Minuutplan Rotterdam Ai (voor 1832).
Hermeten kaart van 1882 (NA KADOR-R1135).
HulpkaartAi 61 van 1846.
elkaar gehouden met stukjes papier en
plakband. Een gruwel in de ogen van
archivarissen, te duur om te restaure
ren, en dus een reden om substitutie
toe te passen. Eerst scannen, en dan
wegdoen. Dat op die hulpkaart uit 1863
de Westersingel en een villa, die later de
nog steeds bestaande kern van het nu
oudste Rotterdamse hotel (anno 1922)
zou worden voor het eerst zijn afge
beeld, mag niet deren. Maar de verza
meling hulpkaarten van het Kadaster
is wél een werkelijk uniek kartografisch
monument. Het legt in een paar miljoen
bladen, een fantastische legpuzzel, de
ruimtelijke ontwikkeling van Neder
land op perceeisniveau vast. Bijna van
maand tot maand. Bestaat zoiets ook
in andere landen? De materiële staat
is volgens het Nationaal Archief [Hau-
bourdin, 2010] slecht (mijn ervaringen
zijn positiever), maar is bewaring zonder
restauratie ook geen optie? Wees er
zuinig op. Van de grot van Lascaux is ook
een prachtige kopie gemaakt voor de
belangstellende bezoeker, en toch heeft
men het origineel niet gesloopt. En de
omvangrijke archieven van de Verenigde
Oost-Indische Compagnie worden vast
ook eens gescand, maar de originele
stukken blijven ongetwijfeld bewaard.
Waarom die wel?
"Hulpkaarten en veldwerken zijn als
onderdeel van het cultureel erfgoed niet
van bijzondere waarde. Ook de nauw
keurigheid van de hulpkaart is beperkt",
aldus Haubourdin. Hij beroept zich op
Koeman, Ormeling, Van der Meer en
andere auteurs. Ik kan me haast niet
voorstellen dat de genoemden het grote
cultuurhistorisch belang van de collectie
hulpkaarten niet zouden inzien. En over
de nauwkeurigheid van de hulpkaart
valt ook wel wat verstandigers te zeg
gen. De minuutplans van omstreeks 1830
zijn soms meetkundig niet helemaal in
orde, en de hulpkaarten - die daarop
voortbouwen - bijgevolg ook niet, maar
terugwerkend vanuit later hermeten
kaarten kun je, met de informatie uit de
hulpkaarten, alle tussenfasen aanmerke
lijk nauwkeuriger reconstrueren. Ik ben
ook van plan om dat in mijn Cool-
project te gaan doen. Je moet de zaak
wel eens een paar meter opschuiven,
maar met enig landmeetkundig inzicht
in plaats van boekenwijsheid is dat best
verantwoord.
f y#
ïiAf
"De informatie van de hulpkaart is in
gegeneraliseerde vorm verwerkt in
andere kaarten en bijbladen, nette- en
gemeenteplans." Nog een argument van
de heer Haubourdin om de originele
hulpkaarten niet te bewaren. O ja?
Van Cool Noord is er het minuutplan
van zeg 1832, er is een hermeten plan
van 1889, en ik ken twee tekeningen uit
het Gemeentearchief Rotterdam (GAR)
die voor gemeenteplan kunnen door
gaan. Dat is bij mijn weten alles. Van de
6091 percelen uit de tussengelegen
periode zijn er maar liefst 3804 alleen op
de hulpkaarten terug te vinden (afge
zien van de twee gemeenteplans die ik
nog niet geïndexeerd heb). En heel vaak
De hoek van de Coolsingel en de Binnenweg, in 1832 (lichte ondergrond) en 1889 (donkerder). Wanneer je
op de ruiten inpast lijken de perceels- en rooilijnen aanzienlijk verschoven. Maar wanneer je de kaarten
ten opzichte van elkaar verplaatst (ongeveer 3 meter naar het oosten en 1 meter naar het zuiden) blijkt
het allemaal heel aardig te passen. Via de hulpkaarten is te achterhalen, welke grenslijnen hetzelfde
gebleven moeten zijn, en dat zijn er in het onderzoeksgebied best veel.
Alle kaartfragmenten in dit artikel zijn op de oorspronkelijke schaal 1:1250 weergegeven, maar de dik
wijls vervaagde kleuren zijn voor een betere zichtbaarheid vaak aanzienlijk aangepast - een voordeel
van digitalisering!
Geo-lnfo 2010-5 37