Boekbesprekingen
A
V
<belvedere.nu>
Mijnheer de Landmeter
Praktijkboek cultuurhistorie
en ruimtelijke ontwikkeling
Praktijkboek cultuurhistorie en ruimtelijke
ontwikkeling, doorMachteld Linssen en
Peter Paul Witsen (red.), 252 pagina's, ISBN
9789053454022, Matrijs, Utrecht, 2010,
prijs €24,95
Van 1999 tot en met 2009 heeft het
programma Belvedere de inzet van cul
tuurhistorie bij ruimtelijke transformaties
gestimuleerd. In dit praktijkboek - ook
uitgedeeld aan relaties van het opgehe
ven projectbureau - staan lessen opgete
kend die tien jaar werken met Belvedere
hebben opgeleverd. Dit stimulerings en
innovatieprogramma was een initiatief
van de vier ministeries OCW,VROM, LNV
en V&W. Minister Ronald Plasterk van OCW
schreef (nog net?) het voorwoord. Van de
meer dan 400 projecten, die met subsidie
werden ondersteund, was hij het meest
weg van de Nieuwe Hollandse Water
linie. Vooral dankzij het Linieperspectief
'Panorama Krayenhoff'kwam dat trou
wens van de grond. Het huidige GeoFort
hoort daar als een van de 46 forten ook bij
en komt als uitzondering nog expliciet in
het boek aan de orde ook. Na memoreren
dat ondernemers kunnen gebruikmaken
van'het merk Waterlinie'en tegelijkertijd
zelfvan toegevoegde waarde kunnen zijn
wordt opgemerkt: 'Te denken valt aan
boeren of horecaondernemers, maar ook
aan kennisinstellingen als de Stichting
GeoFort, die vanuit het fort bij de Nieuwe
Steeg werkt aan nieuwe GPS-systemen
- onder meer voor de Waterlinie zelf.' (En
men bedoelt met'systeem'dus wat anders
dan het GPS.)
Deel i van het boek behandelt dertien
thema's, die worden geïllustreerd met
concrete projecten. Deel 2 ontsluit een
rijke verzameling voorbeelden, kennis,
redeneringen, ervaringen en tips. Dat het
geen specifiek'geoboek'is zal duidelijk
zijn, maar geo-informanten worden
zeker bij de materie van archeologische
opnamen tot het uitzetten van wat bij
voorbaat heet:'nieuwe kwaliteiten' betrok
ken. Het thema 'Naoorlogs erfgoed; niet
aaibaar, wel van waarde' bevat tenslotte
de volgende zin: 'Ook bij natuur- en land
schapsontwikkeling klinkt steeds vaker de
vraag of de rationele ruilverkavelingen uit
de jaren zestig en zeventig niet ook een
cultuurhistorische waarde vertegenwoor
digen?'
Cultuurhistorie heeft ook meerwaarde
voor investeerders. Arbeiders die zeventig
jaar geleden werkten in een graansilo of
koffïefabriek hadden niet kunnen ver
moeden dat nu kunstenaars, architecten,
webdesigners en andere creatievelingen
daarin hun brood verdienen. Het is maar
een voorbeeld. De belvedere-gedachte
en het boek worden graag aanbevolen, al
had de laatste wel een nog rijkere omslag
kunnen hebben...
Prenten uit het project Digitaliseren Veld
werken en Hulpkaarten, door Herman de
Koning, 56 pagina's, Kadaster Apeldoorn z.j.
(2009 of 2010), niet in de handel.
Terwijl twee mensen van buiten het
Kadaster (René van der Schans en René
Haubourdin, zie elders in dit blad) een
debat voeren over het substitutieproject
Digitaliseren Veldwerken en Hulpkaarten
verscheen dit analoge boekje (oplage
2000 ex.). De omslag is ontleend aan de
achterkant van een veldwerk uit Tilburg
uit 1863. Artistiek begaafde landmeters
benutten die kant wel meer voor hun
voorstudies! (Omgekeerd werd een veld
werk ook in 1957 nog wel getekend op de
achterkant van een kalenderblad.)
Godfried Barnasconi schreef vanuit de
Raad van Bestuur in het voorwoord: 'Het
boekje kan ik aanbevelen aan iedereen,
óók aan degenen die geen affiniteit heb
ben met het landmeetvak.' Projectleider
Jan Usselstein memoreerde de voor
bereidingen voor het scannen:'Tijdens
onze opschoningswerkzaamheden, waar
tijdens de drukke periode in het project
op dagbasis wel 150 medewerkers mee
bezig waren, hebben we vele mooie
documenten onder ogen gehad. Al snel is
in het begin van het project daarom het
idee ontstaan om bijzondere exemplaren
te verzamelen en hier in de vorm van een
boekwerkje aandacht aan te besteden.'
Op veldwerken was echt van alles aan te
treffen. Dat verschilde van een geboor-
tebericht van prinses Beatrix (1938) tot
dat van de zoon van een medewerker
(1979). Signaturen voor een dodenakker
of gevaarlijke honden ontbraken niet,
evenmin als schetsen van andere beesten.
In 1983 werd trouwens in Rucphen een
veldwerk door een geit opgegeten en
ook dat werd getekend. Een hulpkaart
uit diezelfde gemeente van 1911 bevat
een bijschrift'Het Hoere Kot'en B&W
van Nijmegen verklaarden in 1915 in een
gezegelde akte dat een grens'gekastreerd'
was...
Serieuzer zijn de opnamen van Ingewik
kelde rijksgrenzen, het veldwerk van het
Vredespaleis en een van de vele hulp
kaarten van na het bombardement van
Rotterdam in 1940.
Barnasconi had helemaal gelijk en van
andere landmeetkundige diensten zag ik
zo'n uitgave nog nimmer.
Prenten uit het project Digitaliseren Veidwerklrn en Hulpkaarten
38 Geo-lnfo 2010-4