Historische Atlas
A. Fries als moedertaal
De meest Fryske gemeente
Van Jannum, Jorwert en Jubbega
Percentage van de bevolking
dat Fries ais moedertaal heeft
Ij 80 of meer
60-80
40-60
I 20-40
minder dan 20
["T:; j geen gegevens
Fig. 176A en B uit de Bosatlas.
je denkt) en gedetailleerde schema's van
Eisinga's planetarium in Franeker (al vind
ik dit soort dingen eigenlijk niet in een
a^las thuishoren).
In hoofdstuk 11 komen we dan in een écht
Fries deel van de atlas:Taal en cultui
Geschiedenis, dialecten (Friese, Frankische
én Saksische), het gebruik van het Fries,
alles passeert de revue. De lezer leert dat
de gemeente Dantumadiel de meest diep-
Fryske gemeente is: meer dan 80% van
de inwoners heeft Fries als moedertaal.
En de wereldkaart in het Fries is een leuke
toevoeging. Het navolgende hoofdstuk
(12) is weliswaar voor zo'n beetje heel
Nederland relevant, maar voor Fryslan in
het bijzonder, de sport. Er wordt uiteraard
uitgebreid aandacht gegeven aan het
skütsjesilen, fierljeppen en kaatsen, alsook
aan FC Heerenveen en FC Cambuur.
De plattegronden van Thialf (p. 194-195) lij
ken me overigens eerder op instigatie van
de marketingafdeling opgenomen dan
om atlastechnische redenen. Ik vind ze
niet passen. Dan volgen nog twee hoofd
stukken over Recreatie (13) met details
over de Sneekweek, en Infrastructuur (14),
met vaarwegen, spoor- en tramwegen,
busroutes (met in kaart 219F een onduide
lijke legenda-tekst'lijn overgedragen aan
buurprovincie') en nutsnetten.
Het laatste deel van deze Bosatlas bevat
referentiegegevens. Hoofdstuk 15 geeft
van elke Friese gemeente gegevens over
de bevolkingsopbouw, de moedertaal,
de politieke kleuren het bodemgebruik.
Verder wordt in gemeentekaarten waarop
de afzonderlijke dorpsgebieden staan
aangegeven, informatie gegeven over
de dorpsgrootte, de bevolkingsontwik
keling en werkzame personen. Dit is een
boeiende invalshoek. De Friese gemeen
ten zijn gemiddeld zo groot dat cijfers
per gemeente wat nietszeggend worden.
Deze detaillering naar dorpen biedt
daardoor een rijke informatiebron. Dus als
u altijd al meer had willen weten van Jan
num, Jorwert of Jubbega, dan is hier het
boek voor u. Opvallend is dat in de meeste
dorpjes het aandeel agrariërs niet boven
de 20% uit komt.
Het laatste blok (hoofdstuk 16) bevat
de serie topografische kaarten 1:25.000
van heel Friesland met een prettig
ruime overlap naar de buurprovincies.
Het maakte me blij dat hier weer is
gekozen voor bebouwing in rood, dat
maakt de kaarten in mijn optiek toch een
stuk mooier. De kaarten hebben naar alle
kanten 0,5 km overlap (2 cm) wat erg pret
tig is bij het bladeren. De teksten zijn, bij
nauwkeurige beschouwing, niet helemaal
gestoken scherp, evenals sommige van de
coördinatennetlijnen, maar dat effect is
zodanig klein dat het de kwaliteit van de
kaarten niet beïnvloedt. Een beetje rigide
is de bladindeling bij Vlieland en Terschel
ling. Ik zou deze eilanden op een aan
eensluitende reeks, op maat gemaakte,
kaarten afbeelden. Dat is toch de manier
waarop je als lezer de eilandkaarten wilt
bestuderen.
Enkele opmerkingen tot slot. Hoewel het
boek barst van de kaarten van Friesland,
mis ik een (dubbelpagina) overzichtskaart
van de provincie, bij voorkeur direct aan
het begin. Daar hoort ook een helder
gemeentekaartje bij, omdat bij veel
themakaartjes alleen de grenzen zijn
aangegeven en niet de namen (de kaarten
op p. 61 resp. 226/227 staan te'diep' in het
boek en zijn niet gemakkelijk te raadple
gen). Maar voor het overige: lof, lof en lof
voor deze opnieuw fraaie aanwinst in de
Bos-atlasfamilie Welke provincie volgt?
'dn 6aUif'4 tgönt ttfink
Historische Atlas van Assen. Samengesteld
door Jan Battjes en Egbert Brink, iv+96
pagina's, ISBN 978902324553-7. Uitgeverij
Van Gorcum, Assen 2009, prijs €34,50.
"Een historische atlas van Assen? Dat zal
dan wel een dun boekje zijn", aldus een
collega die ik over deze nieuwe publicatie
vertelde. Assen roept inderdaad niet direct
de associatie op van een stad waar je een
historische atlas van zou kunnen maken.
Geo-lnfo 2010-2 49