Wil de echte eindgebruiker opstaan? Over vraaggestuurd ontsluiten van bodeminformatie Het ontsluiten van bodem-en ondergrondinformatie via een centraal portaal of loket is een goed streven. Hoewel het logisch lijkt de eindgebruiker daarbij centraal te stellen, is het in de praktijk een ambitieuze opgave. Zoals het combineren van gegevens uit verschillende bronnen, dusdanig, dat de eindgebruiker antwoorden krijgt over de kansen en belemmeringen die de ondergrond met zich meebrengt bij vragen over ruimtelijke planvorming en -inrichting. Is dat een haalbare kaart? In dit artikel vertellen de auteurs, zelf met een bodemkundige en ruimtelijke achtergrond, hun ervaringen uit twee projecten: BIELLS en Bodemvenster. Project BIELLS Vragen naar informatiebehoefte is vragen naar cruciale beslismomenten Sytske Postma (Nieuwdenkers BV), adviseur s.postma@nieuwdenkers.nl Jan Kadijk (NIROV), projectleider De Nieuwe Kaart van Nederland kadijk@nirov.nl In Nederland is zeer veel bodeminformatie aanwezig maar bij verschillende bronhou ders en vaak slecht ontsloten. Het drukker worden van Nederland vergt een goede planning niet alleen van de boven grondse, maar ook van de ondergrondse ruimte. Inrichting van ruimte, zowel in stedelijk als landelijk gebied, heeft effecten op de bodem en de ondergrond. Deze effecten kunnen zodanig zijn, dat de functies van de bodem blijvend kunnen worden aangetast. Er is dan geen sprake van duurzaam bodemgebruik. Ook kan de bodem onvermoede kansen bieden, waarbij recentelijk de mogelijkheden van C02-opslag maar ook WKO (warmte- koude-opslag) sterk'en vogue'zijn. Wat planologen, natuurbouwers, waterbe heerders, landbouwers en projectontwik kelaars nodig hebben, is bodeminformatie om de kansen en bedreigingen die de bodem en ondergrond bieden inzichtelijk te maken. 'Ontsluit vraaggestuurd de bodemin formatie die versnipperd aanwezig is bij bronhouders, op een efficiënte en effec tieve wijze, zodat eindgebruikers worden ondersteund bij het nemen van beslis singen over bodemgebruik.' Met deze opdracht ging het project BIELLS'11 in 2005 aan de slag. Aan welke informatie is dan behoefte? Het project BIELLS onderzocht deze vraag door vijf concrete projecten met eindgebruikers uit de verschillende sec toren uit te voeren. De uitkomst moest zijn inzicht te krijgen in de specifieke informatiebehoefte van de eindgebruiker. Maar ook om meer grip te krijgen op het vakjargon. We gingen ervan uit dat de eindgebruiker geen bodemdeskundige hoefde te zijn om via BIELLS de juiste bodeminformatie te vinden. We wilden daarom een zoekmachine ontwikkelen, die ook associatief werkte. Bijvoorbeeld dat bij een zoekterm als 'eutroof' (natuur ontwikkeling) ook de termen nutriënten, 1 BIELLS staat voor Bodeminformatie Essentieel voor Landelijke en Lokale Sturing en is als project uit het Uitvoeringsprogramma van de Beleidsbrief bodem (2003) in 2005 gestart en in 2009 afgerond. BIELLS is daarmee een project van de overheden geweest. Tegenwoordig gaat informatiebeheer bodem en ondergrond onder coördinatieschap van Agent- schapNL/Bodenru- verder. Meer info op www.biells.nl. voedselrijkdom, vermesting en water huishouding als zoeksuggestie kwamen. Omdat bodemmensen eerder de term 'vermesting'gebruiken (in de metadata) en natuurbouwers spreken van eutrofe milieus. Zoeken in eigen taal. Opvallend in de projecten was dat de eindgebruikers niet en masse stonden te springen om mee te doen. Voor hun pro jecten gebruikten ze al bepaalde bodem informatie en daar hadden ze ook toe gang toe. Pas bij een dieper gesprek over bodeminformatie, waarin werd aangege ven dat er nog meer was, gingen de ogen glimmen. Een belangrijk leerpunt uit deze projecten was dat vragen naar de infor matiebehoefte geen goede vraag is. Dat is vragen naar de bekende weg. Een betere vraag bleek: waar in het traject/project liggen de belangrijkste beslispunten en hoe speelt bodeminformatie daar een rol in? Deze vraag heeft meer te maken met het toevoegen van eigen deskundigheid aan die van de eindgebruiker. Aansluiten bij belevingswereld en jargon is een must om de eindgebruiker te kunnen bedienen met goede informatie. 18 Geo-lnfo 2010-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 20