Introductie GPS
RDNAP
IHiPTO&PI
AGRS
Fig. 78. GPS satelliet.
GPS (Global Positioning System) is een
Amerikaans systeem, ontwikkeld door en
voor defensie, maar mag vrijelijk worden
gebruikt. Het systeem is oorspronkelijk
opgezet met 24 satellieten (fig. 18) die op
20.000 km hoogte in vaste banen om de
aarde cirkelen. Om je positie hier op aarde
te kunnen bepalen moeten minstens
de signalen van vier satellieten worden
ontvangen (fig. 19). Dan weet je je positie
op meters nauwkeurig en dat is goed
genoeg voor routeplanners. De voordelen
van GPS zijn eigenlijk pas enkele jaren
bij consumenten bekend, maar toch
weet bijna iedereen tegenwoordig iets af
van plaatsbepaling met satellieten. Veel
automobilisten hebben eenTomTom of
een vergelijkbaar systeem in zijn of haar
auto of op zijn of haar mobiele telefoon
(fig. 20). Eind jaren 80 beschikt deTU Delft
al over GPS-ontvangers om daar testme
tingen mee uit te voeren. In goed overleg
mag de RD een jaar later de testmetingen
in de praktijk gaan toetsen. Waar meter
nauwkeurigheid voldoet voor een route
planner is dat voor landmeters natuurlijk
niet goed genoeg. Door relatief te meten
met GPS (dat wil zeggen meten met twee
ontvangers tegelijk) kan een nauwkeurig
heid worden behaald van 1 a 2 cm in de
ligging en plusminus 5 cm in de hoogte.
Eén ontvanger wordt opgesteld op een
in RD bekend punt en één ontvanger op
de plaats waar een punt bepaald moet
worden.Toen in 1987 de RD ging meten
met GPS was het systeem nog niet geheel
voltooid. Het heeft nog een aantal jaren
geduurd voordat de serie van 32 compleet
was. Omdat je toch minstens vier satel
lieten moest kunnen'zien'was het in de
begintijd nodig om de meest gunstige
tijd uit te kiezen om te meten als er dus
minstens vier satellieten overkwamen.
Fig. 20. Navigatiesysteem.
Dat hield vaak in dat voor dag en dauw op
pad gegaan moest worden. Dat was soms
al om vier uur in de ochtend. Dan moest
de apparatuur opgesteld worden en een
of twee uur blijven draaien omdat over
relatief grote onderlinge afstanden werd
gemeten. Meten met GPS was toen dus
heel vroeg opstaan en veel geduld heb
ben. Tegenwoordig is het systeem meer
dan compleet. Sommige satellieten zijn
al afgeschreven terwijl de nieuwe al zijn
gelanceerd. Maar die oude doen het nog
steeds goed. Er zijn er nu 32 in werking. Op
elk moment van de dag (en nacht) kan er
nu dus gemeten worden. Met de komst
van GPS binnen de RD werd eigenlijk
tegelijkertijd de hoogtecomponent
geïntroduceerd. Waterpassen werd vanaf
dat moment een wezenlijk onderdeel van
de werkzaamheden.
De ontwikkeling van GPS door de Ame
rikanen heeft er ook toe geleid dat de
Russen een vergelijkbaar systeem hebben
opgezet: GLONASS. Door gebrek aan geld
is dit echter jarenlang achtergebleven bij
de ontwikkeling van GPS.Thans wordt
er weer aan gewerkt om het systeem
compleet te krijgen. Ook Europa vond
dat men niet afhankelijk moest zijn van
andere mogendheden en is zijn eigen
systeem gaan ontwikkelen: Galileo. Dit is
echter nog niet operationeel. We spreken
daarom tegenwoordig meer over GNSS
(Global Navigation Satellite System) dat de
algemene benaming is van alle ruimtelijke
navigatiesystemen.
Omdat werd voorzien dat in de nabije
toekomst plaatsbepaling met behulp van
satellieten steeds meer zou gaan plaats
vinden heeft de RD tussen 1987 en 1997
zogenaamde kernnetpunten geplaatst
door heel Nederland. De gedachte was
dat dan iedere landmeter die over twee
ontvangers beschikte relatief kon meten
met korte meettijden. Kernnetpunten zijn
RD-punten met bijzondere eigenschap
pen. Er liggen er inmiddels 430 verspreid
over heel Nederland met een onderlinge
afstand van ongeveer 15 km. Inmeting is
gedaan vanuit drie omliggende RD-pun-
ten. Van deze kernnetpunten worden ook
de coördinaten in ETRS89 gegeven. Deze
punten zijn tevens in NAP-hoogte bepaald
door te waterpassen. Midden jaren 90 is
er ook een innige samenwerking ontstaan
tussen RD en NAP. Dit resulteerde onder
andere in een gezamenlijke presentatie op
internet onder de naam RDNAP.NL
(fig. 21).
Fig. 27. Logo RDNAP.
Kernnetpunten zijn bijzondere RD-
punten die moeten voldoen aan de
volgende voorwaarden (fig. 22):
- goed te verzekeren;
- vrije hemel;
- recht er boven moet een GPS-antenne
kunnen worden opgesteld;
bereikbaar per auto.
Toen het kernnet bijna klaar was, is in een
samenwerkingsverband tussen deTU
Delft, de toenmalige Meetkundige Dienst
van Rijkswaterstaat (lees NAP) en het
Kadaster (lees RD) het AGRS in het leven
Fig. 19. Met 4 satellieten positie bepalen.
8 Geo-lnfo 2010-4