nulpunt (fig. 14), waardoor alle coör
dinaten veranderen en in het eerste
kwadrant komen te liggen (X: +155.000
en Y: +463.000) en de x altijd kleiner is
dan de y.
Een klein stukje theorie: de toren in
Amersfoort was het nulpunt van het oude
coördinatenstelsel en ook het centrum in
het systeem van de RD. Dat systeem houdt
MO
Fig. 14. Verschuiving oorsprong RD-coördinaten.
in dat de metingen op de aardbol worden
herleid naar een plat vlak: de stereogra-
fïsche projectie. In dit artikel wordt daar
niet verder op ingegaan, dat leidt hier te
ver, maar de OLV-toren is nog steeds het
centrum van ons RD-stelsel. Op het bijge
voegde schetsje wordt dat weergegeven.
Als het platte vlak de aarde doorsnijdt
op een afstand van 122 km rond de toren
in Amersfoort dan is daaruit af te leiden
dat de toren zich virtueel op 1200 meter
boven dit platte vlak bevindt (fig. 15).
In 1996 heeft de RD het middelpunt van
het RD-stelsel zichtbaar gemaakt in de
vloer van de OLV-toren (fig. 16). Buiten
zijn ook de X- en de Y-as zichtbaar. Op
(Amersfoort)
projectiepunt
Fig. 15. Hoogte Amersfoort boven projectievlak.
Fig. 16. Markering middelpunt van RD-stelsel.
7 september van dat jaar is dit in een
plechtige bijeenkomst overgedragen
aan de gemeente Amersfoort die eige
naar is van de toren. Naar aanleiding van
de publiciteit die gewijd was aan deze
gebeurtenis ontstond er via de lokale
media discussie over het middelpunt
van Nederland. Iemand claimde daar
voor een punt in Lunteren, gemarkeerd
door een grote kei. Anderen zeiden dat
je niet moest spreken over het mid
delpunt maar over het zwaartepunt,
zoals op de foto in de bossen bij Putten.
Dit is zogenaamd de ring waaraan je
Nederland zou kunnen optillen waarbij
het land dan in evenwicht blijft hangen
(fig. 17).
De Bijhoudingsdienst van de Rijksdrie
hoeksmeting is een paar keer van locatie
veranderd. Begonnen in Amsterdam
(1930), weer terug naar Delft, in 1963
naar Den Haag en in 1972 naar Apel
doorn. In die Apeldoornse tijd gaat de
RD nog steeds in de zomermaanden in
ploegen naar buiten om te meten en in
de winter wordt er door de landmeters
gerekend. De technisch assistenten
worden geleend van de omliggende
kadasterkantoren en gaan 's winters
weer terug naar hun standplaats. Naast
het echte meet- en rekenwerk heeft
de RD ook een grote verbondenheid
met de wetenschap. Er is een hechte
relatie met de TU-Delft en er worden
jaarlijks op een groot Europees congres
(EUREF-congres) wetenswaardigheden
uitgewisseld met geodeten uit andere
landen die zich bezighouden met de
geometrische infrastructuur. Deelname
is niet vrijblijvend, leder land verplicht
zich om tijdens dat congres een presen
tatie te geven over een onderwerp dat
hij of zij van belang vindt. De RD is daar
ook altijd vertegenwoordigd, samen met
de TUD en het NAP. EUREF coördineert
onderzoek naar Europese geometrische
infrastructuur. Zij bewaakt het Euro
pese ETRS89 (daarover straks meer) en
beschikt daarvoor over het EPN EUREF
Permanent Network.
Fig. 17. 'Zwaartepunt' in Putten.
Geo-lnfo 2010-4 7