Nationaal of ook internationaal?
Redactioneel
Ferjan Ormeling, redacteur
In onze vereniging en ook in Geo-lnfo
is sprake van een curieuze spagaat.
Beide zijn er voor de leden, natuurlijk,
want die dragen via hun lidmaatschap
zowel vereniging als tijdschrift. Dus heeft
het tijdschrift aandacht voor de leden en
voor wat ze doen met hun vak of in hun
baan. En voor het tijdschrift betekent
dat, dat het artikelen brengt die de leden
interesseren. Tegelijkertijd weten we
allemaal dat we het als dichtbevolkte
delta moeten hebben van de export van
goederen, diensten en ideeën. Ook op ons
vakgebied. Dat vereist een internationale
oriëntatie. We moeten via het tijdschrift
laten weten wat er internationaal speelt,
wat de nieuwe ontwikkelingen zijn, om
te tonen waar er mogelijkheden lig
gen. Dat betekent onder andere dat er
aandacht moet zijn voor internationale
congressen, internationale verenigingen,
initiatieven van de Verenigde Naties voor
zover ze ons vakgebied beïnvloeden of
voor commerciële ontwikkelingen zoals
van Google of Bing. Bovengenoemde
spagaat bestaat uit het zowel nationaal
voor de eigen leden als internationaal
bijdragen te willen leveren. Nationaal is
men geïnteresseerd in een ambtsjubileum
of een nieuwe toepassing van bestaande
programma's in gemeente X, internatio
naal in grensverleggende wetenschappe
lijke ontwikkelingen of globale trends.
Ondanks de toenemende outsourcing
vormen we nog steeds een vereniging, en
dat betekent dat we samen, op vrijwil
lige basis, activiteiten en het tijdschrift
vorm en inhoud geven. Door middel
van die vereniging leveren de leden een
maatschappelijke bijdrage. Die nationale
vereniging is weer onderdeel van een
internationaal bouwwerk dat we in het
verleden samen met andere landen
hebben opgetrokken. De FIG, de inter
nationale vereniging van landmeters
en geodeten werd 130 jaar geleden
opgericht. Dat was 100 jaar geleden
de ISPRS, de internationale vereniging
van fotogrammeters en remote sensing
specialisten en 50 jaar geleden de ICA, de
internationale vereniging van kartografen.
Bij de stichting van al deze verenigingen
hebben Nederlanders een belangrijke
rol gespeeld. Dat is waarschijnlijk inder
tijd mede mogelijk geweest doordat er
een groot koloniaal gebied te karteren
viel, waarvoor de noodzakelijke kennis
hier opgebouwd werd. Maar ook na de
dekolonisatie hebben we die kennis op
peil kunnen houden. Via onze univer
siteiten en internationaal opererende
bedrijven blijven we die kennis exporte
ren. Als Nederlandse samenleving en als
vereniging profiteren we daarvan en dat
vergt dat we ons als vereniging daar ook
voor inspannen. Dat betekent ook dat het
bestuur vragen en mededelingen van de
internationale verenigingen moet door
spelen aan de leden die daarvoor belang
stelling hebben. Daarnaast kenden we
vóór 2004 de verplichting dat wie namens
de vereniging lid was van een internatio
nale commissie daarover regelmatig in het
tijdschrift verslag uitbracht.
In dit nummer staat het verslag van de
24e ICA-conferentie in Chili. Waarschijnlijk
zullen slechts een paar Nederlanders in de
gelegenheid zijn dat congres bij te wonen,
reden te meer om erover te rapporteren.
En als u het verslag ziet, realiseert u dan
dat van de daar beschreven ontwikkelin
gen Nederland binnenkort ook de invloed
zal merken.