Literatuur
een paradijs in opbouw
stand 2009-11-01
jk verkta&ré.
terug gescand, vreemd genoeg wél zui
nig bewaard worden) en de kaarten nog
directer kunnen zijn, bijvoorbeeld door
vermelding van blad, letter en nummer
van de ruit. Maar daar is het Register 71
gelukkig goed voor. Dit perceelsgewijze
'Hetparadijs van de landmeters Elemans'.
register is een index op de (vroeger)
actuele plans, verwijst naar vroegere
en latere perceelnummers, en toont de
eigendomsgeschiedenis van elk perceel
door een verwijzing naar de opeenvol
gende leggerartikelen. Voor het eigen
onderzoek vul ik dit aan met de num
mers en dienstjaren van de hulpkaarten
waarin de percelen zijn ontstaan, even
tueel van gebruik zijn gewijzigd (meestal
door be- of verbouwing) en uiteindelijk
opgehouden hebben te bestaan,
Hulpkaarten tonen alleen veranderde per
celen, in een verder soms zeer lege kaart
met alleen maar ruitlijnen met letters
en nummers. Bij de verdere verwerking
heb je dan wel steeds behoefte aan een
ruimtelijke context: waar lag dat perceel
nou? Ik heb dit opgelost door de relevante
fragmenten uit de hulpkaarten voorlopig
te monteren in een globale ondergrond
met rooilijnen en in de loop der tijd vrijwel
zeker gehandhaafde grenzen. Alles digi-
Hulpkaart Ai 616-1862, op ondergrond.
taal natuurlijk, ter voorbereiding van
latere vectorisering en objectvorming.
Er zijn zo 1200 hulpkaarten verwerkt.
De stapel verkleinde afdrukken ervan in
zes boordevolle mappen geeft een zeer
tevreden gevoel - ouderwets papier! -
maar doet ook een berg werk voor de
toekomst verwachten. Rustig doorgaan.
Ben ik nu bezorgd over de digitalisering
van verschillende kadastrale bronnen,
zoals de heer Haubourdin aan het begin
van zijn artikel in het Archievenblad stelt?
Natuurlijk niet. Ik ben er juist heel blij
mee, omdat daarmee dit ongelooflijk rijke
materiaal in principe veel beter toeganke
lijk en gemakkelijker hanteerbaar wordt.
Zonder (nu nog zelfgemaakte) scans van
de hulpkaarten zou ik mijn uiterst bewer
kelijke onderzoekingen nooit kunnen
uitvoeren. Ik heb er alle vertrouwen in dat
het scannen goed gebeurt, en hoop dat
de bestanden op een verstandige manier
ook aan de historisch onderzoekers ter
beschikking worden gesteld. Maar dat
vooronderstelt wel dat de bewaarders niet
voorbijgaan aan de vakkennis van produ
centen en gebruikers van deze complexe
informatie. En daar heb ik wel eens mijn
twijfels over. Nader overleg lijkt me dus
zonder meer noodzakelijk.
Hulpkaart Ai 616-1882 in de context getoond.
En over het al dan niet bewaren van de
oorspronkelijke stukken, zoals de hulpkaar
ten en veldwerken, moet naar mijn mening
ook nog eens heel diep worden nagedacht.
Er dienen deugdelijker argumenten te
worden aangevoerd voor het wegdoen van
dit unieke monument van Nederlandse
kartografïe dan die nu in het Archievenblad
stonden. Ik blijf bezorgd.
Renévan der Schans,'De ontsluiting van
het kadastrale verleden - een bron van zorg',
in:Geo-/nfo 5 (2009), p. 150-152.
René M. Haubourdin, 'Een bron van zorg of
hoop?', in: Archievenblad 1 (2010) 22-23, en
Geo-lnfo 4 (2010), p. 20-22.
perceel
bl
rt
hk
zwart
jaar
b
hk
rood
jaar
c
hk
blauw
jaar
e
opp
leggerartikelen
(in tijdsvolgorde)
ontstaan uit
percelen:
opgegaan in
percelen:
djr
5034
1
E3
604
1881
613
1882
45
10195,1491
2615
pub.weg
1881
5035
1
E3
604
1881
616
1882
620
1882
120
10195
2615,2616
5130,5131
1881
5036
1
E3
604
1881
616
1882
620
1882
65
10195
2615,2616
5130
1881
5037
1
E3
604
1881
616
1882
620
1882
60
10195
2617
5131,5132,5135,5136
1881
5038
1
E3
604
1881
636
1882
242
10587
4915
5217,5218
1881
Een overgetypt stukje Register 71 (vet) aangevuld met hulpkaartnummers (zwart/b nieuw, rood/c gewijzigd, blauw/e vervallen).
Geo-lnfo 2010-5 39