Inhoud geometrisch bestand met BAG-panden, Inbedding BGT in processen Als bronhouders inderdaad een compleet objectgevormde en dekkende topogra fische kaart gaan opbouwen en beheren dan zal deze kaart een centrale rol krijgen binnen diverse processen. Hierbij moet gedacht worden aan processen zoals groen- en wegbeheer maar zeker ook BAG-beheer. Het is hierbij dus de taak van de topografische kaart om in dit geheel van bedrijfsprocessen de kwaliteit van de geometrie te borgen. Zonder koppeling met andere systemen blijft de BGT een achtergrondplaatje duidelijk. Er woedt echter ook een interes sante discussie over de noodzaak om zoveel verschillende soorten bronhouders aan te wijzen. Van het overgrote deel van de grootschalige topografie zullen de gemeenten bronhouder worden. Dus waarom een heel complex stelsel van afspraken en beheersgebieden definiëren voor een relatief klein (maar zeker zeer belangrijk) deel van het geheel? Deze dis cussie wordt al op andere fronten gevoerd (onder andere het redactionele artikel van Ad van der Meer in Geo-lnfo van oktober 2009 en op Linkedln), Er wordt in dit artikel nu niet verder op ingegaan. Op dit moment (januari 2010) wordt er door het kernteam BGT en de zogenaamde onderliggende actielijnen van het BGT- team bij het ministerie van VROM gewerkt aan diverse onderdelen van de BGT. Door Grontmij wordt vooral met belangstel ling uitgekeken naar de resultaten van de actielijn Inhoud. Uit deze actielijn komen voorstellen over wat de uiteindelijke inhoud van de BGT gaat worden: welke objecten (bomen wel of niet), wat is hun definitie, welke verplichte en optionele attributen zijn er en vooral op welk detailniveau vindt de geometrische afbakening plaats? Vooral dit laatste punt is nog onduidelijk maar zeer belangrijk. Waarom? De potentiële bronhouders zijn vaak ook de beheerders van de openbare ruimte in hun beheersgebied. Om deze openbare ruimte te beheren maakt men steeds vaker gebruik van beheerssystemen die naast de administratieve kenmerken ook Vraag- en antwoordberichten (incl. kennisgevingen) Kennisgevingen de geometrie van de te beheren objecten vastleggen. Vanuit die optiek kan het voor de bronhouders dus wenselijk zijn om, net zoals al bij de integratie van de GBKN met BAG-panden gebeurt, ook de geometrie van de beheerobjecten integraal te beheren. Op deze wijze ontstaat er een groenobjecten en wegvlakken.Tevens kunnen hier de rioolputten, lantaarnpalen, bomen, verkeersborden, kunstwerken en waterlopen aan worden toegevoegd. Dit alles aangevuld met particuliere terrei nen (onder andere erven en bedrijfsterrei nen) levert een compleet objectgevormde en dekkende topografische kaart op. Het mag duidelijk zijn dat een dusdanige detaillering van objecten een enorme (eenmalige) inspanning vergt maar het levert de bronhouders die geometrie als een onlosmakelijk onderdeel van de beheerobjecten zien, enerzijds een enorm synergievoordeel op en anderzijds een zekere kwaliteitsver betering. Er zijn per slot van rekening geen drie waarheden meer (GBKN, wegbe- heerkaart, groenbe- heerkaart) maar nog maar een. Zodra de bronhouders zonder al te veel concessies de eigen beheerobjecten kun nen vormen als onderdeel van de BGT dan zal dat het draagvlak voor invoering van de BGT ten goede komen. Grontmij adviseert haar klanten om, vooruitlopend op de BGT, deze integratie nu al door te voeren. Enkele gemeenten en provincies zijn hiermee al gereed of in een Beheerders en interne mutatie melders Wegbeheer Groenbeheer BAGbeheer OVLbeheer Etc... beheer vergevorderd stadium. De geometrische objectafbakening is dan vooral geënt op de behoefte van de eigen interne organisatie en conform afspraken met LSV-GBKN. Dit kan worden georganiseerd door middel van zogenaamde koppelvlakken. Een kop- pelvlak draagt zorg voor de uitwisseling van gestandaardiseerde berichten tussen sys temen. De berichten kunnen verzoeken zijn om iets te leveren ofte doen (vraagberichten), de berichten kunnen antwoord geven op eerder verstuurde vraagberichten (ant woordberichten) en de berichten kunnen enkel iets meedelen (kennisgevingberich- ten). Ervan uitgaande dat iedereen bekend is met de processen binnen de BAG, volgen enkele voorbeelden om de werking van koppelvlakken te verduidelijken: in de BAG wordt een gereedmelding van een nieuw pand verwerkt. Dit leidt tot een vraagbericht aan de topogra fisch bestandsbeheerder om dit pand in te laten meten; zodra het pand ingemeten en verwerkt is in de topografische applicatie, leidt dit tot een antwoordbericht als reactie op het eerder gestelde vraagbericht; het opvoeren van een nieuwe open bare ruimte in de BAG leidt tot een kennisgevingbericht aan de topografie- beheerder. Er wordt geen bericht terug verwacht door de BAG-applicatie. Indien men op deze wijze werkt, wordt het ook heel duidelijk waarom het voor bronhouders van belang is om ook het detailniveau van de achterliggende beheerapplicaties te kunnen gebruiken als BGT-objecten. Indien de BGT een ander Mutatiemelders (via o.a. WebGIS) Fig. 3. Berichtenverkeer tussen BGT en administratieve applicaties. 12 Geo-lnfo 2010-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 14