a GSV BGT AG Overige bronhouders LV BGT Ik Afnemers BGT-budgetten zouden zoveel mogelijk bij de bronhouders zelf moeten berusten Het bedrijfsmodel BGT van Dataland. te bestaan. Dat laat alle betrokkenen niet al te veel tijd meer om de zaken goed te regelen (een'gigantische uitdaging'). In de gemeentelijke consultatierondes die Data- land mede heeft georganiseerd, kwamen enkele kernpunten naar voren: de BGT is kritisch voor de gemeentelijke bedrijfs voering, de gemeenten wensen het bronhouderschap over hun grondgebied waarbij andere topo-inwinners aanleveren (hiervoor wordt de - ongelukkig geko zen - term 'coördinerend bevoegd gezag' gehanteerd); de transitie moet vanuit de nieuwe BGT-wereld komen en dus niet door het huidige LSV worden geregeld. Kortom: de gemeenten willen - met alle samenwerking die daarvoor zinvol is - de regie op de BGT hebben. Voorts ziet men het Kadaster alom als de houder van de LV. Dataland heeft deze punten 'vertaald' in een ontwikkelingsvisie, waarbij er één klein landelijk bureau komt (in de wandelgangen werd al over'Geoland'of 'Topoland'gesproken) die via een stuk of vier regionale bureaus ('kavels') inwinning, beheer en levering van de BGT namens de gemeenten verzorgt. De planning is om in januari 2011 te star ten met dit model, samen met een kavel (het huidige samenwerkingsver band GBKN-Zuid heeft daar wel oren naar), en dan de overige kavels in de loop van 2011 en in 2012 te starten en in deze organisatie ook de transitie onder te brengen. Gemeenten kunnen naar rato van hun ambitie participeren in deze samenwerkingsvorm:TPG zullen het grotendeels zelf blijven doen, veel afnemende gemeenten zullen hun taak geheel of grotendeels uitbesteden. Als laatste kwam 'mr. BGT'aan het woord, Ruud van Rossem (VROM), projectleider BGT op het ministerie. Het is de bedoeling om in de zomerperiode de hoofdlijnen van de BGT gereed te hebben, zodat in het najaar het wetsvoorstel kan worden opgesteld en in de parlementaire procedure kan worden gebracht. Voor de periode totdat de wet feitelijk van kracht wordt (1 januari 2013) is het de bedoeling dat de participanten een convenant sluiten dat hun rollen en handelen vastlegt in de realisatiefase die eindigt op die datum van ingang. Belangrijke af te ronden discussies zijn die over inhoud (waar Krijtenburg c.s. mee bezig zijn), de verantwoording (sturing) en de financiën. Over dat laatste zond Van Rossem dubbelzin nige signalen uit: er was niet sprake van €18 miljoen beheerkosten maar van bijna het dubbele, en er wordt nu gezocht naar een passend financieringsmodel:'de budgetten zouden zoveel mogelijk bij de bronhouders zelf moeten berusten'. (Hij gaf overigens geen enkele aanwijzing dat de Rijksbijdrage verhoogd zou kunnen worden, maar kon digde aan dat er binnenkort zou worden overlegd over dit'gat'tussen productie kosten en inkomsten.) VROM had geen uitgesproken mening over de sturing: ZMG, niet-ZMG, al dan niet samenwer kingsverbanden: dat mag allemaal, in welke combinatie dan ook. Richtlijnen van VROM zijn op dit punt niet te verwachten. En over het bronhouderschap zei hij alleen:'de verantwoordelijkheden blijven in stand', maar Van Rossem benadrukte dat het wel een'goed idee'was dat er in de productie zou worden samengewerkt. Dat leek op de boodschap dat gemeenten en andere bronhouders zelf een afstem mingsmodel moesten gaan zoeken. De slotdiscussie verliep op tamelijk bekende geodetische wijze: in de zaal weinig vragen, in de afsluitende borrel uit gebreide discussies. Alle sprekers hadden elk twee stellingen geformuleerd, maar de discussie daarover kwam niet erg op gang. Eén vraag kwam wel een paar keer ter tafel, namelijk wanneer een gemeente wat moet gaan doen. De beslismomen ten (VNG-standpunt, VROM-wetgeving en -convenant) zijn nog niet precies aan te geven, en ook de specificaties zijn nog niet vastgesteld. Het panel benadrukte dat een gemeente toch alvast kan beginnen door goed te kijken naar zijn informatie behoeften (Krijtenburg:'je lost het pro bleem niet op door een softwarepakket te kopen'). Deze vraag lijkt, ook gehoord de discussies in de wandelgangen, nog wel het belangrijkste: het besef van de impact van de BGT is lang nog niet overal doorgedrongen en (mutatis mutandis?) er is nog veel onzekerheid over het te volgen BGT-traject. Daar valt dus nog een hoop zendingswerk te doen. Want 31 december 2012 is niet zo heel ver meer. Ad van der Meer, redacteur Geo-lnfo 2010-4 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 29