De kadastrale kaart is
geen weergave van de
exacte ligging van de
perceelsgrenzen
als authentiek wordt gekenmerkt (art. 7f
jo. 48 Kadasterwet). Om ook privaatrech
telijk op deze ontwikkeling te kunnen
aansluiten zou de kadastrale registratie
in bepaalde gevallen de garantie moe
ten geven - door een verklaring van de
bewaarder - dat de gegevens in de kadas
trale registratie overeenstemmen met de
openbare registers. Bij eventuele frictie is
het Kadaster aansprakelijk. Wenselijk is dat
de Kadasterwet hierop wordt aangepast
zodat het wettelijk geborgd is en tevens
dat dit door een bepaling in het BW de
beoogde derdenwerking kan krijgen.
3. Zou de rol van de bewaarder minder
lijdelijk moeten worden?
Volgens artikel 3:19, vierde lid BW heeft
de bewaarder een waarschuwingsbe
voegdheid die hij gebruikt als hij vindt
dat de rechtshandeling door een onbe
voegde is verricht of het ingeschreven
stuk om andere redenen twijfelachtig
is. Volgens het Kadaster is het wenselijk
dat de waarschuwingsbevoegdheid voor
bepaalde gevallen moet worden omgezet
in een verplichting tot weigering van
de inschrijving. Door aanpassing van de
Kadasterwet zou in de inschrijvingsvereis-
ten moeten worden opgenomen dat de
inschrijving van de akte wordt geweigerd
als de vervreemder niet overeenstemt met
de eigenaar volgens het Kadaster, tenzij
de akte een verklaring van deze afwijking
bevat en de bewaarder deze verklaring
voldoende aannemelijk acht.
4. Zou de kadastrale kaart een grotere rol
kunnen gaan spelen met betrekking tot de
goede trouw
De kadastrale kaart vormt geen onder
deel van de openbare registers, zodat
artikel 3:23 BW geen rol speelt. Dit neemt
niet weg dat eventuele raadpleging van
de kadastrale kaart een rol kan spelen in
het kader van het
algemene goede
trouw vereiste van
artikel 3:11 BW. Zo
kan een opvallende
discrepantie tussen
de omvang van
het erf zoals dat in
gebruik is genomen en de omvang van
het kadastrale perceel nopen tot nader
onderzoek. Dit volgt ook uit de recht
spraak van de Hoge Raad. De kadastrale
kaart is weliswaar in coördinaten vast
gelegd, maar is geen weergave van de
exacte ligging van de perceelsgrenzen.
Die ligging wordt tegenwoordig door
gaans met coördinaten van grenspunten
vastgelegd door de landmeter op een
veldwerk. De kadastrale kaart wordt op
basis daarvan bijgehouden als een oriën
tatiemiddel voor de onderlinge ligging
van percelen en vormt een toegang op
de locatie van percelen. Voor de ligging
van de grenzen van het perceel zal men
altijd gebruik moeten maken van de
veldwerken met de meetgegevens. Het
verdient geen aanbeveling om de kadas
trale kaart een grotere rol te verlenen
met betrekking tot
de goede trouw. Dat
zou in de toekomst
wellicht wel kunnen
voor veldwerken,
maar die moeten
dan zodanig door
het Kadaster worden
gepubliceerd dat de informatie daarop
voor derden begrijpelijk is en een relatie
legt met herkenbare harde topografie,
Kadastrale kaart is oriëntatiemiddel voor onderlinge ligging van percelen.
12 Geo-lnfo 2010-4