Registreer de Wkpb-beperkingen
geometrisch
Naar een systematiek die aansluit op de praktijk
Bij het opstellen van de Wet kenbaarheid Publiekrechtelijke
Beperkingen (Wkpb) in 2006 is er voor gekozen om de beperkingen
te registreren op basis van kadastrale percelen. In dat traject is er door
diverse betrokkenen gewezen op de ongemakkelijke relatie tussen
perceel en beperking, maar dat heeft toentertijd niet tot wijziging
van de voorstellen geleid. Nu de Wkpb ruim twee jaar in de praktijk
is toegepast, blijkt die ongemakkelijke relatie een knellende, ja zelfs
negatief uitwerkende, relatie te zijn.
Praktijkproblemen
De ongemakkelijke relatie
tussen perceel en beperking
blijkt een knellende, ja zelfs
negatief uitwerkende,
relatie te zijn
Ad van der Meer, unitmanager Geo-informatie, Dienst Persoons- en Geo-informatie, gemeente Amsterdam
a.vandermeer@dpg.amsterdam.nl
Als een bestuursorgaan een beperking
oplegt, moet die vanzelfsprekend een
geografische aanduiding hebben.
De Wkpb bepaalt hierover in de artikelen
6,7 en 15 het volgende:
'Het bestuursorgaan (gemeente of anders
zins, AvdM) dat het beperkingenbesluit
heeft vastgesteld,draagt er zorg voor dat
het beperkingenbesluitwordt voorzien
van de kadastrale aanduidingen van de
onroerende zaak
Met andere woorden: hoe de beperking
in de dagelijkse praktijk ook wordt
omschreven, in het Wkpb-besluit en dus
ookdeWkpb-registratie is de kadastrale
aanduiding het identificerende kenmerk.
Logisch gezien voelt dat niet goed. Want
een beheerder werkt met objecten,
fysieke elementen. Een kadastraal object
is een virtueel object dat geen (directe)
relatie heeft met de fysieke werkelijkheid.
Een nijvere Wkpb-ambtenaar kan dus
niets anders doen dan het fysieke object
(bijvoorbeeld uit de GBKN) op de kadas
trale kaart positioneren om de kadastrale
aanduiding daaruit af te leiden. De meeste
Fig. 7. Beperking op één pand besmet alle panden op hetzelfde kadastrale perceel.
Wkpb-pakketten ondersteunen dat wel,
dus technisch is er hier geen probleem.
Maar wat betekent dit vervolgens?
Een klassiek geval dat dan optreedt is
het i:n probleem, weergegeven in fig. 1.
Het pand Wolter Brandligtstraat 8 krijgt
een aanschrijving Woningwet, die in de
Wkpb wordt geregistreerd. De kadastrale
aanduiding is Sloten D 2803. Nu is dat
pand eigendom van een corporatie die op
datzelfde perceel in totaal 19 panden bezit.
Al deze panden worden, door hun verbin
ding met perceel D2803, eveneens'besmet'
met deze aanschrijving: een potentiële
koper van pand Harry Koningsbergerstraat
17 krijgt desgevraagd geen 'Wkpb-vrij'-
verklaring. Op het kadastraal perceel waar
dat pand op ligt, is immers een beperking
ingeschreven. Het vereist vervolgens docu
mentenonderzoek om na te gaan hoe de
situatie nu feitelijk in elkaar zit.
Vergelijkbare situaties treden op bij de plaat
sing op de gemeentelijke monumentenlijst
van de, inderdaad monumentale, Blauw
brug over de Amstel, vlakbij de Stopera
(fig. 2). De brug ligt in een veel groter perceel
en koppeling van de Wkpb-beperking aan
dat perceel maakt dat ook alle ligplaatsen
ten noorden van de brug een Wkpb-vinkje
krijgen (in de geïntegreerde omgeving bij
de gemeente Amsterdam kiest men een
adres, bijvoorbeeld van een ligplaats, en via
de kadastrale perceelsaanduiding worden
de juridische gegevens opgehaald, waaron
der de Wkpb-gegevens). Een vergelijkbare
4 Geo-lnfo 2010-2