£3?
03
Fig. 4. Niveau voor wegbeheer, let op de verkeersdrempei (bruin vlak) en de
splitsing van vlakken bij paarse lijnen.
Fig. 5. Minder gedetailleerde vlakken, de parkeervakken en drempel zijn niet
benoemd. Niet direct bruikbaar voor wegbeheer.
abstractieniveau kiest, dan zal de bron
houder er een flinke klus aan hebben (al
dan niet met geautomatiseerde hulpmid
delen) om deze twee bestanden op elkaar
afgestemd te houden. Grontmij is vanuit
haar rol als adviseur en softwareleverancier
bij vooral de zelfregistrerende gemeenten
en provincies de mening toegedaan,
dat het gewenste detailniveau van deze
organisaties leidend zou moeten zijn voor
de definities van de BGT. Daarbij beseffen
wij dat dit enorm veel werk met zich mee
brengt voor gemeenten die deze ambitie
nu (nog) niet hebben.
De BGT dusdanig strippen tot een mini
mum niveau, zodat er voor de ambitieuze
organisaties weinig tot geen voordeel uit
de BGT is te behalen (en waarschijnlijk
zelfs meer werk), raden wij sterk af. Een te
magere BGT-inhoud kan dan weliswaar
worden bereikt door polderen naar de
grootste gemene deler. Een sterke optie
is dit niet. Nu is het de tijd om de stap te
maken van ambitieloos achtergrondbe
stand naar een bestand dat op de voor
grond kan treden. Een kans die we met
beide handen zullen moeten aangrijpen.
Daarnaast kunnen kleinere gemeenten
aansluiting zoeken bij grotere gemeen
ten (of particuliere dienstverleners).
Het vraag- en antwoordspel via berichten
tussen systemen kan ook via internet
geschieden. Hierdoor hoeven de kleinere
gemeenten zelf geen hoogwaardige afde
ling Geo-informatie in te richten.
Indien de bronhouders inderdaad een
centrale en integrale topografische kaart
realiseren ontstaat er natuurlijk ook een
verschuiving in processen en taken.
Zo zal bijvoorbeeld een wegbeheerder
zelf niet meer tekenen (enkel schetsen
om de bedoeling van zijn vraagbericht te
ondersteunen).
De belangrijkste voordelen van een derge
lijke werkwijze zijn dat:
de kwaliteit van alle relevante geome
trische objecten sterk wordt verbeterd,
zowel qua actualiteit als kwaliteit.
De letterlijke overlap (of gaten) tussen
wegen en groen verdwijnt want waar
een weg ligt, ligt geen groen;
het vak'geometrie'niet meer verspreid
wordt over diverse afdelingen maar
gecentraliseerd bij de afdeling Geo-
informatie. Bij deze afdeling werken
geo-specialisten;
de afdeling Geo-informatie er veel
mutatiemelders bij krijgt, er is namelijk
maar één gecentraliseerde geometri
sche waarheid. Het autonoom onder
houden van topografische geometrie is
verleden tijd.
Natuurlijk kleven er ook nadelen aan de
voorgestelde werkwijze:
er ontstaat een veel grotere verantwoor
delijkheid bij de afdeling Geo-infor
matie. Objecten mogen niet zomaar
verwijderd en opnieuw opgevoerd wor
den, de tevenscyclus van objecten moet
geborgd zijn. Die verantwoordelijkheid
moeten Geo-informatie-afdelingen niet
uit de weg gaan, hun data wordt nu
tenminste echt gebruikt;
vooral weg- en groenbeheerders zullen
aangeven dat de kwaliteit en actualiteit
van de geometrie (en dus de kosten)
niet zo hoog hoeven te zijn als een
landmeter normaliter inmeet. Dit is een
terugkerende discussie, landmeters
kunnen bomen en verkeersborden nu
eenmaal niet'slechter'inmeten dan de
overige topografie;
het vergt een enorme eenmalige inspan
ning om de bestaande data te integreren
(maar dat vergt de BGT sowieso).
Samenvattend kan gesteld worden dat de
besluiten die de komende tijd genomen
gaan worden over de inhoud van de BGT
grote gevolgen kunnen hebben voor het
draagvlak bij de meer ambitieuze gemeen
ten. Dit draagvlak is afhankelijk van de
mate van detaillering van de BGT en in hoe
verre de inhoud van de BGT aansluit op de
huidige (en toekomstige) werkprocessen.
Gelet moet worden op de mate van detail
en de geometrische afbakening.
Indien de inhoud van de BGT direct aan
sluit op deze werkprocessen biedt dit voor
de interne processen enorme kansen voor
een veel meer geïntegreerde werkwijze
met de activiteiten van het beheer van
de openbare ruimte (onder andere weg-,
groen- en rioolbeheer). Dubbel werk
wordt hiermee voorkomen.
Dan pas zal de BGT echt op de voorgrond
gaan treden.
Geo-lnfo 2010-3 13