Vragen en belangrijkste uitkomsten van de workshop Fig.2. Hard aan het werk tijdens de workshop. leg met de beheerafdelingen kan al begin nen, zodat er gezamenlijk een definitie van de objecten kan worden gemaakt." Na deze presentaties werden de aanwezi gen over acht groepen verdeeld, zodanig dat er een juiste mix was van beheerders en geodeten binnen- en buitendienst van ver schillende gemeenten. De eerste opdracht bestond uit het definiëren van de objecten rondom een rotonde met een vrijliggend fietspad. Hierbij kwam er al snel de nodige discussie op gang tussen de beheerders en de landmeters (fig. 2). De landmeters beschouwden de situatie over het algemeen naar het zichtbare lijnenbeeld, de beheer ders naar de te beheren objecten. Het werd al snel duidelijk datje vóór de objectvor ming eerst moet nadenken waarvoor het object gebruikt wordt. De beheerders hebben hierin een doorslaggevende rol. Omdat de opdracht was dat er een uitkomst per groep moest zijn, waren de groepsleden genoodzaakt om tot overeenstemming te komen. Na de nodige volhardende discussies werd er uiteindelijk één voorstel ingekleurd. Dit werd besproken met een andere groep, waarbij de argumenten voor de keuze moesten worden benoemd. Was er een winnaar uit de groepen met de juiste objectafbakening? Nee en ja. Er was geen winnaar omdat de objecten op verschil lende manieren gedefinieerd kunnen worden. Voor iedereen was echter duidelijk dat alle groepen'winnaars'waren omdat ze elk consensus wisten te bereiken over het ingekleurde plaatje. De tweede opdracht had te maken met de niveaus van objecten. Uit de inleidende presentaties was al duidelijk geworden dat een waterobject onder een brugob- ject doorloopt. De gemeente Spijkenisse had echter een ingewikkelder voorbeeld waarbij het niet eenvoudig was om direct uit te maken hoe de niveaus liepen en waarbij het ook niet eenvoudig was om uit te maken wat niveau o (maaiveld) is. Na de ervaring met de eerdere opdracht werd er gemakkelijker gewerkt naar een eenduidige definitie van het niveau o en de opbouw van de niveaus. De opmer king die hieruit voortkwam is dat er een landelijke afspraak moet komen over de definitie van 'niveau 0'. Op die manier ontstaat er een eenduidig beeld van de niveau-opbouw. Na deze groepsdiscussies zochten de deelnemers de collega's van de eigen gemeente op om de ervaringen te bespre ken en om te formuleren welke stappen ze nu al kunnen zetten. Er waren hiervoor verschillende vragen opgesteld die door alle gemeenten werden ingevuld.Tot slot was er in het nawoord nog een laatste bij drage van Jan Willem Rademakers waarin hij in een minuut de BGT promootte als innovatief project waarin ketensamenwer- king hogere kwaliteit oplevert met minder mensen. Bij de gemeenten kunnen nu stappen worden gezet om in overleg met de beheerafdelingen te werken aan een eenduidige definitie van objecten, het opschonen van bestanden en het opzet ten van een centrale opslag. De landelijke ontwikkelingen worden daarbij scherp in de gaten gehouden, want de gevormde objecten in welk detail dan ook, moeten eenvoudig om te zetten zijn naar de inhoud van de BGT. Na deze workshop zal voor menig deelnemer de BGT dan ook staan voor'Bewust Geconstrueerde Topologie'. Chris Hartman, gemeente Alphen aan den Rijn Wat zijn de belangrijkste conclusies van deze vsorkshop? BGT biedt veel voordelen voor gemeenten Beheer bepaalt de objectafbakening, geo de kwaliteit Samenwerking binnen gemeente is essentieel Duidelijke richtlijnen met uitgewerkte voorbeelden zijn noodzakelijk voor uniform bestand Welke knelpunten verwacht je? Afstemming tussen landmeters en beheerders Benodigde tijd en kennis Welke voordelen zie je? Eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik efficiency Eén standaard, uitwisselbaarheid Hogere kwaliteit en leesbaarheid Hoe ga je beginnen? Kennis opbouwen, draagvlak creëren Afspraken met beheerders maken voor beslisschema's en procesafspraken Basiskaart structureren Geo-lnfo 2010-2 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 19