conventies betreffende kadasters. Zo geven conventionele
REGISTERING THE HUMAN TERRAIN
kunnen worden behandeld. Het STDM doet dit door componenten
te ontwikkelen die de registratie van al deze vormen van grond
bezit faciliteren, evenals de diverse soorten rechthebbenden, en
alle mogelijke vormen van ruimtelijke bezitseenheden ongeacht
het niveau van formele erkenning. Niet alleen met betrekking tot
het niveau van formele erkenning, maar de hele gedachte achter
het STDM maakt het mogelijk verder te gaan dan de heersende
systemen bijvoorbeeld de betrekking weer tussen mens en grond,
via een recht. En alternatieve optie die in het STDM is opgenomen,
betreft het relateren van een persoonlijke iidentificatie door een
vingerafdruk, aan een coördinaatpunt in een perceel land, via een
bezitsrecht louter erkend in een lokale gemeenschap of zoals bezit
of gebruik. Het STDM beoogt dus een basis te verstrekken voor
efficiënt en effectief grondgebruik die naar wens uitgebreid kan
worden. Het dient overigens vermeld te worden dat het STDM
inbegrepen is in het LADM zoals dat momenteel als norm in onder
zoek is bij de ISO (als Annex B van ISO 19152).
Het STDM beschrijft betrekkingen tussen mens en grond op een
onconventionele manier, waardoor het een oplossing biedt voor
tot nu toe genegeerde leefgemeenschappen zoals mensen in
informele nederzettingen (sloppenwijken! en in gebieden waarin
traditioneel gewoonterecht geldt. Het ondersteunt de ontwikke
ling en het onderhoud van landinformatiesystemen in gebieden
waarvan formele grondregistratie geen sprake is. Het besteedt
aandacht aan rechten op grond die normalerwijze niet geregis
treerd worden, of die überhaupt niet voor registratie in aanmer
king komen volgens de heersende wetgeving. Ook is registratie
mogelijk van stukken grond waar claims elkaar overlappen zoals
dat in de derde wereld vaak voorkomt. Ook daar biedt het model
mogelijkheden om'wie','wat'en'waar'te registreren. Met andere
woorden, de nadruk ligt op'sociaal'grondbezit in plaats van op
'formeel'grondbezit. Voor deze sociale rechten heeft UN-HABITAT
een model aangeleverd dat het'continuüm van rechten opgrond'
wordt genoemd. Dat houdt in dat niet-formele rechten, zoals
bezit, inheemse verjaring, bezetting, gebruik, pacht, gewoonte
recht, inheemse rechten als formele rechten (freehold, leasehold,
eigendom) zijn erkend en worden ondersteund (met betrekking
tot informatiemanagement) in kadasters, onder de voorwaarde
dat deze gebaseerd zijn op het STDM. Evenzeer geldt dat er een
range van opties geboden wordt voor de verschillende vormen
van ruimtelijke eenheden (zoals percelen), als onderwerp van
rechten. Buiten het ons bekende kadastrale perceel gaat het dan
om representaties door middel van zwaartepuntcoördinaten
binnen een polygoon, een stelsel lijnen, een polygoon met naar
wens hoge of lage precisie, een 3D volume enz. Als het gaat om de
rechthebbenden, is registratie mogelijk van individuen, groepen
met gedefinieerd of niet-gedefinieerde lidmaatschap, groepen
van groepen, dorpen, families, bedrijven, overheden enz. Met
betrekking tot de bewijskracht van het grondbezit, kan het STDM
omgaan met onnauwkeurigheden en onduidelijkheden op dat
gebied. Kortom, het STDM houdt rekening met informatiegerela-
teerde componenten van kadasters op een innovatieve wijze.
Daarmee sluiten dit soort systemen beter aan op lokale behoeften
en mogelijkheden, waarbij het dus gaat om zowel administratieve
als ruimtelijke gegevens. In een sloppenwijk kan het bijvoorbeeld
raadzaam zijn om eerst maar eens te starten met het registreren
van de relatie tussen een mens en een coördinaat, in plaats van
een volledig opgemeten perceel. Daar kunnen dan vingerafdruk
ken en foto-opnamen aan toegevoegd worden als attribuut.
In een zakendistrict of een stadscentrum echter, kan registratie
plaatsvinden zoals wij dat in Nederland doen, terwijl in een
woonwijk elders gebruikgemaakt wordt van ruimtelijke eenheden
verkregen uit satellietopnamen gecombineerd met een formele
registratie. STDM stelt zich ten doel al deze mogelijkheden te
bieden. Het voordeel van het gebruik van een standaard is dat
deze decentrale implementaties ondersteunt, waarbij men elkaar
toch kan begrijpen door het gedeelde begrippenkader.
Hoge resolutie-satellietopnamen zijn veelbelovend als bron
voorde vastlegging van ruimtelijke eenheden in een kadaster.
Een dergelijke opname kan gebruikt worden om grondbezit te
identificeren door de rechthebbenden zelf, dus in een participa
tieve manier. Om dit te bewijzen, organiseerde de Wereldbank
(gesteund door het GLTN) een proef in Ethiopië in juni 2008,
waar dit samen met de lokale bevolking werd uitgetest, met
een zeer bemoedigend resultaat. Vergelijkbare uitkomsten
kwamen uit landen als Rwanda en Namibië. Dit waren redenen
te meer om de ontwikkeling van het STDM met kracht voort te
zetten. Inmiddels zijn de conceptuele, functionele en technische
ontwerpen gereed. De stap die nu genomen wordt is de feitelijke
UOUGI-AS r.ATSOM
Fig. 3. Voorkant boek Douglas Batson.
38 Geo-lnfo 2010-2