Opdracht aan Rijkscommissie voor
Graadmeting en Waterpassing
Fig. 3. Heliotroop. Fig. 6. Havenhuis in Schokland met meetopstelling.
Fig. 9. Vastlegging.
nodig die de waterpassing van Nederland
tot een goed einde zou brengen. Na het
overlijden van Stamkart werd zijn werk
grondig geanalyseerd. Dit liep uit op een
grote teleurstelling omdat de resultaten
van Stamkart in vele opzichten nog
slechter waren dan die van Krayenhoff. De
Rijkscommissie adviseerde dan ook om ook
deze metingen niet te gebruiken voor de
Europese graadmeting en vroeg toestem
ming aan de regering om weer geheel
opnieuw te mogen beginnen.
Ook toen al was de regering zuinig, en
door de zeer kostbare uitvoering van het
plan zal het ongetwijfeld veel moeite en
overtuigingskracht hebben gekost om dit
project goedgekeurd te krijgen. Uitein
delijk gaf de regering in 1885 toe en werd
de Rijkscommissie voor Graadmeting en
Waterpassing belast met het meten van
een nieuw driehoeksnet in Nederland. De
Fig. 2.
Wanschaff theodoliet
van de RD.
werkzaamheden die direct in 1885 begon
nen stonden onder leiding van prof.dr.
Schols. Maar ook hij was al op leeftijd en
overleed in 1897. Het werk werd voortge
zet en voltooid door prof.ir. Heuvelink.
De metingen voor het hoofddriehoeks-
net, dat bestond uit 180 hoofdpunten
en tussenpunten, werden onder andere
uitgevoerd met een Wanschaff-theodoliet
(fig. 2) met een diameter van de horizontale
rand van 35 of 21 cm. Ook gebruikte men
Fig. 4. RD-meetwagen op de trein.
Fig. 5. Meetwagen met paard.
bij de metingen moesten assisteren
(fig. 5). Het assisteren bestond uit het naar
boven dragen van de instrumenten of om
kunstige bouwwerken van hout in elkaar
Fig. 8. Meettoren.
Soms moesten er ook hele torens van
hout worden gebouwd omdat er in de
wijde omtrek geen ander hoog bouwwerk
was. Om die reden werden de aangeno
men arbeiders ook meestal gerekruteerd
uit geschoolde timmerlieden. Op de foto's
zijn diverse zaken zoals de meettoren
(fig. 8), een vastleggingsbout (fig. 9) en
een bouwwerk op een toren (fig. 10) te
zien.
een heliotroop om via weerkaatsend
zonlicht het punt te markeren waarop
gericht moest worden (fig. 3). Alles bij
elkaar zijn dat grote en zware instrumenten
en die moesten dus de torens opgesjouwd
worden.
Voor het meten vertrok men vanuit Delft
per trein naar de diverse regio's. Een van
de meetwagens werd vooruit gestuurd
met de goederentrein (fig. 4). Ter plaatse
aangekomen huurde men dan een paard
en werden arbeiders aangenomen die
Fig. 7. Havenhuis in Schokland.
te zetten, bijvoorbeeld voor metingen
boven op een toren of een ander ontoe
gankelijk gebouw zoals te zien is op
een tweetal foto's van het Havenhuis in
Schokland (fig. 6 en fig. 7).
Geo-lnfo 2010-4 5