Evalueren moet je samen doen
Redactioneel
Ad van der Meer
De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke
beperkingen (Wkpb) is inmiddels ruim
twee jaar operationeel en al bij de inwer
kingtreding in 2007 was een evaluatie
aangekondigd. Die is inmiddels uitge
voerd, het concept-rapport is verschenen,
onder de titel Wkpb, een prima start.
Evaluatie eerste tranche. Allerlei partijen
zijn gehoord, er is een enquête gehouden
onder gebruikers, leveranciers en andere
betrokkenen. Ondanks de inzet van een
hooggekwalificeerd onderzoeksbureau is
het echter geen goed rapport geworden.
Mijn belangrijkste kritiek is dat er wel
behartigenswaardige observaties in staan,
maar dat er geen goede en afgewogen
analyse aan is gekoppeld, en dat er met
de waarnemingen niet of nauwelijks wat
wordt gedaan. Concrete acties ontbreken
vrijwel, het overall-gevoel is dat dit rapport
alleen maar voorstellen doet voor meer
onderzoek. Er wordt ook wat slordig omge
gaan met begrippen: registratie (Wkpb-
systeem) en register (de onderliggende
documenten) worden niet systematisch
behandeld, de problematiek van 'besmet
ting'van percelen komt niet goed uit de
verf, en er staan regelmatig opmerkingen
in van geïnterviewden waarmee verderop
niets wordt gedaan. Dat levert een onbe
vredigend gevoel op na het lezen.
Voor de gemeenten valt het rapport ook
inhoudelijk niet mee. Ondanks het feit dat
gemeenten als bronhouders een essen
tiële rol in het Wkpb-proces vervullen,
is er geen enkele individuele gemeente
in het onderzoek betrokken geweest.
Alleen de VNG heeft, binnen zijn beperkte
capaciteit, een rol vervuld, maar dat
kan - met alle respect voor de inzet van
betrokkene - niet als vertegenwoordiging
van de dagelijkse Wkpb-werkvloer worden
aangemerkt. Het is een buitengewoon
opvallende omissie, temeer omdat VROM
tijdens hetWkpb-seminar van september
2009 in Amsterdam duidelijk had gesteld
dat vertegenwoordigers van de gemeen
ten zouden worden betrokken.
Je ziet dan ook dat de door gemeenten
uitgesproken concrete verlangens -
registreren per contour, afschaffen van het
duale stelsel - niet erg uit de verf komen.
Zoals gezegd worden er wel concrete
observaties gedaan, maar die worden ver
volgens afgezwakt met dat het complex
is, investeringen met zich mee brengen,
enz.Terwijl nota bene de gemeenten in de
enquête in meerderheid hebben gemeld
dat zij bereid zijn extra te investeren in het
realiseren van contouren-registratie (p. 19).
Daarvan zou toch een prima businesscase
gemaakt kunnen worden. Maar die staat
er niet in, wordt ook niet concreet aan
bevolen, zodat afweging op dit punt niet
mogelijk is. Het gemeentelijk voorstel tot
afschaffing van het duale stelsel (impliciet
ondersteund door opmerkingen van de
zijde van het Kadaster en van de gebrui
kers) wordt min of meer geneutraliseerd
door de suggestie dat de gemeenten
dat indertijd toch zelf wilden en dat het
geld kost om dat te veranderen. Op dat
eerste punt: correct, maar beter ten halve
gekeerd dan ten hele gedwaald. En op dat
tweede punt: deze verandering levert ook
veel geld op, bijvoorbeeld aanzienlijke
vermindering van de (hoge) uitvoerings
kosten bij gemeenten (onder meer voor
het bijhouden van de wijzigingen in de
kadastrale registratie). Maar ook hiervan
geen businesscase, ergo geen afweging.
En dan het onderzoek naar de leveran
ciers: er is slechts één leverancier bereid
gevonden om iets te zeggen, en dat
is aangevuld met de mening van een
VROM-medewerker. Het is een, ik zou
haast zeggen fundamentele, omissie dat
er niet bij gemeenten is gevraagd naar de
praktijkervaringen. Tenslotte werken die er
in de dagelijkse praktijk mee.
Alles bij elkaar een teleurstellend rapport:
zwakke aanbevelingen, het gemeen
telijke werkveld nauwelijks betrokken,
geen goede businesscases voor kosten/
opbrengsten, weinig rekenschap geven
van de heldere signalen die de gemeen
ten bij diverse gelegenheden hebben
gegeven. Hier kunnen we als veld niet veel
mee en dit biedt weinig uitzicht op een
snelle en doeltreffende aanpassing van de
Wkpb-systematiek. Deze evaluatie biedt
geen 'nieuwe kans' (p. 22) maar is meer een
'gemiste kans'.
Of ligt er mogelijk nog een andere grond
slag achter de terughoudende advisering?
In de evaluatie meldt VROM'dat de Wkpb
wel kan worden verbeterd, maar dat er
de komende periode weinig middelen
beschikbaar zijn' (p. 7). Ook verderop
(p. 26) wordt gewezen op de'volle agenda'
met als 'negatief gevolg dat de aandacht
en capaciteitsinzet voor de Wkpb op dit
moment gering is'. Huh? Ik mag hopen
dat deze overwegingen geen wezenlijke
rol zullen spelen bij de noodzakelijke
verbetering van de wet. We hebben het
allemaal druk, maar de Wkpb is mijns
inziens te belangrijk om die met 'geen tijd'
te gaan bevriezen. Ik ben een groot voor
stander van de Wkpb en ik vind dat we het
draagvlak en de toepassing van de wet
snel moeten verbeteren door een aantal
veranderingen door te voeren. Ik hoop
van harte dat de definitieve versie van het
evaluatierapport daar in voorziet, en dat
er concrete acties worden voorgesteld in
plaats van nog meer onderzoek. Ik roep
ook de betrokken Wkpb-gemeenteamb-
tenaren op om in hun contacten met
VROM hier nadrukkelijk op aan te dringen.
Niet afwachten dus, want dan gaat het
een hele tijd duren... f
Ad van der Meer
a.vandermeer@geo-info.nl
Geo-lnfo 2010-5 3