En de gebruiker? Dit moeten we dus niet willen Minstens 90% van de opgelegde beperkingen komt niet overeen niet met kadastrale percelen Wat dan wel? kadastrale indeling voortdurend wijzigt, is in de Wkpb, art. 8, opgenomen: 'B&W dragen zorg voor het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie ingeval van wijzigingen van de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken ten aanzien waarvan een publiek rechtelijke beperking van kracht is'. Dat wil zeggen dat bij elke mogelijk rele vante wijziging in de kadastrale perceelsin deling de Wkpb-ambtenaar moet nagaan of een al eerder opgelegde beperking een nieuwe kadastrale aanduiding moet krijgen. Een geregistreerde beperking vergt dus 'eeuwig'onderhoud. In fig. 7 (dezelfde als fig. i) wordt één van de pan den, Harry Koningsber gerstraat 17, door de corporatie verkocht. Het nieuwe en het resterende perceel krijgen elkeen nieuw kadastraal nummer. Na de melding dat perceel D2803 vervalt en overgaat in twee nieuwe percelen, moet de Wkpb-ambtenaar gaan uitzoeken welk nieuw perceel betrekking heeft op de opge legde beperking. Dat brengt, in kadastraal actieve gebieden, veel onderzoeks- en bijhoudwerk met zich mee. Ik sta tenslotte ook nog even stil bij de gebruikers. De Wkpb was immers bedoeld om de burger inzicht geven in beper kingen op zijn of haar onroerende zaak. Dat doel staat buiten kijf, maar de huidige werkwijze is daarbij niet behulpzaam. In plaats van inzicht in beperkingen op zijn object krijgt de burger inzicht in kadastrale percelen met beperkingen. En vervolgens mag hij het verder zelf uitzoeken en gaan graven in de onderliggende besluiten (evenals de frontdesk-medewerker van de gemeente waar deze burger zich vervoegt). Datzelfde geldt voor notarissen, makelaars en andere belanghebbenden. Zij zijn weliswaar deskundiger dan de gemiddelde burger, maar het uitzoekwerk is ook voor hen belastend. Hierboven heb ik een aantal bezwarende aspecten van de Wkpb-praktijk besproken. Samengevat komt het er op neer dat het gebruik van de kadastrale perceelsinde ling als sleutel voor Wkpb-beperkingen de hiernavolgende nadelen heeft. Het sluit niet aan bij het objectgeori ënteerde karakter van beperkingen; ik durfde stelling wel aan dat minstens 90% (en denkelijk nog wel meer) van de opgelegde beperkingen niet over eenkomt met kadastrale percelen. De kadastrale aanduiding is in dit verband een schijn-identificatie. De vertaling van object naar kadastrale aanduiding introduceert onzekerheden en/of brengt fouten met zich mee. De ligging van de grenzen op de kadastrale kaart zijn niet betrouw baar genoeg om die te mogen combineren met fysieke grenzen van opgelegde beperkingen. De registratie per perceel is gebruikers onvriendelijk en maakt de registratie slecht(er) inzichtelijk. Het bijhouden van kadastrale perceels- daarom de navolgende punten voor. In de Wkpb wordt bepaald dat beperkingen met een grootschalige geometrische contour moeten worden vastgelegd. De verplichting voor het koppelen aan een kadastrale aandui ding komt te vervallen. Het overheidsorgaan dat de beper king oplegt neemt een tekening van deze geometrische contour op in het desbetreffende besluit, registreert de contour in zijn systeem en levert die aan de landelijke voorziening, Het genereren van een attribuut dat er een beperking op een perceel ligt, wordt binnen de landelijke voorzie ning, dan wel de AKR, geregeld. Bij veranderingen in de perceelsinde ling legt het Kadaster zelf de nieuwe koppeling. De gemeenten (en andere beperking-opleggende instanties) hoeven geen wijziging in de kadastrale perceeisindeling meer bij te houden c.q. in hun registraties te verwerken. wijzigingen is tijdrovend; dit is ook geen taak van de gemeente en het voegt aan het kerndoel van de Wkpb niets toe. Al deze nadelen tezamen doen afbreuk aan de doelstelling van de Wkpb en kunnen op termijn hiervoor zelfs negatief uitpakken. De Wkpb moet daarom worden aangepast met een systematiek die aansluit op de dagelijkse praktijk. Ik stel Gebruikers kunnen via raadpleegsyste- men de eventuele contouren oproe pen en afbeelden op een voor hen relevante ondergrond; de LV c.q. het Kadaster levert dus in eerste instantie contouren aan afnemers, eventueel (maar dan supplementair) de relevante AKR-gegevens. De rollen van de diverse betrokkenen blijven in deze werkwijze hetzelfde, alleen de systematiek van de registratie wordt |3TN02 0 629031 Fig. 7. De aanwijzing van de vervuilde sloot (groene contour) betrekt via de kadastrale percelen een groot oppervlak in de verontreiniging. Geo-lnfo 2010-2 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 9