Ook buiten Amsterdam
Kadastrale kaart niet authentiek
Probleem voor de
Wkpb-ambtenaar
lAsoigQ oaoeïl'
Fig. 5a en b. Links de gemaakte perceelsrelatie met het pand Molensteeg 12, rechts een alternatieve mogelijkheid die (ook) niet goed voldoet.
een bizarre koppeling: perceel G2080
lijkt meer met huisnummer 10 te zijn
verbonden dan met nummer 12. Maar wat
moest de behandelend Wkpb-ambtenaar
dan? Aanwijzing van het perceel waarop
huisnummer 12 staat vermeld (G208-1)
suggereert dat (ook) de nummers i4a-b bij
de beperking horen (fig. 5b). Bovendien
valt het grootste deel van het fysieke pand
nummer 12 buiten perceel G2081 wat
ook een verkeerde indruk wekt. De in dit
voorbeeld gemaakte keuze is overigens
rekenkundig tot stand gekomen: het sys
teem heeft berekend dat het pandvlak van
nummer 12 voor het grootste deel (zij hel
net iets meer dan 50%) over perceel G2081
valt en dat is dus de koppeling geworden.
De voorbeelden die ik hiervoor heb
besproken komen uit de Amsterdamse
praktijk. De lezer kan natuurlijk stellen dat
Amsterdam een bijzonder geval is (waar
de lezer dan overigens helemaal gelijk
in heeft) maar de Wkpb-systematiek zal
ook in andere gebieden vaak dezelfde
consequenties hebben. Beschouw een
gedeelte van het idyllische platteland
nabij Eibergen. Daar staat een fraaie boer
derij met een mooi stuk land erbij. Als het
gebouw een monumentenstatus krijgt,
vererft dat op het hele perceel (fig. 6a),
terwijl toch alleen het pand deze status
toegekend heeft gekregen. En als de sloot
links van het perceel vervuild blijkt te zijn,
vererft dat op een nog veel groter gebied
(fig. 6b). Ook hier zie je dus dat de fysieke
realiteit en de kadastrale virtualiteit niet
met elkaar in overeenstemming zijn.
Er bestaat nog een fundamenteel bezwaar
tegen de kadastrale grondslag van de
Wkpb-registratie, namelijk dat de kadastrale
kaart daar helemaal niet geschikt voor is.
In dit blad heb ik al vaker betoogd dat de
kadastrale kaart alleen maar een index is
voor de (topologische) ligging van percelen
en datje aan de ligging van de perceel
grenzen geen consequenties mag verbin
den. (Dat is, ik benadruk het nog maar eens,
geen verwijt: het ontstaan en de ontwikke
ling van het Kadaster geven hier een heldere
en afdoende verklaring voor.) Niet voor niets
wordt op uittreksels van Kadaster Online
de zinsnede afgedrukt:'Aan dit uittreksel
kunnen geen betrouwbare maten worden
ontleend'. Maar dat is nu net wat we in feite
met de Wkpb voortdurend aan het doen zijn.
We combineren immers fysieke grenzen van
beperkingen met de, onzekere, ligging van
grenzen op de kadastrale kaart, en registre
ren vervolgens of een perceel al dan niet
een Wkpb-beperking kent. De kadastrale
kaart wordt in Wkpb-verband als een soort
authentieke bron beschouwd, maar dat is
dus principeel onjuist.
Heeft de nijvere Wkpb-ambtenaar uitein
delijk het probleem opgelost hoe hij de
fysieke beperking gerelateerd krijgt aan
de kadastrale perceelsindeling, dan is hij
nog niet van het probleem af. Omdat de
Fig. 6b. Een alternatieve mogelijkheid die (ook) niet goed voldoet.
Fig. 6a. De gemaakte perceelsrelatie met het pand Molensteeg 12.
6 Geo-lnfo 2010-2