De glazen wereldbol Column Jeroen van Winden We zijn net aanbeland in een nieuw decennium, een mooi moment om eens even te mijmeren. Wat gaat er allemaal gebeu ren in dit decennium. Het is lastig om 10 jaar vooruit te kijken. Kijk maar eens 10 jaar terug en zie wat er allemaal gebeurd is in die korte periode. Ik wil het eens proberen met behulp van een aantal trends die ik zie in GIS land. De eerste trend die ik zie is dat het gebruik, of eigenlijk de gebruiker van geo- informatie verandert. Ik doel op de opkomst van de 'neograaf'. Geo-informatie wordt steeds meer gebruikt door mensen die niet uit ons eigen werkveld komen. Deze men sen stellen hele andere vragen en hebben hele andere eisen. Hiermee is een trend gezet naar andere manieren van versprei ding en vooral delen van geo-informatie. De neograaf begint de kracht van geo-informatie te ontdekken. Ook in dit decennium zullen we steeds weer verrast worden door mitiatieven van buitenaf. Net zoals we werden verrast door de introductie van Google Earth. We doen daar nu dingen mee die we binnen ons werkveld nooit voor mogelijk hadden gehouden. Mede door dergelijke verrassingen zullen we sprongen maken met geo- informatie die we nu nog niet voor mogelijk houden. De neo- grafen van dit decennium zullen ons de energie geven om die sprongen te maken. De tweede trend is de geodata-explosie. Terugkijkend zien we een explosieve groei aan gegevens waarvan we nooit hadden gedacht dat we het konden opslaan, laat staan gebruiken. Er lijkt een wetmatigheid te zijn in de groei van geodata. Ze worden steeds sneller, gedetailleerder, vaker en ook nog eens goed koper ingewonnen. Deze trend zal zeker worden voortgezet. Daarnaast verwacht ik dat'3D'en'tijd'een belangrijk rol krijgen in de explosieve toename van geodata. Ooit komen we in de buurt van een één op één schaal en een'near realtime'schat aan geo-informatie. Om een toekomstvoorspelling te doen is het goed om te kijken naar de manier waarop de jeugd om gaat met informatie. Zij -ik schaar mij in dit decennium niet meer onder de jeugd- gaan daar heel anders mee om dan wij oudjes. Ze bellen, sms'en, hyven, twitteren, msn'en, iPhonen en mashuppen continu: privé, op school en op het werk, en op een manier die wij niet meer bij kunnen houden. Er lijkt geen structuur in te zitten. Deze manier van werken zal, of de koningin het nu wil of niet, ook op het wer ken met geo-informatie invloed hebben. Alles wordt met elkaar gedeeld. De trend is dat technieken voor ondersteuning van dit soort communicatie elkaar steeds sneller zullen opvolgen. Wij zullen ons daarin steeds flexibeler, met een lelijk woord'agile', in op moeten stellen. Network OS, de cloud, Software As A Service, allemaal termen die we de laatste jaren steeds meer horen. In het volgende decennium komen er, zoals het de ICT betaamt, nog veel meer van dit soort termen bij. Waar het hier om gaat is dat we steeds meer dingen niet meer direct op onze eigen systemen zullen doen. We gaan steeds meer dingen afnemen als een dienst vanuit de wolk. In de wereld van geo-informatie of GIS zullen we hier niet aan voorbij gaan. Zo verwacht ik dat onze nationale geodata-infrastructuur in de cloud op zal gaan. Het gaat hier niet alleen om geodata, maar juist ook om geo-functionaliteit. GIS As A Service dus! We gaan voor GAAS. Gadgets zijn ook altijd een belangrijke bron voor verandering. En gadgets zullen er komen in het volgende decennium. Er zul len partijen opstaan die voor leuke toepassingen zorgen op dit soort gadgets.Twee voorbeelden die volgens mij een grote rol kunnen spelen in het werken met geo-informatie in de nabije toekomst zijn de opkomst van augmented reality en iets dat wel een PAN wordt genoemd. Augmented reality is de projectie van een virtuele omgeving in de werkelijke wereld. De eerste toepassingen ervan zijn nu al beschikbaar op bijvoorbeeld een iPhone met een camera, een GPS en een kompas. Hiermee kun je als het ware door de telefoon heen naar buiten kijken, met in dat beeld extra geo-informatie (zie www.layar.com). Het duurt niet lang meer voordat we die projectie ook hebben in onze zonne bril of op onze autoruit. Het wordt nog leuker als je dat met een 'Personal Area Network (PAN) kunt combineren. Stel je dus voor datje altijd je PAN bij je hebt, met een bereik van één of twee meter rondje lichaam. De objecten die jij in jouw PAN-aura deelt kunnen dan met je communiceren en op je reageren. Denk hier bij bijvoorbeeld aan je huisje auto, je koelkast, TV, collega, laptop, partner, kinderen of kat. Je PAN heeft altijd een locatie en daarmee is de link met geo-informatie makkelijk gelegd. Het blijven mijmeringen, want ik kan natuurlijk niet in een glazen wereldbol kijken. Dingen die in het verleden zijn gebeurd bieden geen garantie voor de toekomst. We zullen in 2020 zien hoe we met geo-informatie de wereld veroverd hebben of we voorspel len dat voor het daarop volgende decennium, f Jeroen van Winden Manager technology development ESRI Nederland jvanwinden@esri.nl Geo-lnfo 2010-2 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 11