gaat om de vraag tot op welke hoogte een 2. Taal 3. Beloning Deelnemers Analyse van de gemeenschappen AND Map 2.0 omschrijft de doelstelling van het project. De schaal heeft niet alleen betrekking op de diversiteit aan producten of diensten die door middel van crowdsourcing worden aangeboden, maar ook op de doelgroep die je wilt interesseren voor de digitale gemeenschap. De diepgang digitale gemeenschap inzicht en invloed heeft op het proces van crowdsourcing. Het is meestal een afweging tussen de betrokkenheid van een gemeenschap bi het project en het risico om controle over het project te verliezen. Het element'taal'heeft betrekking op de marketing van een crowdsourcing-project [Viitamaki, 2007]. Het is in eerste instantie van groot belang om de deelnemers en hun context te begrijpen. Hierdoor krijg j inzicht in de'social objects) datgene wat mensen in een digitale gemeenschap met elkaar delen. Sociale netwerken zijn nam lijk niet alleen opgebouwd uit mensen, maar bestaan uit mensen die met elkaar verbonden zijn door gemeenschappelijke 'social objects'. Anders verworden sociale netwerken tot een wedstrijdje wie de meeste vrienden heeft. In een crowdsour cing-project is het van belang om op een authentieke manier de gemeenschap te benaderen. Zo moet het altijd duidelijk zijn voor de digitale gemeenschap, wie de andere deelnemers zijn en wat de rol van de commerciële kaartleverancier is. Alvorens mensen besluiten om mee te doen aan een crowdsourcing-project stellen zij zichzelf de vraag:"Hoe kan ik hiervan profiteren?" Daarom moeten er verschillende beloningen worden aangeboden om mensen te overtuigen mee te doen aan het project [Viitamaki, 2007]. De intrinsieke beloningen zijn niet materieel en ontstaan door de deelnemers zelf. Zo kan een project een intellectuele of creatieve uitdaging zijn of deelnemers kunnen een product of dienst voor privégebruik maken. Extrinsieke belo ningen ontstaan door deel te nemen in een digitale gemeenschap of door bij te dragen aan een project. Deze zijn onder te verdelen in subjectieve en objectieve beloningen. Subjectieve beloningen zijn immaterieel zoals roem, waardering doo' de groep of status. Objectieve beloningen zijn materieel en hebben een economi sche waarde, zoals producten, diensten of een financiële beloning. 4. Regels Het vierde element van een succesvol crowdsourcing-project is het opstellen van duidelijke regels en richtlijnen, die door alle partijen wordt gedragen [Viitamaki, 2007]. Deze regels en richtlijnen bepalen bijvoorbeeld wie kunnen toetreden tot de gemeenschap en op welke manier, hoe bijdragen gemaakt en uitgewisseld moeten worden en hoe deelnemers met elkaar omgaan. Regels voor het maken van bijdragen hebben bijvoorbeeld betrekking op het bestandsformaat, sluitingstermijn, en de criteria op basis waarvan de bijdra gen worden geëvalueerd. Regels over de uitwisseling bepalen bijvoorbeeld wie het eigendom heeft over de bijdragen. 5. Instrumenten Het laatste element van het FLIRT-model is het geheel aan instrumenten, waarop crowdsourcing-projecten zijn gebaseerd [Viitamaki, 2007]. Zo zijn er instrumenten om gemeenschappen mee te faciliteren, om bijdragen te maken, om te kun nen communiceren en om te besturen. Zo kan een crowdsourcing-project zelf een nieuwe gemeenschap opzetten, of meeliften op het succes van een reeds bestaande gemeenschap. Instrumenten om bijdragen te maken zijn bijvoorbeeld computerprogramma's die je op de PC moet installeren of die op een website worden aangeboden, maar kunnen bij voorbeeld ook fysieke hulpmiddelen zijn zoals een videocamera om een filmpje te maken. Instrumenten om te communice ren maken het mogelijk voor deelnemers om hun bijdragen te delen, te beoordelen en te laten zien, maar ook om ze buiten het project te gebruiken. Ten slotte zijn er instrumenten om te besturen. Hiermee kunnen de bijdragen worden verzameld en kan men betekenis geven aan de bijdragen om het uiteindelijke doel van het project te bewerkstelligen. Het belangrijkste element van een crowdsourcing-project is natuurlijk de gemeenschap van deelnemers. Viitamaki onderscheidt vier groepen deelnemers, die allemaal even belangrijk zijn voor het succes van een project [Viitamaki, 2007]. 1. Makers ('creators') zijn die deelnemers die de originele inhoud en de ideeën voor het project leveren. 2. Recensenten en netwerkers ('critics and connectors') zijn die deelnemers die actief bijdragen aan de communicatie in en rond de gemeenschap. Zij zorgen ervoor, dat het nieuws zich verspreidt en proberen anderen te overtuigen en te beïnvloeden. 3. Omstanders ('crowds') zijn in mindere mate onderdeel van de gemeenschap, maar dragen hun steentje bij door hun stem uit te brengen op en steekwoor den toe te kennen aan bijdragen van anderen. Uiteindelijk bepalen zij welke bijdragen waardevol zijn. 4. Consumenten ('consumers') maken geen deel uit van de gemeenschap, maar gebruiken of kopen slechts de bijdragen. Aan de andere kant: als je een boek koopt op Bol.com helpt dit anderen weer door de suggestie 'Lief hebbers van dit boek bestelden ook'. Via de website Map 2.0 van AND kunnen deelnemers slechts een vast aantal veran deringen op objecten in de kaart uitvoe ren. Zo kunnen deelnemers wel nieuwe wegen toevoegen, maar zij kunnen bestaande wegen niet verwijderen. Wel zijn alle veranderingen meteen zichtbaar op de kaart voor alle deelnemers. Wil je een verandering maken, dan moet je je eerst aanmelden. Je bent dus wel bekend bij AND, maar andere deelnemers kunnen geen profiel van je bekijken. Zelf kun je AND alleen via een emailadres benade ren. Zonder je aan te melden kun je de kaart gebruiken om locaties of nuttige plaatsen ('points of interest') op te zoeken. De enige beloning is de directe bevredi ging, dat jouw wijzigingen meteen zijn doorgevoerd en dat anderen deze wijzi gingen ook meteen kunnen zien. Het is alleen niet duidelijk of deze wijzigingen ook daadwerkelijk worden toegevoegd in de commerciële wegenkaart van AND, zodat de wijziging ook beschikbaar komt voor derden. Naast de website is de kaart ook beschikbaar via een applicatie voor 12 Geo-lnfo 2010-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 14