europese schaal: in Europa heeft het INSPIRE-initiatief in een grote stap voor waarts geresulteerd. INSPIRE voorziet in de normeringsbasis voor gegevens en de uitwisseling van gegevens, In Europa is inmiddels het normeringsniveau volwas sen geworden en zien we via initiatieven, zoals Eulis, een opmaat naar de volgende fase van connectiviteit, d.w.z. verbanden tussen verschillende landen. Verder zijn grensoverschrijdende initiatieven ter verbetering van de landadministratie- processen waar te nemen; op nationale schaal: Nederland maakt de volgende stap naar het integratieniveau van connectiviteit. Verschillende orga nisaties en sectoren werken samen in het zogenaamde Nationale Geo Portaal. Gegevens worden op nationaal niveau in zogenaamde basisregisters georgani seerd waarmee een stap in de richting van dit integratieniveau wordt gezet. Alle geo-gegevens zijn gestructureerd waarbij interconnectiviteit een primaire doelstelling is. Deze gestructureerde werkwijze waarborgt dat gegevens slechts een keer verzameld worden en dat deze gegevens veelvuldig door alle overheidsinstanties gebruikt worden. Verschillende overheden, zoals ministe ries, provincies en gemeenten werken dus samen. Het bereiken van het netwerkniveau staat nog in de kinderschoenen. Een voorbeeld in Nederland is een proef op het terrein van openbare orde en veiligheid, waarbij (G)ll een van de elementen is ter ondersteu ning van het crisismanagement. De stap om tot een nationale openbare orde- en veiligheidsoplossing te komen zal enkele jaren vergen. In balans en met gedeelde verantwoordelijkheid samen te werken is nu eenmaal makkelijker gezegd en neerge schreven dan gedaan. Mondiale thema's, zoals het smelten van de ijskappen, de zeespiegelrijzing, de toenemende wereldwijde armoede en de afname van natuurlijke hulpbronnen, vragen om een ruimtelijke ordening die er zorg voor draagt dat onze aarde weer in balans komt. Het zijn juist deze maatschappelijke vraagstukken waarbij landadministratie en de bijbehorende (G)ll een belangrijke rol kunnen spelen. Landadministratie is niet de centrale oplossing voor deze problemen, maar vormt wel een belangrijke schakel om tot oplossingen te komen. Het welslagen hangt af van het vinden van de balans tussen alle relevante organisaties of landen. Zodra een organisatie of land een van deze thema's begint te reguleren en een centrale rol gaat spelen bestaat het gevaar dat de balans verstoord wordt. Om dit te voorkomen is een netwerkbena dering noodzakelijk: een netwerk waarin iedereen zijn of haar eigen bijdrage aan de oplossing kan leveren. Echt succesvol wordt het als iedereen genegen is zich buiten het centrum van het netwerk te plaatsen en bereid is de handen ineen te slaan. De wereld heeft behoefte aan de netwerkbenadering, het laatste stadium van volwassenheid, waarbij het thema centraal staat en niet de organisatie of het land. Om de huidige mondiale problemen het hoofd te kunnen bieden verdient onze wereld de netwerkbenadering. Alle betrokken disciplines dienen actief en gelijkwaardig samen te werken. Landad ministratie en de (G)ll zijn een middel om de uitdagingen in onze steeds complexer wordende maatschappij het hoofd te bieden. In een netwerkmaatschappij is het is dan ook van doorslaggevende beteke nis dat alle betrokken partijen begrip voor elkaar op kunnen brengen, ook al hebben zij een verschillende achtergrond en hanteren zij een andere terminologie. Een reeks van begrippen waar in brede zin consensus over is bereikt (een ontologie) is noodzakelijk en wordt aangereikt via het LADM. f Literatuur Directive 2007/2/ec of the European Parlia ment and of the council of 14 March 2007 Establishing an Infrastructure for Spatial Information in the European Community (INSPIRE). Official Journal of the European Union, 25.04.2007, L108/1-14. Eulis (2009). www.eulis.eu/countries/ Groothedde A., C.HJ. Lemmen, P. van der Molen en PJ.M. van Oosterom (2008). A standardized land administration domain model as part of the (spatial) information infrastructure, in PJ.M. van Oosterom en S. Zlatanova (Eds.). Creating Spatial Informa tion Infrastructures, Towards the Spatial Semantic Web. CRC Press, 2008, pp. 129-150. ISO/TC211 (2009b).Geographic informa tion Land Administration Domain Model (LADM), ISO/CD 19152, Committee Draft, 10 July 2009. www.gdmc.nl/oosterom/ ISOi9i52LADM_CD,pdf> Geo-lnfo 2010-1 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 37