Myriahedrale projecties De wereld uitgevouwen Myriahedrale projecties zijn een nieuwe klasse van methodes om wereldkaarten te maken. Het principe is eenvoudig: de globe wordt opgedeeld in een zeer groot aantal facetten en vervolgens wordt deze in facetten ingedeelde bol uitgevouwen. Dit leidt tot projecties vrijwel zonder vervorming, maar natuurlijk wel met veel onderbrekingen. Door te variëren met de opdeling en de wijze van uitvouwen kunnen allerlei onverwachte afbeeldingen van de wereld worden verkregen. Achtergrond Jack van Wijk, hoogleraar visualisatie Technische Universiteit Eindhoven Het afbeelden van het aardoppervlak is een klassiek probleem. Het probleem om de ronde aarde af te beelden op een plat vlak heeft vele kartografen, wiskundi gen en uitvinders uitgedaagd en er zijn honderden oplossingen voor ontwikkeld. Een belangrijke reden hiervoor is dat er geen oplossingen bestaan waarbij geen vervorming optreedt en deze onvermijde lijke vervorming kan op allerlei manieren over de kaart worden verdeeld. Als leek zou je je kunnen afvragen waarom kaartprojectie een probleem is. Een kaart van een klein gebied (zeg, een stad als Eindhoven) is vrijwel vrij van vervorming, omdat de kromming van het aardopper vlak hier verwaarloosbaar is. Om een kaart van de wereld te maken hoeven we alleen maar een groot aantal kaarten aan elkaar te plakken. Aan de kaart van Eindhoven maken we kaarten van Nuenen, Geldrop, en Waalre vast en we gaan hier door totdat we het hele aardoppervlak bedekt hebben. Of een andere methode: projec teer de globe op een mandarijntje, pel deze vrucht en druk de schil vervolgens zorgvuldig plat. Ook dan krijgen we een projectie vrijwel zonder vervorming. In dit artikel exploreren we wat er gebeurt als deze naïeve aanpak wordt gevolgd. Het aan elkaar plakken van kaarten en het platslaan van een mandarijnenschil kun nen met één principe worden beschreven. De ronde globe wordt benaderd door een myrlaëderEen tetraëder is een regelmatig viervlak, een dodecaëder is een regelma tig twaalfvlak, een myriaëder is nu een (al dan niet regelmatig) veeivlak bestaande uit een myriade van vlakjes of facetten. Het Latijnse woord myriadis is afgeleid van het Griekse woord murioi, wat ontelbaar of tienduizenden betekent. Met dank aan Michiel Wijers, die de term myriahedron voor mij heeft verzonnen. In het Neder lands zou je een myriaëder een heel veei vlak kunnen noemen. Vervolgens beslis sen we voor elke zijde van een vlakje of het een vouw of een snede is, en vouwen de myriaëder uit zodat we een uitslag van het oppervlak van de globe verkrijgen: een myriahedrale projectie. De globe is het beste model van het oppervlak van de aarde, bijvoorbeeld als het gaat om het beoordelen van de vorm van continenten en hun relatieve positie. Maar een globe heeft ook nadelen. Hij is minder draagbaar dan een kaart en als we meer detail willen, dan wordt hij al snel heel groot, vandaar dat het gewenst is om de globe op een plat vlak te projecteren. In het boek van John P. Snyder [1993] wordt een fascinerend overzicht gegeven van de geschiedenis van kaartprojectie. Verder geven leerboeken over kartografie en geografische visualisatie veel infor matie over kaartprojectie [Robinson e.a., 1995; Kraak en Ormeling, 2002; Slocum e.a., 2003] en ook op het web kan veel informa tie worden gevonden [Furuti, 2009]. Het centrale probleem bij kaartprojectie is vervorming. Beschouw een kleine cirkel op de globe. Na projectie transformeert deze naar een ellips, bekend als deTissot indicatrix, met diameters a en b. Als voor aile plaatsen op de kaart geldt dat a=b, dan worden alle cirkels op de globe ook als cirkels afgebeeld en worden hoeken tussen lijnen correct weergegeven. Het klassieke voorbeeld van een dergelijke conforme projectie is de Mercator- projectie. Deze is heel geschikt voor navigatie, maar laat ook de beperkingen van conforme projectie zien. Op grotere schaal treedt sterke vervorming op en bijvoorbeeld Antarctica wordt vaak zwaar vervormd weergegeven. Als overal op de kaart geldt dat ab=C, dan is sprake van een oppervlaktegetrouwe projectie. Voorbeelden zijn Lambert's oppervlaktegetrouwe cylindrische projec tie en de sinusoïdale projectie. Oppervlak ken worden correct weergegeven, maar hoeken worden vervormd. En daardoor worden vierkanten bijvoorbeeld ruiten of rechthoeken. Het probleem is dat bij een dubbelge- kromd oppervlak, zoals de globe, er geen projectie bestaat die zowel conform als oppervlaktegetrouw is. Langs een curve, zoals de evenaar, kan aan beide eisen worden voldaan, maar op toenemende afstand daarvan neemt de vervorming toe. Daarom moet, afhankelijk van het doel van de kaart, een keuze worden 26 Geo-lnfo 2010-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 28